Vrijhandelsvervuiling

mallemolenTrump was blij, en Juncker al evenzeer: de EU neemt meer soja en vloeibaar gas van de VS af, en in ruil daarvoor ziet Trump voorlopig af van verhoging van de importtarieven op goederen die de EU naar de VS exporteert. Hoera: de vrijhandel gered, waaronder Duitse auto’s, Nederlands staal en aluminium, en Amerikaanse soja.

De werkelijkheid ziet er ietwat anders uit. Juncker beheerst the art of the deal beter, want hij heeft Trump grotelijks genept. Politico.eu schreef terecht: ‘De EU bood aan te doen wat het al wilde doen. In ruil daarvoor beloofde de VS niet te doen wat het tot nu toe heeft nagelaten.’ Neem soja, licht Politico toe: de Europese boeren importeren dat om hun veestapel te voeren, en dankzij de handelsoorlog die Trump met China is begonnen, kopen de Chinezen hun soja nu in Zuid-Amerika. Die soja is prompt duurder geworden, en bijgevolg is Amerikaanse soja voor Europa nu goedkoper. De Europese boeren kochten daar sindsdien sowieso al meer in – daar hoefde Juncker niet aan te pas te komen.

Over het LNG-plan had Energeia/FD een nog scherpere sneer: ‘De Europese Unie die meer LNG zal kopen van de VS? Maar de EU is helemaal geen inkoper van gas en tekent ook geen leveringscontracten.’ Energeia legt vervolgens uit dat Russisch gas nog altijd 25 procent goedkoper is dan Amerikaans LNG, en dat het weinige LNG dat momenteel in Europese havens aankomt, hier vrijwel alleen als overslag belandt, op weg naar andere landen.

De kwestie zette me echter aan het denken over iets anders. Amerikaans LNG bestaat overwegend uit vloeibaar gemaakt schaliegas, het resultaat van fracking. Waarom zouden we überhaupt verheugd moeten zijn over de import van fossiele brandstoffen die op zo’n verfoeilijke manier worden gewonnen? Wie meent nu in hemelsnaam dat we de Groningse aardgaswinning met gerust hart kunnen verruilen voor het winnen van de laatste restjes bij elkaar geschraapt aardgas, via een proces dat drinkwater vervuilt en (alweer) aardbevingen veroorzaakt?

Laatst las ik een stuk over de mallemolen van vrijhandelsverdragen die de EU momenteel sluit: eerst met Japan, nu met Mercosur, een Zuid-Amerikaans handelsblok. Het is een grandioze uitruil, waarbij alle achterliggende industrieën zich permanent verlustigen aan vergezichten van weer nieuwe afzetmarkten voor hun producten en die voor elke denkbare achteruitgang elders compensatie zoeken. In verdrag A verliezen de boeren, dus die moeten we tegemoetkomen in verdrag B; hier winnen de autofabrikanten, dus daar mogen ze best een beetje meer lijden ten gunste van de boeren.

Maar nergens, werkelijk nergens in al die vrijhandelsverdragen en -onderhandelingen komt de gedachte aan bod dat het hoog tijd is om minder goederen en grondstoffen over de aarde heen en weer te slepen. Laat staan dat minder, maar wel duurzamer en zorgvuldiger produceren op de agenda staat.

Vrijhandel gaat steeds meer lijken op een vrijbrief om te blijven vervuilen.

 
Afbeelding: FuzzyDunlop / Pixabay

Vliegbewegingen

Kaartje Kwaliteitsatlas‘Wij kunnen allang volop vliegen, en ik snap best dat mensen in China dat ook willen nu de welvaart er toeneemt. Datzelfde geldt voor Afrikaanse landen. De luchtvaart mag gerust groeien, wat mij betreft,’ zei D.

‘Zelfs wanneer we de klimaatdoelen netjes halen, waar we nu niet bepaald op afkoersen, doet die vliegerij alle inspanningen om de temperatuurstijging te beteugelen, alsnog teniet,’ zei ik. ‘Lucht- en scheepvaart vallen buiten alle verdragen, en ze groeien ongebreideld door. Vind je het dan nog een goed idee?’

‘Eigenlijk vind ik het wel een recht, een mensenrecht, om te reizen en de wereld te kunnen zien,’ zei D.

