Zeerover beha

Hoewel ik na mijn borstamputatie geen prothese wil, is een beha voor die ene overgebleven borst toch prettig: voor de steun en voor de vorm. Maar op dat vlak is simpelweg niks te koop (*). Vandaar dat ik wat huisvlijt heb betracht. Ik heb een fotoverslag van drie verschillende exercities gemaakt, zodat wie dat wil ook een zeeroverbeha kan maken. Er zijn allerlei constructies qua beha’s, dus ook allerlei oplossingen. Enjoy, en commentaar is zeer welkom.

Als je met je cursor op een plaatje staat krijg je met klik of met een ctrl-klik (view image) een grotere, en dus gedetailleerder foto te zien.

* Inmiddels ben ik erop gewezen dat zowel Lobstar en Lingerie unlimited aangepaste beha’s maken, maar die zijn allejezus duur. Bovendien heb ik allemaal mooie setjes liggen die anders maar zouden verstoffen. Dus hup, het tornmes erin! (Naast juf Engels ben ik van origine ook juf textiele werkvormen. Komt dat toch nog ‘s van pas.)

Voorbeeld 1

Hunkemöller heeft een outlet in Amsterdam West, daar verkopen ze restanten, en daar ging ik grasduinen. Allemaal mooie beha’s gekocht voor zes vijfennegentig enzo, daar kun je je al huisvlijtend geen buil aan vallen. Dit is een van mijn proefkonijnen.
De cup die je kwijt wilt, dien je voorzichtig weg te tornen. Kijk eerst uitgebreid naar de beha: waar zitten alle naden, waar zit de vulling (die kun je dumpen), waar zit het kant (dat wil je houden). Op deze foto is de cup losgemaakt en daarna het kant losgehaald van de cup, en het elastiek aan de zijkant is losgetornd.
De hoogte van de verbinding tussen de cups en de hoogte van het zijstuk is bijna altijd verschillend. Dat verschil moet je zien te overbruggen: het zijstuk speld je wat smaller en dan zet je het losgetornde elastiek daar weer aan vast. Het overtollige schouderbandje zet je langs de onderkant van de zeeroverbra.
Het gat vul je op met het overgebleven kant. Het is een beetje passen en meten, maar je hebt per definitie meer kant over dan het te vullen gat groot is, dus het past altijd :)

Voorbeeld 2

Een heel eenvoudige beha, zonder beugels of echte cup. Alles is van elastisch kant.
Sterker, bij nadere beschouwing blijkt er een elastieken kanten rand onder de beha te zitten en het enige dat je hoeft te doen is met een scherp schaartje de bovenkant los te knippen, en achterop het schouderbandje los te tornen.
Zie je wel?
Klaar in vijf minuten :)

Voorbeeld 3

Deze is lastiger. Weer een beugelbeha, weer veel kant.
De hele cup moet los, alle kantjes en bandjes weg, en dat liefst zonder het kant te beschadigen. Een tornmesje is ontontbeerlijk.
‘t Is soms enorm zoeken waar je het beste kunt beginnen, maar als je eenmaal een naadje open hebt kun je met voorzichtig sjorren en losse draadjes wegknippen een heel eind komen.
Daarna maak je het kant los van de cup, al even voorzichtig.
Hier zie je alle losse stukken naast elkaar: de complete linkerhelft, de zijkant rechts (die nu nog veel te hoog is want ooit verbonden aan de nu overtollige cup), en – in het midden – het losgemaakte kant.
Het kant van de losgetornde cup wordt straks de overbrugging tussen overgebleven cup en de zijkant. Je verstevigt de overbrugging door het overgebleven kant er tegenaan te zetten. Naai dit vast aan de rechtercup.
Het kant aan de zijkant – dat elastisch blijkt – kun je gewoon dubbelvouwen en aan de onderkant vastzetten, dan kom je op dezelfde breedte uit als het middenstuk, waar je op moet aansluiten. Zet het tussenstuk vast aan de halve beha.
Speld de andere kant van het tusssenstuk vast aan de zijkant en pas even: het geheel moet niet de strak zitten, je wilt zo’n ding uiteraard alleen voor het comfort. Als de wijdte goed voelt kun je de handel vastnaaien. Done!

