Nu de lockdown is versoepeld, is het tijd om systematisch na te denken over alledaagser voorzorgsmaatregelen. Afstand houden is moeilijker naarmate er meer mensen op de been zijn, en er zijn veel beroepen waarin dat eigenlijk niet kan. Thuis (blijven) werken is een privilege, net als reizen in je eigen, veilig afgesloten vervoer – een auto. Voor veel mensen zijn beide opties onmogelijk, waardoor zij al weken meer risico lopen.
Maar wat dan? Hoogleraar epidemiologie Julia Marcus schreef daarover een verhelderend opinieartikel in The Atlantic. Zij stelt dat onszelf langdurig onthouden van sociaal verkeer en van andermens’ nabijheid ondoenlijk is: we worden er verdrietig van, bang, en overladen onszelf met schuldgevoel als het ons niet lukt. Maar vooral: we moeten leren leven met het virus. Het kan gerust een jaar duren eer een goedwerkend vaccin beschikbaar is. In die omstandigheden, stelt Marcus, is hameren op ‘onthouding’ een slecht idee.
Onthouding gaat uit van een dichotomie: het is alles of niets. Dat is precies wat je mensen nu ziet doen: de lockdown wordt versoepeld, dus menen ze dat eigenlijk alles weer mag. Vandaag op naar het strand, straks fijn een tuinfeestje, morgen naar de kapper, en volgende week opgedoft naar de kroeg.
Marcus wijst erop dat abstinentie hooguit op de korte termijn werkt, maar op de lange duur altijd slechter uitpakt dan een gulden middenweg zoeken. Tienerzwangerschappen komen frequenter voor bij jongeren die nooit seksuele voorlichting kregen of geen toegang hebben tot voorbehoedsmiddelen; jongeren die denken dat je al zwanger raakt van zoenen zijn slechter toegerust om ongewenste zwangerschappen te vermijden dan jongeren die adequaat zijn voorgelicht. Hiv-besmettingen gingen pas naar beneden toen er werd gehamerd op condoomgebruik en sterkere condooms voor homoseksueel verkeer werden ontwikkeld: roepen dat homo’s ‘gewoon’ maar niet meer moesten neuken, bleek een belazerd slechte strategie.
Geen enkel sociaal voorbehoedsmiddel kan ons volledig beschermen, maar we kunnen vast een breder scala bedenken dan onderling afstand houden en frequent handen wassen alleen. Er ontstaan nu al nieuwe gewoontes: denk aan winkels die flessen desinfecterende handgel klaarzetten voor de klandizie. Misschien kunnen we overwegen plastic handschoenen in de supermarkt te dragen. Op het werk kunnen we nadenken over ventilatie: op de tocht zitten verkleint het risico op besmetting. Niet eerder was zo evident dat sick buildings inderdaad ziekmakend zijn. Binnenshuis moeten we vermijden elkaars bestek en serviesgoed aan te raken.
Buitenshuis moeten we, zeker op plaatsen waar het druk kan zijn, mondmaskers gebruiken. Dat we de regels daarvoor nog niet goed kennen, is een bar slechte tegenwerping. Maak de instructies duidelijk. Niemand is geboren met de kennis hoe een condoom te gebruiken – maar ook dat hebben we geleerd, en het gaat ons inmiddels redelijk goed af.
[Beeld: fragment van een foto van Engin Akyurt]
Iedereen hoopt op een coronavaccin. Dat kan er binnen een paar maanden zijn, roept de een optimistisch; de ander waarschuwt – aanzienlijk realistischer – dat zoiets gerust een paar jaar kan duren. Aan financiering en animo zal het in elk geval niet liggen: er zijn wereldwijd circa 70 teams bezig om een vaccin te ontwikkelen, en de miljarden worden ze allerwege toegestopt. Bill Gates steunt
Over de exit-strategie spreken we als was het een terugkeer naar vroeger: dan kunnen we weer naar de kroeg, naar de film of een voetbalwedstrijd, we boeken weer reisjes en citytrips. De horeca zal opbloeien, en iedereen koopt weer kapsels en kleren.
Zowat alles ging mis bij die race om de corona-app, die mensen moest vertellen dat ze in de buurt waren geweest bij iemand die besmet blijkt te zijn. De ene app was lek. De andere gaf je telefoonnummer prijs, en verbrak zo je anonimiteit. De derde was helemaal niet aangeprezen door het deskundigenpanel: die hadden het ding expliciet afgewezen. De vierde waarborgde niet dat uitsluitend besmette mensen alerts konden versturen.
Nog geen twee dagen nadat het idee van overheidswege werd geopperd, betoonde half Nederland zich al voorstander van zo’n ding: een app op je mobiele telefoon die bijhoudt bij welke andere telefoons je in de buurt bent geweest, opdat mensen automatisch aan elkaar kunnen doorgeven dat ze besmet zijn geraakt, en dat jijzelf dan – omdat je in hun buurt was – maar beter in quarantaine kunt gaan. Dit als onderdeel van een exit-strategie: de manier om uit de lockdown te komen.
De druk neemt toe. Het moet af. Nog een paar uurtjes extra doorwerken, dan krijg je het vast voor elkaar. Uitpuffen komt later wel. Toch maar op zondag aan de slag. Weer geen tijd om te ontspannen. Verdorie, zo laat al? Kom zeg, gewoon doorpakken, nog even de schouders eronder. Op het nippertje. Klaar, toch weer gelukt!

In New York, momenteel een brandhaard van het coronavirus, begint vandaag een klinische test met bestaande medicijnen, die samen mogelijk helpen tegen corona. Dat
Daar zijn we mooi klaar mee: een heuse pandemie. Welke strategie je overheid ook kiest: iedereen moet er doorheen, we hebben weinig keus. Individueel en als groep moeten we immuniteit opbouwen, en onderwijl iedereen die ziek en zwak is naar vermogen beschermen. Pas als dik de helft van de bevolking een besmetting heeft doorgemaakt, hebben we de eerste klap achter de rug.
De VPRO had zondag een