‘Ik wil niemand het recht op reizen ontzeggen,’ zei L, ‘maar vliegen is nu bizar goedkoop. Dat je voor 50 euro heen en weer naar Barcelona kunt vliegen is toch bezopen? Met de trein heb je dan net twee enkeltjes Maastricht. We subsidiëren nu met ons allen de vliegtuigmaatschappijen. Er zit geen btw op vliegtickets, geen accijns op kerosine. Wil je vliegen? Prima, maar betaal dan een fatsoenlijke prijs.’

D trok een wenkbrauw op. ‘Hoeveel had jij ook alweer betaald voor je vakantie naar Seoul vorige maand?’ vroeg hij L grijzend.

‘Ik wil nog één keer vliegen,’ zei ik. ‘Voor een duikvakantie. Maar verder wil ik het niet meer.’

Ze keken me verbaasd aan. Was dat niet erg radicaal, nog maar één keer vliegen in mijn hele leven? ‘Valt wel mee,’ zei ik verzoenend, ‘ik ben immers van de generatie voor wie vliegen nog een uitzondering was, en ik beschouw het als iets heel duurs. Ik ben een soort Chinees, in dat opzicht.’

Het stomme is: vliegen is eigenlijk nog steeds schandalig duur. Alleen stellen we de betaling van de werkelijke kosten ervan uit en trekken we met elke vlucht liever een wissel op onze toekomst, en op die van onze kinderen. Onze schier ontembare vlieglust wordt gevoed met spotgoedkope tickets, en de luchtvaart groeit maar door. Misschien kun je tegenwoordig juist maar beter niet vliegen, opdat je kinderen later nog iets van de wereld kunnen zien. Of een draaglijk leven hebben.

‘Laatst zag ik een kaart van Amsterdam met daarop alle vluchtpatronen,’ zei L. ‘We zijn omsloten door vliegverkeer. Amsterdam kan niet meer uitbreiden vanwege Schiphol: elke wijk die we nog aan de stad zouden kunnen bouwen, wordt verhinderd omdat-ie een overmaat aan geluidshinder zou hebben.’

‘Je kunt er toch niets tegen doen,’ zei D. ‘Als Europa de luchtvaart beperkt, en de rest van de wereld niet, helpt het toch niet.’

‘Dat helpt wél,’ zei ik. ‘Als alle vluchten vanuit Europa fors duurder worden, heb jij niks meer aan de bodemprijzen van RyanAir: om daar dan nog gebruik van te kunnen maken, moet je eerst maar zien dat je Europa uit komt.’

We zwegen. Boven de skyline van Amsterdam zagen we een vliegtuig tot grote hoogte klimmen. Piew-piew, deed ik met mijn vinger, en schoot het kreng de lucht uit.

 
Kaartje: Schiphol vs. het Groene Hart van Nederland, Kwaliteitatlas.

Het onderste uit de kan

Campagne Branderism, UK 2018Opnieuw was het raak. Trouw wist dit weekend te melden dat Shell al tien jaar lang – ja keurig met toestemming van de Belastingdienst hoor, alles picobello geregeld – de dividendbelasting ontwijkt. In totaal heeft de deal Nederland 7 miljard gekost.

Kassa voor Shell.

Waarom dan nog dat recente gehannes met de verlaging van de dividendbelasting ter waarde van 1,4 miljard per jaar, denk je dan, als argeloos burger? Welnu: waarschijnlijk omdat de EU, in het kader van de maatregelen tegen belastingparadijzen, deze absurde afspraak tussen Shell en ons aller fiscus wil verbieden. Dan moet je als grootverdiener toch íets doen om je schaapjes op het droge en je aandeelhouders tevreden te houden?

Intussen onderhandelt de overheid met Shell en Exxon over een schadeloosstelling. Beide bedrijven voelen zich immers ernstig gedupeerd omdat ze de Groningse gasvelden niet verder mogen leegzuigen, terwijl er – volgens hen – nog voor een slordige 50 tot 125 miljard euro in de bodem zit. Dus nu onderhandelen ze met minister Wiebes over een genoegdoening.

Mochten beide multinationals niet tevreden zijn met Wiebes’ voorstellen, dan kunnen ze hun beklag doen bij een ISDS-tribunaal. Via het Energy Charter Treaty – dat nota bene op voorspraak van Nederland is ontworpen – mogen bedrijven een zaak aanspannen wanneer gewijzigd overheidsbeleid hun winstverwachting nadelig beïnvloedt. Die tribunalen vonnissen overwegend in het voordeel van multinationals, ook al is daar betwist overheidsbeleid democratisch tot stand gekomen, en hun uitspraken zijn bindend: er is geen beroep mogelijk. Alleen al het dreigen met een ISDS-claim zorgt vaak dat overheden inbinden: ze verhogen ‘uit vrije wil’ hun aanbod voor een schadevergoeding, of zwakken hun beleid af.