Kreupele knieën

Schets van een knieslotWe gaan steeds verder in onze biopolitiek, in het lichamelijk verankeren van beleidsmaatregelen. De Volkskrant meldde vanmorgen dat er een knieslot is ontwikkeld dat moet voorkomen dat TBS’ers ontvluchten. Het gaat om een ‘uitwendig gewricht’ van titanium dat over de knie wordt bevestigd en dat op afstand kan worden bediend. Als het gewricht via een zender ‘op slot’ wordt gezet, wordt de bewuste knie in buigstand gewrongen en kan de drager niet meer lopen, alleen nog maar kruipen.

Wat een griezelige uitvinding, al was het maar omdat techniek altijd wel ‘s faalt. Falen heeft de neiging tot dramatische consequenties te leiden bij techniek die in of aan je lichaam zit. Mijn vader heeft een elektronische arm, die raakte vroeger altijd ontregeld van de tv en van de hoogspanningskabels op treinstations. In zijn geval betekende het dat alles uit zijn hand flikkerde. In het geval van zo’n knie betekent het dat je ineens omvalt. Op straat kan dat dodelijk zijn. Oh, ‘t is toch maar een TBS’er, who cares.

Bovendien: hadden we niet al de enkelband uitgevonden, die een signaal afgeeft en de politie waarschuwt als iemand zich buiten een bepaald gebied beweegt? Dat ding berokkent tenminste geen fysiek leed.

Kale vrouwen: ‘stress, or a sign of madness’

Naar verluidt heeft Britney Spears van de week haar haar afgeschoren. Nu is ze een ster, en zowat alles dat sterren doen of overkomt wordt breed uitgemeten. Maar met kale vrouwen is iets, dus verschijnen er grote stukken over Britneys actie, ook in serieuze kranten. De Engelse Guardian heeft een lang stuk over kale vrouwen:

With time, a shaven head became fashionable, among men at least, and skinheads eventually lost their shock value. The image of a woman with no hair, however, can still pack a visceral punch. “There are lots of positive connotations in men,” says Alastair Ross, a social psychologist at the University of Strathclyde. “It’s the hair equivalent of joining the Foreign Legion or becoming a monk. It’s having a spring-clean or the sign of a new physical regime. But in women it’s seen as being out of control because it’s outside the normal distribution of hair behaviour.” In other words, baldness is still relatively rare in women, and is generally treated as a sign of crisis or stress – or if it is known to be self-inflicted, a sign of madness.
The Bald Truth, The Guardian, 20 feb. 2007.

Of alle chemodames alsjeblieft hun pruik maar weer willen opzetten.

Landmark: ‘gek van geluk’

logo LandmarkVanavond (22:05 – 22:45) heeft Zembla een uitzending over Landmark, een sekte die een rechtstreekse afstammeling van Scientology is.

“Met steeds meer succes weten organisaties als Landmark en CSA Europe nieuwe cursisten te trekken voor hun groepstrainingen in het zoeken naar een gelukkiger leven. Helemaal ongevaarlijk zijn deze trainingen echter niet. Deelnemers kunnen in ernstige psychische problemen raken en soms komen cursisten zelfs in een acute psychose terecht. Voor de aflevering ‘Gek van geluk’ sprak ZEMBLA met ex-cursisten, een voormalige medewerker en psychiaters over de gevaren van deze trainingen. Ook ging een psychologe namens ZEMBLA naar een training van Landmark en volgde een researcher van het programma zelf een cursus van CSA.” Meer over de uitzending vind je op de website van Zembla.

Ik heb eerder iets over Landmark geschreven voor het blad XL: De Tupperware-handel in geluk (augustus 1999). Mijn stukje kwam me toen op een woedende reactie van Landmark zelf te staan. Gaap. Ja hoor jongens. Wie meer wil lezen over Landmark/CSA verwijs ik van harte naar de uitgebreide pagina’s van De Stelling, die overigens om hun kritische artikelen over Landmark met rechtszaken werden gedreigd. De site geeft tevens een goed overzicht van Landmarks andere dreigementen aan het adres van tijdschriften en journalisten.

Stadsschouwburg, 17 februari 2007: Blind Date

Blind dateDe Stadsschouwburg duikt voor het eerste lustrum van het succesvolle Blind Date helemaal in de schulden. We zoeken uit hoe het zit met schuldig zijn, schuldig voelen en schuld hebben.

