De boeren zijn de overheid gaan wantrouwen, het werd afgelopen week breed uitgemeten. Nog maar 2 procent van de veehouders vertrouwt de overheid, 70 procent heeft geen fiducie meer in de regering of in overheidsinstanties. Ook het CDA, de partij die van oudsher op hun stem kon rekenen, heeft afgedaan: nog 4 procent zou, waren er nu verkiezingen, op die partij stemmen.
Sindsdien vraag ik me af hoe dat bij andere groepen zit. Waarom zou je die vraag naar het vertrouwen per slot van rekening alleen aan boeren stellen, er zijn wel meer bevolkingsgroepen die het zwaar te verduren hebben. Wat te denken van huurhuiszoekers? Betaalbare huurwoningen zijn uiterst schaars, huurcorporaties moeten elk jaar een deel van hun woningbezit verkopen omdat de overheid hen via de verhuurdersheffing leegzuigt. Ondertussen kopen investeerders en huisjesmelkers die panden, gebouwd met publiek geld, massaal op en bieden ze ver boven de oude prijs te huur of te koop aan. Voor hen is het snel geld. Maar wie een huis zoekt, moet lijden – en wachten. Hoe is het met hun vertrouwen in de overheid gesteld?
De zorgsector: van hetzelfde laken een pak. Al jaren is duidelijk dat Nederland te weinig IC-bedden heeft, dat wachtlijsten oplopen, dat de jeugdzorg wankelt en deels ten prooi is gevallen aan investeerders – daar heb je ze weer – en dat de mensen die het werk opknappen, te weinig verdienen, in elk geval niet genoeg voor een huurhuis in een grote stad. En terwijl het kabinet beweert het beslag op de zorgcapaciteit als voornaamste criterium in de coronabestrijding te hanteren, negeert het keer op keer de zorgen van de zorg. De uitval daar is groter dan ooit, en de hoeveelheid mensen die de zorg de rug toekeren stijgt. Op welke politieke partij willen zij niet meer stemmen?
Het vertrouwen van de mensen die getroffen zijn door de toeslagenaffaire, en die nu nog steeds geen recht is gedaan, terwijl ze van het kastje naar de muur worden gedirigeerd, zal geheid ver onder nul zijn. Hetzelfde zal gelden voor Groningers die al jaren tobben met aardbevingsschade; ook zij worden van de ene loze belofte naar de andere gestuurd.
De overheid laat steeds meer burgers in de steek. Het is de prijs die we betalen voor het succes van de VVD – de prijs van het marktdenken, van het heilige geloof in ‘je invechten’ en van de grove veronachtzaming van iedereen die het niet in zijn eentje redt – ook omdat zij de overheid tegenover zich treffen, diezelfde overheid die hen eigenhandig heeft gedupeerd.
Ondertussen schaft minister Dekkers (ook VVD) de rechtshulp systematisch af, die nota bene vooral wordt gebruikt door burgers die tegen de overheid moeten procederen om recht gedaan te krijgen.
Ik maak me zorgen over de Nederlandse politiek, grote zorgen. Ja, dit was een gaaf land, maar de overheid presteert steeds slechter en verspeelt eigenhandig het vertrouwen van haar burgers. En Rutte maar grijnzen.
[Beeld: fragment van foto Rutte op EU-top in Estland, 2017 // CC 2.0]