Let wel: ISDS verleent bedrijven het recht om compensatie te eisen wanneer veranderend overheidsbeleid ervoor zorgt ze minder winst maakten dan ze berekend hadden.

Ineens zag ik de zaken die Milieudefensie tegen Shell en de Nederlandse overheid heeft aangespannen, in een ander perspectief. Milieudefensie probeert feitelijk een civiele variant op het ISDS af te dwingen, en een juridisch vehikel te vinden om het collectieve belang van burgers – luchtkwaliteit, gezondheid, klimaatbeleid, leefomgeving – te verdedigen. Als multinationals kunnen eisen dat overheden hun winstverwachting compenseren, maar burgers elk recht ontberen om zichzelf collectief te weren tegen de claims van multinationals, is elke balans kwijt.

Shell wil het onderste uit de kan: winst op al haar producten, geen belastingen betalen, compensatie krijgen bij gewijzigd beleid, verantwoordelijkheid ontwijken voor de ravage die het heeft aangericht, en dan nog een bonus on top of it all.

Die 7 miljard moet Shell maar terugbetalen. Dat is een mooi begin voor de enorme investering die nodig is om Groningse huizen aardbevingsbestendig te maken.

 
Beeld: Branderism, deel van affiche tegen Shell, Engeland

Flair voor knopen

Gordiaanse knoopWat een verademing om Eric Wiebes in het gaswinningsdossier te zien opereren. Geen pappen en nathouden meer, geen enerzijds-ja-nee-maar-ho-wacht-ook-anderzijds, geen mitsen en maren van technocratische of beleidsmatige aard, en we laten de brokkenmakers eindelijk de schade niet langer zelf beoordelen of afhandelen.

Minister Wiebes was kraakhelder, afgelopen week: we bouwen de gaswinning in Groningen af, in 2030 moet de gaskraan daar definitief dicht zijn, en ja, dat gaat pijn doen – maar we doen het toch, want het is hard nodig. Waarna hij op een flipover rekensommetjes ging maken ten behoeve van het voltallige Nederlandse publiek, en daarbij bondig tekst en uitleg gaf.

Zelden iemand zo snel en met zoveel flair lastige knopen zien doorhakken.

Ja, de realiteit zal ongetwijfeld een stuk weerbarstiger zijn dan de minister het vorige week deed voorkomen: aan haken en ogen is geen gebrek, in dit dossier. Maar Wiebes’ besluit schept precies die helderheid die al zo lang verbeid is. Het schipperen is voorbij.

Ik wist subiet nog wel wat fossiele dossiers waar Wiebes van mij zijn tanden in mag zetten, nu hij zich zo’n rappe doorbijter heeft betoond: van de gasboringen bij Schiermonnikoog tot aan de uitbreiding van vliegveld Lelystad en de vliegtuigtaks.

Want de wereldwijde uitstoot van CO2 blijft maar stijgen, en als we daar niet verduveld snel iets aan doen, zadelen we onszelf en elkaar – om maar niet te spreken van ons nageslacht – op met een wereld waarmee vergeleken de aardbevingen in Groningse en de gescheurde woningen aldaar een eitje zullen blijken te zijn. En als we niet als de wiedeweerga iets aan die excessieve vliegerij van ons doen, is elke milieumaatregel die we verder nemen hooguit een druppel op een gloeiende plaat: dan halen we de afspraken van het Klimaatakkoord in Parijs sowieso niet meer.

Misschien was het, ondanks de aanvankelijke scepsis, een gouden greep om klimaat en financiën ditmaal in één ministerie onder te brengen. Want hoewel de energietransitie een uiterst kostbare operatie is, is zal schipperen ons op de lange termijn voor aanzienlijk grotere kostenposten stellen. Een slimme minister van Financiën snapt dat.

Derek Bok, voormalig voorzitter van de universiteit van Harvard merkte ooit snedig op: ‘If you think education is expensive, try ignorance.’ Precies zo is het gesteld met klimaatverandering. De opwarming van de aarde voorkomen en inperken is een peperdure affaire, maar nu ingrijpen is uiteindelijk goedkoper – en vele malen verstandiger – dan de zaak verder op zijn beloop laten.

We moeten investeren om te kunnen overleven, fossiele brandstoffen achter ons laten, overschakelen op zon en wind, en vooral: vliegen peperduur maken.

