‘Je bent ook zo mooi, het is onmogelijk je te weerstaan,’ roept de boze minnaar uit, nadat een van zijn zakenpartners zijn scharrel heeft verkracht. Het is het klassieke excuus van elke verkrachter: ik kon er niks aan doen, het is haar schuld, zij bracht me buiten zinnen – en die dooddoener wordt hier klakkeloos overgenomen door een tweede man, die eigenlijk zijn kompaan een ongenadige klap voor zijn bek had moeten verkopen, omdat die zijn macht vies heeft misbruikt.
Tot dan was Revenge een klassieke male gaze film: zo eentje waarbij de camera zich omstandig verlustigt aan een vrouw, en de stand-in wordt van de hand van de begerige toeschouwer. Die mannelijke blik wordt in Revenge uitvergroot: in een eerdere scene werd Jen al met een verrekijker in close-up bekeken – door de zakenpartner, die op dat moment nota bene twee meter verderop zat.
Jen wordt aanvankelijk als een Lolita gesitueerd, met zonnebril en lolly en al. Maar wanneer ze uit die rol valt en de zakenpartner afwijst, kantelt het verhaal pardoes: er gebeurt precies wat elke vrouw vreest wanneer ze een man afwijst. Hij toont haar dat ze dat recht niet heeft: hij verkracht haar. Als je zo verleidelijk bent, heeft hij immers recht op seks met je, en zo niet, dan herstelt hij zijn dominantie per verkrachting.. Zakenpartner twee ziet het gebeuren, keert zich om en loopt weg. Niet zijn probleem. Dat komt ervan als je zo sexy bent.
Uiteindelijk besluiten de mannen collectief dat niet hun gedrag, maar Jen het probleem is: ze vormt inmiddels een risico voor het huwelijk van haar minnaar en voor de reputatie van de zakenpartners. Dan moet ze maar dood, besluiten ze, en ze jagen Jen gezamenlijk op – als in een perverse variant van de buddy movie – en laten haar voor dood achter.
Dan volgt de tweede tournure: Jen overleeft. Wat meer is: ze neemt wraak. Als een feniks herrijst ze uit haar eigen as en zet op haar beurt de jacht op de mannen in.
Dat is het geniale moment in de film: het slachtoffer dat zich, door omstandigheden gedreven en uit lijfsbehoud, ontpopt als wreker. Het is tevens het moment waarop de meeste filmcritici afhaakten: overdreven, onrealistisch, doorgeslagen. Niet dat iemand ooit klaagt wanneer een type als Rambo met zeven gaten in zijn lijf weer een nieuwe tegenstander neermaait en uiteindelijk een half leger weet te verslaan, maar hé, dit is een vrouw, en dan gelden andere regels, toch?
Revenge is een film in de beste rape/revenge-traditie, een waardig opvolger van de klassieker I Spit on Your Grave uit 1978. Hier geen gebroken vrouw – nu ja, eventjes dan – hier zien we een vrouw die zich uit alle macht verzet tegen het lot dat haar is opgelegd. En net als die film zet Revenge de sociale dimensie van verkrachting voorop: het gaat niet om onze ‘natuur’ of ‘driften’, het draait om sociale status en de angst voor verlies daarvan, om medeplichtigheid, en om het gemak waarmee we de stem van een vrouw negeren.
‘Ik doe het niet meer,’ zegt ze. ‘Zo vaak zijn mijn grappen gebaseerd geweest op zelfspot. Maar voor wie buiten de kaders van normaliteit valt, is zelfspot geen vorm van bescheidenheid, maar van zelfvernedering.’
Meisjes en vrouwen zijn handig: iedereen met een ideologie kan zijn eigen principes op hen plakken en hun bestaan voor eigen doel inzetten. Zo dienen vrouwen zedelijk te zijn, anders kunnen mannen zich niet beheersen en die onbesuisdheid is dan de schuld van die vrouwen. Maar vrouwen moeten óók toegeven als een man seks van ze wil, anders zijn ze verwaande bitches en/of vieze lesbo’s, en als zo’n man dan doorslaat is het hun eigen schuld. Vrouwen die niks willen? Preutse wijven die denken dat ze te goed voor je zijn. Vrouwen die vrij omgaan met seksualiteit? Sletten zijn het, ondermijners van moraal en gezin, en een gevaar voor de samenleving.
Nu er discussie is ontstaan over seksueel misbruik door medewerkers van Oxfam en andere internationale hulpverleningsorganisaties, zijn er twee dingen die me steken. Goed dat nu ook bij deze organisaties #MeToo losbarst: mogen er nog vele sectoren volgen. (Waar blijven de thuiszorg en het onderwijs, bijvoorbeeld?) Het enige dat helpt om seksueel misbruik serieus tegen te gaan, is openheid van de slachtoffers en repercussies voor de daders – inclusief omvallende reputaties, schadevergoedingen, rechtszaken en ontslagen.
Wat is dat toch, dat politieke discussies zo rap verzanden in schijngevechten, waarbij iedereen met stropoppen aan het zeulen slaat?
Kenniscentrum Rutgers publiceerde gisteren een
Na de doodse stilte van GroenLinks de afgelopen week over het voor de zoveelste keer geschonden demonstratierecht of de nauwgezette achtervolging door extreemrechts van Zwarte Piet-protesteerders, krijg ik redelijk mijn bekomst van de partij die zolang de mijne was.
Een verbijsterende aflevering van De Wereld Draait Door,
De beerput ging open; de verhalen van vrouwen die door Harvey Weinstein waren belaagd, stroomden eruit. Ineens werden de goede vragen gesteld. Niet: wat hadden die vrouwen verkeerd gedaan, maar: waarom hadden de mannen die ervan wisten, niets gezegd? Niet: hoe hadden deze vrouwen zich moeten gedragen om dit te voorkomen, maar: hoe kon hij zo lang wegkomen met zulk misselijk machtsmisbruik? Niet: waarom hebben deze vrouwen Weinsteins wangedrag niet eerder aangekaart (een deel deed dat, maar werd als aandachttrekker weggezet), maar: hoe kun je zulke intimidatie voorkomen?