Hoe schuldig ben je aan de armoede in de derde wereld, de CO2-uitstoot? En hoe schuldig voel je je wanneer je vijf dagen per week je kinderen wegbrengt naar de opvang?

Vincent Bijlo neemt de schuldvraag onder de loep tijdens de opening van de avond. Daarna begint op verschillende plekken in de schouwburg een schuldprogramma met lezingen, debatten, muziek, film, poëzie, theater en beeldende kunst. Zo leidt Ruben Maes, afgewisseld door liederen van Jim de Groot, een serie gesprekken over onder meer schuld en religie, schuld en recht en schuld en schaamte. Acteur Antonie Kamerling, schrijfster Karin Spaink, cabaretier Arthur Umbgrove, journalist Willem Breedveld, zangeres Giovanca en anderen delen in woord, beeld of geluid hun ultieme schuldgevoel. Frits Bolkestein gaat een betoog houden over maatschappelijke schuldbeleving in Nederland. Bas de Gaay Fortman discussieert over ieders verantwoordelijkheid voor milieu en armoede. En natuurlijk zijn er ook weer de geliefde Blind-Datetafels, waar je de kans krijgt om in een-op-een-gesprekken, en dit jaar ook in kleine groepjes, alles te weten te komen over de schuldgevoelens van (on)bekende medebezoekers, zoals de Meiden van Halal, Sophie Hilbrand, Roef Ragas, Boris van der Ham, Lotti Hellingman, Thomas Verbogt en vele anderen.

Kortom, het wordt een avond om te luisteren, te discussiëren, te ontdekken, je te verbazen, je schuldig te voelen maar ook om verlost te worden tijdens het afsluitende feest in de rotonde van de schouwburg.

Constatering

druppelOver het niet kunnen werken – geen hoofd, geen lust, geen verstand, geen affiiniteit – heb ik meer tranen geplengd dan over die hele kutkolere borstkanker. De afgelopen week ben ik twee keer flink in tranen geweest, da’s dubbel zoveel als in de tien maanden hiervoor. (Opluchten doet het niet, het laat me alleen zien dat ik echt omhoog zit.)

Maar ja. Dat niet kunnen werken is natuurlijk een rechtstreeks gevolg van die kutkolere borstkanker, dus uiteindelijk is het toch daarom dat ik huil.

Haar, on the move (2)

Mijn haar groeit traag maar gestaag. Op 9 oktober heb ik mijn hoofd voor het laatst geschoren, er groeide toen alleen nog babypluis; daarna kwam er echt haar terug. Inmiddels is het iets meer dan drie centimeter lang. De krullen komen terug en bovenop groeit het zo ongeveer rechtstandig de lucht in.

Haar januari 2007 Haar februari 2007
6 januari 2007 11 februari 2007

Haar oktober 2006 Haar november 2006 Haar december 2006
25 oktober 2006 1 november 2006 1 december 2006

Perspectief

Je verkijkt je zo makkelijk. Aanvankelijk dacht ik dat mijn borst verliezen het ergste was, ik dacht oprecht ik daar nooit mee in het reine zou komen en mobiliseerde al mijn vrienden, zodat er na de operatie een vangnet zou klaarhangen dat mijn val wat kon breken. Tot mijn & ieders verbazing was ik alleen maar opgelucht toen ik bijkwam uit de narcose. Dat was een prettige verkijking.

Pas bij de bespreking van het pathologisch rapport, acht dagen na de operatie, drong tot me door dat er iets veel serieuzers aan de hand was dan die verloren borst: ik had kanker, bovendien van het agressieve soort. Dat was een minder prettige verkijking.

Toen ik naar de chemo moest, focuste iedereen op het nakende haarverlies, maar dat deed mij weinig – het korte kapsel nu vind ik naarder, het is nog zo’n statementhoofd, haar waaraan je niet voorbij kunt gaan, een kapsel dat tegen de hele wereld zegt: die vrouw is kraker, anarchist of lesbisch, of jeee ze heeft misschien net kanker gehad. Ze mogen gerust van me denken dat ik kraak of van dames houd, dat is het punt niet, maar ik wou intussen zo graag weer ‘s gewoon een mens zijn in plaats van een openlijk beleden stelling.