Aan één Wiebes hebben we niet genoeg. Maar hij is wel een fijn begin.

 
Afbeelding: Flickr / © Ashwin Mudigonda

Naar Mars, of in de diepvries!

in de diepvriesJaren geleden opperde een Amerikaanse kennis bloedserieus dat het heus verstandig was als ik mezelf tijdig zou laten invriezen. Ik had immers MS, en je wist maar nooit hoe die ziekte zich bij mij zou ontwikkelen. Zonde als ik nog meer invalide zou raken, toch? Over honderd jaar was er vast een geneesmiddel voorhanden; als ik tegen die tijd werd ontdooid, kon ik wellicht van mijn ziekte worden bevrijd.

Hoe ik hem na die opmerking heb aangekeken, weet ik niet precies meer, maar het moet een blik vol afgrijzen zijn geweest.

Hoe kóm je op het idee: werkelijk iedereen van wie je houdt op de gok achter je laten, en helemaal in je up – bovendien in een maatschappij die je niet kent, en waarin al je vaardigheden, verworvenheden en kennis volslagen irrelevant zijn geworden – wakker worden en dan solitair denken dat je herboren bent? Leven doe je met anderen, en zonder inbedding in het weefsel van de maatschappij, je geliefden en je interesses om je heen resteert alleen een bar naakt bestaan.

Datzelfde afgrijzen bekruipt me telkens wanneer Elon Musk en consorten hun plannen ventileren voor kolonies op Mars. De aarde verwarmt, het klimaat verhit, het leven hier wordt onleefbaar als we niets doen – komaan, laten we dan maar verhuizen, en ons met een zeer select groepje op Mars vestigen. Beginnen we daar gewoon overnieuw.

De plannen van Musk hebben nog het relatieve voordeel dat hij voorziet in hele families die met je meeverhuizen. Je hoeft van hem niet iedereen achter te laten. Aan de andere kant: je moet wel superrijk zijn, Musk begroot zijn emigratieplannen geloof ik op een miljoen dollar per persoon. Knappe vrienden- en familiegroep die zo’n bedrag kan opbrengen. Plus dat ik me persoonlijk ernstig afvraag of ik me thuis zou voelen in een groep die zo met geld smijt, en die onze vertrouwde wereld zo makkelijk verzaakt.

Temeer daar het grosso modo precies dezelfde groep is die de wereld nu al decennia in de steek laat: die haar van haar maatschappelijke inkomsten berooft, die haar plundert, en die alleen aan haar eigen overleving denkt. De groep die redeneert: als het hier mis gaat, dan maar de lucht in. Mars, here we come! En laat de rest op aarde maar stikken.

Ik snap dat Musk gefascineerd is door technologische vooruitgang. Voor wat hij voor elektrische auto’s en zelfsturend verkeer doet, zal ik hem altijd dankbaar zijn. Maar zijn idee dat we onze troep achter ons kunnen laten en elders overnieuw kunnen beginnen, als een tabula rasa, acht ik ronduit perfide.

Temeer daar Musk zijn inventiviteit en zijn Marsmiljoenen evengoed – en nuttiger, voor de rest van ons – kan investeren in maatregelen om de opwarming van de aarde te vertragen, en zo tijd kan winnen. Er zijn slimme plannen om het smelten van de ijskappen tegen te gaan met grote ruimteschermen die zonnewarmte tegenhouden. Waarom investeert Musk daar nou niet in?

Debat of inzicht?

standbeeld in parkDe publieke debatten vliegen je tegenwoordig om de oren, en eigenlijk ben ik ze beu. Gisteravond zat ik bij een mediacafé over journalistiek en klimaatverandering. De vragen waren oprecht en belangrijk: hoe kun je het beste verslag doen over zo’n alomvattend onderwerp, hoe voorkom je dat je je lezers plat slaat, hoe verschaf je perspectief en inzicht, hoe haak je met zo’n breed onderwerp aan bij het alledaagse nieuws, en wat zijn de valkuilen van je aanpak?

Om het debat te stimuleren, was ook Marianne Zwagerman uitgenodigd: iemand die graag heilige huisjes omver trapt. Het effect van haar bijdrage op het debat was tamelijk desastreus: veel uithalen en gesneer, veel roepen dat zowat ieder ander dan zijzelf het volkomen fout deed. Niemand schoot er veel mee op, behalve mogelijk Zwagerman zelf, die zich al doende weer fijn als ‘mediastrateeg’ op de kaart kon zetten.

