Waar ik vroeger de deur van de bioscoop platliep, kijk ik tegenwoordig steeds vaker tv-series. Het aanbod is beter dan ooit: van Mad Men, Dexter, Homeland en Breaking Bad tot Once upon a Time, Person of Interest en Game of Thrones. (Ja, allemaal Amerikaans – maar voor wie internet in huis heeft, doet dat er nog weinig toe.)
Het zijn goed geschreven en knap geacteerde series, met een groot oog voor detail. Elk ervan zet van meet af aan een eigen wereld neer, waarvan de finesses en complexiteiten gaandeweg onthuld worden. Juist daarom houd ik zo van het format van een serie, geloof ik inmiddels. Een film is een kort verhaal: en maximaal twee uur tijd wordt een intrige opgezet en ontknoopt, terwijl een goede serie als een roman kan zijn: een meanderend verhaal dat zich ontvouwt, herschikt en verdiept.
Series gaan vaak gebukt onder wat bekend is gaan staan als ‘het probleem van de week’. Elke aflevering had van oudsher zijn eigen crisis: een nieuwe moord die moest worden opgelost, een nieuwe zieke die moest worden genezen of een nieuw monster dat onschadelijk moest worden gemaakt. De betere series hadden weliswaar altijd al een overkoepelend verhaal, maar gebruikten hun probleem van de week opzichtig als een parallel voor de psychologische ontwikkeling van de hoofdpersonen. Wat eigenlijk nogal onsmakelijk is: dat reduceert andermans leed tot leuk les- en leermateriaal voor de mensen om wie het ‘echt’ gaat.
Zo niet de nieuwe generatie series. Het verhaal zelf is daarin de hoofdmoot geworden. En – oh verademing! – niet alles wordt ons voorgekauwd. Geen terzijdes waarin we ieders motieven uitentreuren krijgen toegelicht, geen conversaties waarin gebeurtenissen voor- of achteraf handzaam worden verklaard, geen regie die nadrukkelijk zinspeelt hoe de kijker de handelingen of reacties van een hoofdpersoon moet inschatten.
Het enige waar tv-series verduveld slecht in zijn, is de afsluiting. Dat doet film nog steeds stukken beter. Series zeuren soms te lang door, waardoor ze het verhaal rekken en dus doodmaken; of soms breekt de zender een serie af, waarna in een paar slotafleveringen alle achterliggende verhalen op wanstaltig simpele wijze worden afgeraffeld.
Op 1 april begint het tweede seizoen van Game of Thrones, de beste tv-serie die ik ooit heb gezien. In de eerste aflevering slaagden ze er niet alleen in een onbekende wereld neer te zetten, maar ook meer hoofdrolspelers neer te zetten dan enige serie voor hen.
Ik ben nu al bang voor het einde.
De vaart zit er behoorlijk in, bij mijn nieuwe boek – en zeker voor een boek over een gehandicaptenautootje dat maximaal 45 km/u kan, is een hoog tempo natuurlijk nogal speciaal :)
De Ferrari van Dick Waaijenberg, met achterop een sticker:
Critici beweren vaak dat op sociale media hoofdzakelijk onzin wordt gepost. Publieke conversaties horen een meerwaarde boven het persoonlijke te hebben, vinden ze, en anders hoor je die niet in het openbaar te voeren. Wat een raar criterium. Sinds wanneer stellen we de eis dat onderlinge gesprekken tussen mensen maatschappelijk relevant moeten zijn, zuiver omdat anderen ze ook kunnen volgen? Met dat argument kun je ook zowat alle gesprekken in cafés, op feestjes, in parken en langs sportvelden belachelijk maken.

Vorige week is WikiLeaks begonnen aan een nieuwe serie onthullingen. De aanpak is als vanouds: documenten worden groepsgewijs gepubliceerd en waar mogelijk van context voorzien, zodat ze begrijpelijk worden voor de buitenwacht. Nieuw is dat de stukken ditmaal niet door klokkenluiders zijn gelekt, maar via een hack zijn buitgemaakt.
Gisteren maakte Ahold bekend dat het
Computergegevens buitenshuis bewaren is modern. Opslag in the cloud kost haast niks en maakt dat al je apparaten in een oogwenk synchroon lopen. Nooit meer je adresboek van computer naar mobieltje kopiëren, nooit meer piekeren met welk apparaat je die nieuwe afspraak ook alweer in je agenda had gezet, op welke machine de meest recente versie staat van dat stuk waaraan je werkt.
Zonder nou meteen wazig of New-Age holistisch te worden: de afgelopen maanden voelde ik als nooit tevoren dat werkelijk alles met alles samenhangt. Geen land ter wereld staat nog op zichzelf of beslist autonoom. Er zijn altijd buitenlandse partijen nodig – medestanders, of zo u wilt: medeplichtigen – om iets door te zetten. Zelfs dictators, van nature gewend zichzelf almachtig te wanen, weten tegenwoordig dat ze uiteindelijk alleen met steun van buitenaf overeind kunnen blijven.
Privéklinieken bevelen via advertenties al jarenlang gezondheidschecks aan. Laat je controleren en weet waar je aan toe bent! Doe een full body scan! Wees aanstormende ziektes te snel af, spoor ze met onze hulp op en druk ze bijtijds de kop in!
Voorlichting – of modieuzer, bewustwording – helpt dus geen klap. Kun je iets anders concluderen wanneer na jarenlange promotie van de schijf van vijf en allerlei andere campagnes om toch vooral gezond te eten, blijkt dat we met ons allen alleen maar dikker worden? Zelfs de media, die altijd worden gekielhaald wegens het onrealistisch dunne ideaalbeeld dat ze propageren, hebben kennelijk belazerd weinig invloed op ons daadwerkelijke gedrag. Inmiddels is al