Waar ik wel bang voor was, was de misselijkheid: daar hoor je immers iedereen over, als het om chemo gaat. Ik rolde de hele chemo zonder een enkele kotspartij door, weer had ik me verkeken. Die vreselijke smaak in mijn mond bleek veel erger, die dreef me soms tot wanhoop.

Waar niemand me op had voorbereid – weer een verkeerd perspectief – was het zombiedom dat bij chemo blijkt te horen als gezoem bij een mug in het donker: even alom aanwezig, even ergerlijk en even onverdrijfbaar. Nadenken ging niet meer, de krant stuitte op onbegrip en desinteresse, mijn wereld kromp als die van Alice en er was nergens een rups op een paddestoel te vinden die me wees aan welke kant ik kon knabbelen om weer een groter hoofd te krijgen. (Kunt u me de weg naar de Caterpillar vertellen?)

En ik verkijk me steeds in tijd, van die fout in perspectief kom ik maar niet af. Eerst dacht ik dat ik klaar was om verder te gaan toen die borst er eenmaal af was en ik het ziekenhuis uit. Oeps. Buiten de agressiviteit van de kanker en dus buiten de chemo gerekend. Daarna dacht dat ik weer op mijn benen zou staan zodra ik fysiek was hersteld van de chemo. Drat. Buiten mijn hoofd gerekend, dat wou en wil nog lang niet. Hoe lang het duurt voordat je fysiek van de chemo bent hersteld kunnen ze je wel vertellen, bij benadering dan, maar hoe lang het duurt vooraleer je hoofd weer op orde is, is voor iedereen een raadsel. Het kan vriezen, het kan dooien: een paar maanden, een paar jaar. Het rad van onfortuin.

En ik trap er steeds weer in, ik zet steeds nieuwe mijlpalen in de tijd neer en hoop dat ik, als ik die ben gepasseerd, weer een beetje meer mijn oude leven terugheb. De jaarwisseling, die vlak na mijn verjaardag valt, hielp me te denken dat ik dat kutjaar tenminste fijn achter me had gelaten: alle kanker veilig opgeborgen in 2006 en in 48 zijn. Die gedachte hielp twee weken. De ellende is dat de dagen wel voortschrijden maar ik intussen niet heel veel verder kom. Mijn concentratie is slecht, werk zegt me nog te weinig, ik kan allerlei dingen die ik eerder met plezier deed nu maar met moeite opbrengen.

Steeds meer ga ik denken dat de strijd met die kutkanker nog maar net is begonnen, dat de amputatie en de chemo en de herceptin ‘alleen maar’ stapjes zijn onderweg naar iets anders. En of dat ‘andere’ nu herstel is of terugkeer van de kanker maakt in dat perspectief eigenlijk niet heel veel verschil. Want waarop ik me verkeek was het idee dat ik er snel vanaf zou zijn.

23 januari 2007 / MC 2 februari 2007

Pragmatische gezondheidsmoraal

RioleringWat is de voornaamste medische doorbraak geweest? Het vakblad British Medical Journal presenteerde eerder deze maand vijftien onderwerpen waaruit de lezers mochten kiezen, compleet met pleitbezorgers voor elk punt. De lijst was gevarieerd: van het blootleggen van de DNA-structuur tot de ontdekking van de risico’s van roken, van de ontwikkeling van de anticonceptiepil tot die van vaccins, van de opkomst van de immunologie tot de invoering van beeldapparatuur als röntgen, CT, PET en MRI.

De uitkomst was verrassend. Volgens de stemmers was het fenomeen het meest had bijgedragen tot een betere algemene gezondheid namelijk helemaal geen medische doorbraak, maar een bouwkundige: sanitaire voorzieningen in steden. (Op plaats twee en drie stonden overigens wel zuivere medische doorbraken: antibiotica en anesthesie.)

De aanleg van riolering en een waterleidingstelsel maakten persoonlijke hygiëne mogelijk: je kon je voortaan wassen met redelijk schoon water, vervuild water kon worden afgevoerd, urine en uitwerpselen werden weggespoeld. Dat zorgde voor een opmerkelijke daling in ziekte en een stijging in de gemiddelde levensverwachting. Dysenterie, diarree, tuberculose en ademhalingsziektes werden minder prominent en verspreidden zich minder snel.

