Per dag voeren buitenlandse jagers de karkassen van gemiddeld twee neergeschoten leeuwen Afrika uit. Illegaal worden er veel meer neergehaald. In heel Afrika zijn er naar schatting nog slechts 32.000 leeuwen over; internationaal wordt overwogen ze op de lijst van bedreigde diersoorten te zetten. De totale omvang van de natuurparken – de veilige, maar snel krimpende leefwereld van de leeuwen – wordt verre overtroffen door die van de jachtgebieden: illegale jacht is aanzienlijk lucratiever dan het onderhouden en beheren van natuurparken.
Daarnaast worden er in Afrika jaarlijks zo’n 36.000 olifanten afgeschoten, hoofdzakelijk vanwege hun ivoren slagtanden. En alleen al in Zuid-Afrika werden afgelopen jaar 1215 neushoorns omgelegd, zuiver om hun hoorn te bemachtigen.
De VN noemt het een stroperijcrisis en heeft vorige week een resolutie over deze wildlife crime aangenomen. (Zou het wellicht helpen wanneer vliegtuigmaatschappijen en rederijen voortaan weigeren om dood groot wild te vervoeren?)
Anders dan jagers zelf graag beweren, gaat het geld van de legale jacht niet naar natuurbescherming. De VN berekende recent dat slechts drie procent van de opbrengsten van de gereguleerde jacht op groot wild ten goede komt aan de lokale gemeenschap en aan natuurbeheer. Daar redden de resterende olifanten, neushoorns en leeuwen het echt niet mee.
Het is een al met al een zieke, verrotte bedrijfstak.
Waarom zijn we jacht op groot wild in hemelsnaam een sport gaan noemen? Wanneer je je als Crocodile Dundee met blote handen op een krokodil stort, is er nog sprake van gelijkwaardigheid, ja van een fysieke uitdaging. Maar scherpschieten kun je beter doen op kleivogels, op conservenblikjes of op slecht getekende menselijke silhouetten. Zodra je met een geweer, drijvers en een gewapende troep helpers in je kielzog die optreden in geval van nood een leeuw op de korrel neemt, is er werkelijk geen enkel sportief element in de affaire te bekennen. Het is pure overmacht. Die leeuw heeft geen kans, en jij loopt amper risico.
Juist daarom was de triomfantelijke pose – met blote bast staand naast zijn vers neergeschoten leeuw – van de Amerikaanse tandarts Walter Palmer zo godvergeten hypocriet. De gemiddelde leeuwendompteur loopt dagelijks meer risico dan deze would-be vent zijn hele leven heeft aangedurfd. En ondertussen maar Poetinesk pochen: ik doe aan sport, ik ben een echte vent, ik domineer de wereld: ik kan met gemak een leeuw aan, kijk maar!
Het is ouderwets machismo. Neem er een van je eigen soort, denk ik dan. Doe eens een fijn kooigevecht: vecht met blote handen tegen iemand van je eigen formaat. Of neem het in de wildernis op tegen iemand die even zwaar bewapend is als jijzelf. Dan ben je wellicht nog steeds een nitwit, maar tenminste een nitwit met ballen. Nu ben je slechts een lafbek die zichzelf oppompt met achterhaalde symboliek, en laffe moorden.
In reactie op de veranderende economie en de afkalvende verzorgingsstaat ontstaan er allerlei nieuwe initiatieven. Ze zijn gebaseerd op
De handschoenen gingen uit, de maskers vielen af: dit weekend heeft de EU alle democratische pretenties opgegeven. Griekenland heeft van hogerhand een serie edicten opgelegd gekregen die morgen al door hun eigen parlement dienen te worden goedgekeurd, anders wordt het land zonder pardon uit de EU geschopt.
Het Italiaanse bedrijf Hacking Team verkoopt software aan overheden om de computers en mobieltjes van ‘verdachte elementen’ te kunnen hacken. Hun unique selling point: zo vinden we drugdealers en pedofielen. Door de bron te hacken – de crimineel zelf – kun je al hun verkeer aan de bron onderscheppen, en vermijd je dat criminelen zich achter encryptie kunnen verschuilen.
De KNMG berichtte dat huisartsen vaker te maken krijgen met mensen die, omdat ze dood willen, doelbewust afzien van eten en drinken. Na onderzoek
De reorganisatie van de zorg is nu aardig op gang gekomen. En wat een mooie resultaten hebben we geboekt!

Concurrentie, marktwerking, efficiëntie, schaalvergroting, protocollen, transparantie, prestaties, bedrijfsmatig denken – om zulke termen draait tegenwoordig zowat alles. Studenten hebben daar de buik van vol, net als hun docenten en wetenschappelijk onderzoekers. Het hoger onderwijs is vastgelopen in een bureaucratisch moeras waar kwantificering het allang van kwaliteit heeft gewonnen.
Mijn buurvrouw is psychiater. Ze had kanker, daardoor belandde ze financieel in een ongemakkelijke mix van ziektewet en prepensioen. We spraken elkaar geregeld. Ze had snel door – ze was immers een professional – dat ik in een diep dal was beland, en gaf me een gouden tip.
Een kennis werd afgelopen week oma. Ik feliciteerde haar oprecht, maar dacht er stiekem iets heel anders bij. De vriend die ik kort erna sprak, had dezelfde ambivalentie. ‘Ik ben al blij dat ik geen kinderen heb, laat staan kleinkinderen,’ zei hij. ‘De wereld staat er belazerd voor. Hoe is het over een jaar of twintig? Ik houd mijn hart vast voor de mensen na ons.’