“Was het maar een masterclass geweest,” verzuchtte een collega na afloop. “Want nu moest iedereen eerst weer eindeloos tegen elkaar in het geweer treden…” Ze sloeg de spijker vierkant op de kop.

Van een debat –van een mediacafé al helemaal – hoop je dat het de toehoorders inzicht verschaft in achterliggende processen, dat het keuzes blootlegt die gewoonlijk buiten zicht blijven. Hoe besluit een redactie, of de individuele journalist, wat de beste aanpak is voor een onderwerp? Welke overwegingen liggen aan die keuzes ten grondslag? Over welke methodes beschik je als journalist wanneer je een zo immens breed onderwerp wilt aanvatten? Hoe kom je erachter wat werkt, en wat niet?

Een dergelijke inzet – ik zou dat graag als ‘constructief debat’ willen betitelen – vergt een heel ander format. Niet een waarbij je, heel klassiek, voor- en tegenstanders voor de zoveelste keer tegenover elkaar zet, maar een waarbij je van alle deelnemers hardop en vrijuit nadenken verlangt, en ook: de benodigde ruimte daarvoor schept.

Hoe kom je tot keuzes, waarop baseer je die, waar ging je de fout in, wat zou je bij nader inzien anders doen, waarop stuit je dan, en hoe kan het beter?

Philippe Remarque, hoofdredacteur van de Volkskrant, meldde een paar maanden geleden dat zij, na veel kritiek en verzoeken van lezers, hadden besloten klimaatberichtgeving anders aan te pakken. Voortaan zou klimaatverandering overal in doordesemen, en zouden ze geregeld ruimte vrijmaken voor langere, zij het niet per se actueel nieuws over dat onderwerp. Want juist de drang om telkens weer nieuws te brengen, verhinderde dat ze adequaat bericht gaven over de langetermijneffecten van klimaatverandering.

Dáár had ik nou graag meer over gehoord, bij dat mediacafé.

En ineens wist ik: een debat, waarin mensen hun opinies voor de zoveelste keer expliciteren, verhardt die standpunten hooguit. Ik wil helemaal geen strakker stellingnames. Ik snak naar meer inzicht – naar meer nadenken, liefst publiekelijk.

Luchtledig

RIVM: toename lichaamsgewicht tot 2040Elke vier jaar presenteert het RIVM de Volksgezondheid Toekomstverkenning: een trendanalyse, die in het verleden geregeld heeft gezorgd voor nieuw beleid. Zo was de VTV van 1993 een van de eerste beleidsstukken waarin werd gewaarschuwd voor de impact die chronische ziektes in de toekomst op de zorg zouden hebben. Niet dat we in de toekomst plotseling vaker ziek zouden worden, maar fatale ziektes zouden beter kunnen worden ‘gemanaged’. Je ging dan simpelweg minder snel dood aan aderverkalking, hartproblemen, kanker of suikerziekte. Die vreugdevolle constatering vergde een drastische herbezinning op het gevoerde beleid.

Afgelopen week publiceerde het RIVM een nieuwe toekomstverkenning: ze keken opnieuw een kwart eeuw vooruit. Hoe staat het er in 2040 voor met onze geestelijke en lichamelijke gezondheid, bij ongewijzigd beleid?

We leven tegen die tijd stukken langer, roken minder, voelen ons aanzienlijk eenzamer, hebben vaker serieus overgewicht, en het aantal mensen met dementie en psychiatrische stoornissen stijgt extreem. Ik bestudeerde de staatjes met grote belangstelling.

Gaandeweg viel me iets op. Trends uit het verleden werden in het rapport lineair naar de toekomst doorgetrokken: zoveel minder rokers in de afgelopen jaren zouden tot evenveel minder rokers in de toekomst leiden, zoveel meer mensen met overgewicht in de afgelopen kwart eeuw werden vertaald naar evenveel extra mensen met overgewicht in de komende 25 jaar, zoveel meer mensen met dementie in de afgelopen 25 jaar zou in de toekomst betekenen dat… Enfin, u snapt het punt.

Maar zo werkt het niet. Iedereen die vertrouwd is met interventies, weet dat de eerste kleine ingrepen veel succes hebben, zodat de doelgroep flink slinkt; maar naarmate beleid meer succes boekt, wordt het moeilijker om de laatste doelwitten alsnog mee te krijgen. Met de verhoging van de tabaksprijs verklein je gerust de aanwas van nieuwe rokers, maar uiteindelijk zit je met de verstokte rokers: om hen om te krijgen, is pertinent ander beleid nodig. En die rationale geldt op meer vlakken: er zijn grenzen aan wat beleid vermag. Toch trekt het RIVM de lijntjes kalmpjes door: volgens hen zal ook bij ongewijzigd beleid – zoals het blijven boycotten van de e-sigaret – de groep verstokte rokers even hard blijven dalen als in de afgelopen 25 jaar het geval was.

