De afschaffing van de dividendbelasting gaat niet door, besloot het kabinet gisteren na maandenlang geblunder. Premier Rutte voegde daar gisteren meteen aan toe dat de aldus uitgespaarde twee miljard per jaar alsnog naar het bedrijfsleven zouden gaan. Het ‘vestigingsklimaat’ moet namelijk gestimuleerd, en daar hebben volgens hem alle Nederlanders baat bij.
Ik betwijfel het. Van al het geld dat in het bedrijfsleven omgaat, belandt gaandeweg meer bij de bedrijven, hun top en hun aandeelhouders, terwijl er fors minder naar de werknemers gaat. Over die structureel dalende arbeidsinkomenquote – het deel van de door arbeid toegevoegde waarde dat naar werk gaat, in plaats van naar het kapitaal – maakt zelfs het IMF zich tegenwoordig publiekelijk zorgen. Moet dat bedrijfsleven dan echt nog meer geld worden toegeschoven?
Vorige week verdedigde Wimar Bolthuis zijn proefschrift. Hij vergeleek alle doorrekeningen van de verkiezingsprogramma’s van regeringspartijen met die van hun latere regeerakkoorden. Hij deed een opmerkelijke ontdekking: in alle verkiezingsprogramma’s sinds 1986 kwamen de burgers er steevast beter vanaf dan het bedrijfsleven, maar in de uiteindelijke regeerakkoorden was dat precies andersom. De logica: bedrijven stemmen niet en burgers wel. Tijdens de campagne worden huishoudens gepaaid, maar uiteindelijk worden bedrijven stelselmatig te worden ontzien, en krijgen de burgers de lastenverzwaring.
Beide systematieken wil Rutte nu flink versterken. Vanwege het vestigingsklimaat.
Was het kabinet verstandig, dan zou het die jaarlijks terugkerende twee miljard in hun geheel oormerken voor de energietransitie. Ook een klimaatdingetje, maar dan net anders.
Vorige week verscheen een hoogst zorgelijk IPCC-rapport: als we niet snel en radicaal het roer omgooien, zijn we te laat. Dan wordt de klimaatverandering een klimaatcatastrofe: onbeheersbaar, onstuitbaar en levensgevaarlijk. We zitten nu op 1 graad globale opwarming en de weersveranderingen breken record na record – van droogte, van warmte, van stormen en van sterfte.
Besteed die twee miljard alsjeblieft aan omschakeling, besparing, verduurzaming en recycling. We bouwen geen snelwegen meer maar investeren in beter openbaar vervoer, en in het ontwikkelen van andere vormen van gedeeld vervoer. We leggen een enorme taks op vliegen, en bedrijven moeten voortaan evenveel betalen voor energie als burgers al doen. Woningcorporaties krijgen geld om hun huurhuizen te verduurzamen en van het gas af te halen. We stoppen een boel geld in het ontwikkelen van efficiënte opslag van duurzame energie. We stoppen met intensieve veeteelt. We houden op met gif en monoculturen in de landbouw.
Web moeten koersen op een klimaat dat alle burgers ten goede komt. Want nog even, meneer Rutte, en er is geen land meer over waar iemand zich nog kan of wil vestigen – burgers niet, en bedrijven niet.
Beeld: Pixabay
Precies een jaar geleden kreeg de hashtag #MeToo vleugels: vrouwen en mannen deelden massaal hun ervaringen met seksueel geweld en seksuele intimidatie. Voor de publiciteit hielp het nogal dat vrouwen van naam meldden dat zij uiterst nare ervaringen hadden beleefd met opdringerige, of zelfs gewelddadige mannen. De hashtag werd zo veelvuldig gedeeld dat er geen ontkomen aan leek: seksueel geweld was kennelijk aanzienlijk wijder verbreid dan we wel wilden weten.
Zei secretaris-generaal Joke Brandt van het ministerie van Buitenlandse Zaken vorige week in het blad
‘Het was een jeugdzonde,’ zeggen ze. Bij jeugdzondes denk ik toch eerder aan een bal door een ruit trappen of iets uit de winkel jatten, en niet aan het overweldigen van een leeftijdgenootje – iets waarmee je iemands jeugd en leven voor jaren kunt traumatiseren.
Woodwards nieuwe boek Fear, over de gang van zaken in het Witte Huis onder Donald Trump, leest vlotjes weg. Maar na afloop had ik bitter weinig geleerd, realiseerde ik me. Ja, Woodward puzzelt keurig bij elkaar hoe allerlei beslissingen tot stand zijn gekomen; hij geeft een naargeestig beeld van Trumps onkunde en ongeduld, zijn gelieg en gedraai; van het gemak waarmee Trump mensen schoffeert en bedriegt, of waarmee hij processen en procedures ondermijnt; van zijn ijdelheid, zijn narcisme en zijn amoraliteit. Je wordt er niet vrolijk van.
Bij Zomergasten vond ik psychotherapeut Esther Perel net wat te gladjes: alsof ze alle antwoorden allang klaar had liggen, ze hoefde alleen maar even in het juiste laatje te rommelen om ze tevoorschijn te toveren, leek het.
Nadat bericht werd dat actrice Asia Argento, een van de eersten die filmproducer Harvey Weinstein vorig jaar van seksueel misbruik betichtte,
‘Je bent ook zo mooi, het is onmogelijk je te weerstaan,’ roept de boze minnaar uit, nadat een van zijn zakenpartners zijn scharrel heeft verkracht. Het is het klassieke excuus van elke verkrachter: ik kon er niks aan doen, het is haar schuld, zij bracht me buiten zinnen – en die dooddoener wordt hier klakkeloos overgenomen door een tweede man, die eigenlijk zijn kompaan een ongenadige klap voor zijn bek had moeten verkopen, omdat die zijn macht vies heeft misbruikt.
Zo kan het dus ook – nee, beter zelfs. De Duitse omroep ZDF zendt ’s zomers een serie interviews met politieke leiders uit, en toen
Voor het eerst vertelde iemand op de Nederlandse tv zo uitgebreid over de commons: mensen die naar vermogen samenwerken, samen iets beheren, het vruchtgebruik van hun arbeid en kennis met anderen delen, en niet uit zijn op winst of expansie. Denk aan de oude meent, of iets moderner: de coöperatie.