Het aardige is, zo schreef de Nederlandse hoogleraar publieke gezondheidszorg Mackenbach in zijn begeleidende stuk (hij was de pleitbezorger van dit onderwerp), dat op voorhand niet duidelijk was dat deze stedelijke ingrepen zulke grote medische gevolgen zouden hebben. Toen met de aanleg van het leidingenstelsel werd begonnen was er immers nog maar een moeizaam begrip van hoe ziektes ontstaan en zich verspreiden; van virussen en bacteriën had nog niemand weet. En niksniet evidence-based of eerst dure onderzoeken, de aanleg van leidingen was puur pragmatisch: er was een boel vuil in de stad en dat moest eruit want het stonk. De effecten waren groter dan wie ook had kunnen voorzien.

Mackenbach verbindt zijn toelichting aan een pleidooi voor een meer pragmatische benadering van de gezondheidszorg. Je hoeft niet altijd precies te weten hoe ziektes ontstaan om efficiënt te kunnen ingrijpen. Daarnaast is het veel effectiever om de omgeving te veranderen dan om te trachten individuele mensen aan te spreken op hun persoonlijk gedrag. Dat laatste legt niet alleen de verantwoordelijkheid eenzijdig bij het individu, ook ontkent het dat mensen – en dus ook hun lichamen – geen eilandjes zijn, ze worden gevormd en gemaakt door hun omgeving, en ingrepen in de cultuur en structuur werpen meer vruchten af. (Daar kun je nog aan toevoegen dat al dat gehamer op onze persoonlijke leefstijl ziekte belaadt met een fikse portie schuld en schaamte; het zou mooi zijn als we daar ‘s van af kwamen.) Tenslotte, betoogt Mackenbach, zijn structurele ingrepen ook democratischer: ze helpen de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen te effenen.

In dezelfde week als deze doorbraakverkiezing verscheen een uitgebreid onderzoek in The Lancet. Kinderen die op 500 meter afstand van een snelweg opgroeien, ontwikkelen een beduidend mindere longcapaciteit dan kinderen die een kilometer verderop wonen; dat komt nooit meer goed, want na je achttiende groeien je longen niet meer. Al langer is bekend dat een verminderde longfunctie door vervuiling leidt tot meer ziekte en sterfte onder volwassenen; de effecten van uitlaatgassen zijn nog een slag heftiger.

Is het niet tijd de gezondheidszorg weer politiek te maken in plaats van persoonlijk, Mackenbach en de immense effecten van de riolering indachtig? Want terwijl u in de supermarkt een ‘gezond’ drankje voor uw kind staat uit te zoeken, vergiftigen wij ze met onze snelwegen en auto’s.

Ontroerend mooi

Abdel HalimEen van de liefdes die mijn vader en ik delen is die voor Arabische muziek. Zijn grote favoriet is Oum Kalsoum, de mijne Abdel Halim Hafez. Afgelopen week zag ik dat op de site van Abdel Halim allerlei oude video’s met live optredens stonden, waaronder ook mijn absolute favoriet Maddah el amar (torrent, 530 meg, 53 minuten). Opgehaald en opgeslagen.

Dus dit weekend keken we samen naar Abdel Halim, paps en ik. De opnames stammen ergens uit de jaren vijftig en zijn ontroerend ouderwets: twee camera’s die helemaal niks doen (geen zwenken, in- of uit zoomen; nergens een totaalshot, vergeten te focussen op muzikanten die een solo doen) en heel soms – oh moderniteit – twee in elkaar overvloeiende beelden. De orkestleden zijn ook zo fijn gedateerd: allemaal mannen met van die dikke zware hoornen brillen. En het is prachtig. Abdel Halim ziet eruit als de toenmalige ideale schoonzoon, zijn zachtmoedigheid straalt ervan af. We gingen er helemaal in op.

“Hee!” riepen we tegelijkertijd, toen Abdel Halim ergens halverwege zijn stem liet zakken terwijl we van de plaat wisten dat-ie daar omhoog zou gaan. “Hee, da’s anders!!” En we moesten lachen dat we dat nummer van bijna een uur kennelijk alletwee tot op de noot kenden.