Er zijn andere tegenwerpingen. Dat inkomen en gezondheid op complexe wijze verbonden zijn, weet iedereen: hoe armer, hoe ongezonder. Maar het RIVM verdisconteert de groeiende armoede in Nederland niet in haar projecties: bij hen blijven de inkomensverschillen ook in de toekomst stabiel.

Evenmin kijkt het RIVM naar onze context. Klimaatverandering speelt geen enkele tol in hun projecties: de geschatte effecten van luchtvervuiling, extremer weer, droogte, grotere hitte – ze ontbreken ten ene male, al bepalen weinig andere invloeden onze gezondheid zo als onze omgeving doet.

Alleen het tempo is ongeëvenaard

Eerst moesten de feiten het ontgelden. Trump beweerde dat de opkomst bij zijn inhuldiging de grootste ooit was, ondanks foto’s die het tegendeel bewezen. Daarna zei hij dat er sprake was geweest van grootschalige stemfraude, en dat al die ‘valse’ stemmen naar Clinton waren gegaan – al hadden zijn advocaten eerder geen bewijs van dergelijke fraude gevonden. Toch hield Trump hartstochtelijk vol dat hij, goed beschouwd, wel degelijk ‘the popular vote’ had gewonnen. Zijn woordvoerder noemde dat een ‘alternatief feit’.

Daarna was de beurt aan de wetenschap. De klimaatwebsite van het Witte Huis werd allerijl verwijderd, en voortaan moeten alle studies en onderzoeksgegevens van de EPA, de milieutak van de overheid, eerst door Trumps mensen worden goedgekeurd voordat ze mogen worden gepubliceerd. Naast alternatieve feiten krijgen we ook alternatieve wetenschap – wetenschap is alleen ‘waar’ wanneer die in Trumps straatje past. Ook andere overheidsinstellingen kregen te horen dat ze voortaan niets naar buiten mogen brengen zonder presidentiële goedkeuring vooraf. Censuur, noemen we zoiets in de gewone wereld.

Trumps kabinet zette onderwijl de aanval op de pers voort. ‘Journalisten behoren tot de meest leugenachtige mensen ter wereld,’ herhaalde Trump afgelopen week nog maar eens. Zijn perschef meldde dat de pers bezig was Trump onderuit te halen. ‘en dat laten we niet over onze kant gaan’. Daags daarna betitelde Steve Bannon – hij runde eerder Breitbart News, de verzamelplaats van neonazi’s en bron van veel nepnieuws, en is nu aangesteld als Trumps belangrijkste strateeg – de media openlijk als ‘de tegenstander’. Feiten checken en navraag doen staat kennelijk gelijk aan vijandig gedrag.

Vervolgens kregen we de MuslimBan: vluchtelingen mogen voorlopig het land niet in, evenmin als mensen uit zeven ‘verdachte’ landen – zelfs niet wanneer ze al jarenlang een werkvergunning voor de VS hebben. Het decreet overviel iedereen, ook de instanties die het moesten uitvoeren. Het hoofd van het Department of Homeland Security hoorde op televisie over de maatregel.

De openbaar aanklagers van zestien staten noemden het decreet onwettig en vier rechtbanken vonnisten dat de maatregel bevroren moest worden. Trump negeerde dat. Een woordvoerder van Trump deed een van de vonnissen af met de opmerking dat de rechter in kwestie was aangesteld door Obama, en dat de uitspraak ‘dus’ partijdig en niet relevant was. De andere vonnissen werden genegeerd omdat een presidentieel decreet volgens het kabinet ‘nooit onwettig’ kan zijn.

De pers belachelijk maken. De media afschilderen als inherent leugenachtig. Verzonnen verhalen als waarheid presenteren. Wetenschappers muilkorven. Rechterlijke uitspraken negeren. Mensen plotseling hun rechten ontnemen.

Het klinkt akelig bekend. Alleen het tempo is ongeëvenaard: nooit geweten dat je een land in tien dagen tijd zo kapot kunt maken.

 
Noot 5 feb: Door een fout is deze column in de loop van zondag 5 feb. per ongeluk gewist. Alle reacties zijn daarmee helaas ook verdwenen…