[Gesproken column voor De Praktijk.]
Er brak een rel uit toen bleek dat viroloog Ab Osterhaus – die zich de afgelopen maanden overal erg bezorgd had betoond over de Mexicaanse griep en die als regeringsadviseur de overheid had geprest om grote hoeveelheden vaccin in te slaan – een belang van bijna 10% bleek te hebben in ViroClinics, een bedrijf dat vaccins test. Onder de door ViroClinics onderzochte vaccins viel ook Tamiflu, dat door Osterhaus aanbevolen wordt wegens diezelfde Mexicaanse griep.
Men sprak van belangenverstrengeling en van winst maken door angst aan te jagen. Iedereen riep prompt schande, er werden overhaast kamervragen gesteld – de PVV waakt over u! – en Osterhaus moest zich publiekelijk in bochten wringen.
De berichtgeving was echter danig gekleurd. ViroClinics produceert namelijk helemaal geen vaccins, ze testen alleen de werking ervan, en Osterhaus wordt derhalve geen spat wijzer van de verkoop van Tamiflu of enig ander vaccin.
Toch is daarmee de kous niet af. De kwestie is meer dan de zoveelste mediahype. Osterhaus is de exponent van een tweetal ontwikkelingen die zorgen baren.
Ten eerste is daar de gedachte dat ziek zijn altijd vreselijk is en dat we ziekte koste wat kost moeten en kunnen voorkomen. Doe dit niet, dat wel, eet zus, slik zo, preventie hier en vaccinatie daar, mijd mensen die iets hebben als de pest en sluit elk risico uit! Ziekte en verval laten zich echter niet bedwingen, we moeten per slot van rekening ergens aan dood, en de gedachte dat we onze gezondheid volledig in eigen hand kunnen hebben getuigt van overmoed en arrogantie.
Dat idee dat we onze gezondheid zelf kunnen beheren, zorgt er verder voor dat mensen met wie iets is gaandeweg met een scheef oog worden aangekeken. Het bevordert een eigen-schuld-dikke-bult houding. Ziek? Oh, zeker geen voorzorgsmaatregelen genomen, ja dan kunnen wij er ook niks aan doen. U heeft kanker? Nou dan zal u wel ongezond hebben geleefd. Een griepje, mevrouw? Tsk. Had u maar Tamiflu moeten nemen. Hartklachten, meneer? Tsja. U wist best dat u meer moet bewegen en andere boter hoort te gebruiken (u weetwel, die van Unilever). Maar gezond leven geeft geen garantie, ongelukken zitten in kleine hoekjes en cellen doen vaak iets anders dan wij prettig vinden. Ook wie supergezond leeft kan allerlei naars oplopen.
Bovendien worden de risico’s van ziekte tegenwoordig sterk overdreven. Dat deed helaas ook Osterhaus, die om die reden flink onder vuur lag van iets evenwichtiger collega’s. Zij vonden dat je die Mexicaanse griep beter zo snel mogelijk kon krijgen. Dan was je er tenminste van af en hij is momenteel stukken ongevaarlijker dan veel eerdere griepvarianten. (Zelf zie ik trouwens het meest in het idee om mensen cohortgewijs te besmetten met de Mexicaanse griep: om de veertien dagen een nieuwe groep. Na een maand of drie, vier zijn we allemaal aan de beurt geweest en hebben we keurig , en helemaal zelf, immuniteit opgebouwd.)
De tweede ontwikkeling waar Osterhaus de exponent van is – en helemaal zijns ondanks – is dat medisch wetenschappelijk onderzoek vrijwel over de hele linie afhankelijk is geworden van het geld van farmaceutische bedrijven. Dat maakt zuiver en oprecht onafhankelijk onderzoek lastig: de industrie eist vaak dat tegenvallende resultaten onder tafel worden gemoffeld, laat alleen kortlopend onderzoek toe, en prefereert onderzoek dat in hun voordeel is. Osterhaus kan er geen klap aan doen dat hij voor zijn wetenschappelijk onderzoek deels afhankelijk is van opdrachten van de farmaceuten. Dat is te wijten aan overheden die wetenschappelijk onderzoek een lage prioriteit geven en die vinden dat wetenschappers, zoals dat zo akelig heet, ‘hun eigen broek moeten ophouden’.
De schande die we over Osterhaus hebben afgeroepen, is verkeerd geadresseerd. U moet bij de regering wezen, wegens haar promotie van belangenverstrengeling.
Gisteravond heeft een commissie van het Europees Parlement vergaderd over de Telecomrichtlijn, een kaderwet voor internet en telefonie. Ter tafel lag onder meer een
De website is zojuist verhuisd. Gisteravond en vannacht waren er daardoor wat oprispingen, maar alles is zo te zien vlekkeloos overgezet. Eén forumbericht heb ik met de hand geïmporteerd, dat werd juist gepost tijdens de overgang toen er eventjes twee sites naast elkaar draaiden.
[Gesproken column voor De Praktijk.]
Voor het eerst in weken gingen Moz en ik weer naar de sneak (ik mis hem erg sinds zijn doordeweekse verhuizing naar een ver noordelijk eiland – en niet alleen omdat hij mijn filmmaatje is). Vanavond draaiden ze
We moeten vooral praktisch zijn. Niet te lang doorpraten over aarzelingen of bezwaren. De principes die in stelling worden gebracht zijn op zich natuurlijk heel loffelijk, uiteraard staan we daar van harte achter, maar we staan nu voor een serieus probleem en dat vergt een meer pragmatische aanpak. Als we ons laten belemmeren door zulke overwegingen komen we nooit een stap verder, en dat is juist in deze situatie cruciaal.
Vanavond was er voor het eerst sinds lange tijd weer een bedrijfsfeestje van XS4all. Er waren veel mensen, veel oud-werknemers ook: heerljk. Met veel mensen gepraat en met veel te weinig mensen gepraat. Het was een goed feest.
[Column voor De Praktijk.]
Vroeger, toen we nog met guldens betaalden en internet nieuw was, maakten we ons druk om de deelname, de zichtbaarheid, de rol en de betekenis van vrouwen op het net. We schrijven 1994, 1995. Er werd gloedvol gedebatteerd. Was de aanname dat vrouwen onhandiger waren met techniek eigenlijk niet erg ouderwets? Zou het feit dat het om communicatie draaide vrouwen wellicht juist stimuleren? (Of was ook dat een ouderwetse aanname?) Internet was een geweldig medium om snel informatie uit te wisselen; konden we het misschien uitbouwen tot een actie- en coördinatienetwerk?
[Gesproken column voor De Praktijk. Illustratie afkomstig van