Orlando

Wat de slachting in Orlando zo gruwelijk maakte, was niet alleen de schaal ervan – zelfs al was het een van de grootste individuele aanslagen die het westen de afgelopen decennia heeft gezien. Eén enkele schutter: 50 doden en 50 gewonden.

Waar Breivik het op socialistische jongeren had voorzien, de broers Tsarnaev op deelnemers en toeschouwers van de Boston Marathon, en in Parijs satirici, concertbezoekers en terrasgangers werden neergemaaid, was nu voor het eerst een groep het doelwit die al van oudsher en van vele kanten onder vuur ligt: lesbiennes, homoseksuelen, transgenders en biseksuelen.

Ja, het was een terroristische aanslag; ja, de dader riep dat hij dit uit naam van ISIS deed. Maar deze dader richtte zijn haat – meer nog: zijn machinegeweer – anders dan eerdere aanslagplegers heel specifiek op al wie niet netjes heteroseksueel was. Op lesbiennes, homoseksuelen, transgenders en biseksuelen.

Niemand die tot die groep behoort, is in zijn of haar persoonlijk leven gevrijwaard gebleven van angst, pesterijen, lastigvallerij of bedreigingen. Werkelijk iedereen die tot die groep behoort, schudt desgevraagd uit de losse mouw een akelige serie anekdotes van schrijnende discriminatie, gevaarlijke situaties, en confrontaties die nog maar net goed afliepen. Plus dat iedereen die tot die groep behoort, te veel verhalen kent van lotgenoten die op straat om niets in elkaar zijn getimmerd. Of nou ja, om niets – nee, zuiver omdat ze niet heteroseksueel zijn.

Iedereen die tot deze groep behoort, moet zichzelf dag in, dag uit wapenen. Tegen politici die beweren dat ze de jeugd perverteren. Tegen gelovigen die beweren dat ze hun god ontheiligen, en dus geen rechten verdienen. Tegen macho’s die ze wel even een lesje zullen leren. Geen homo, geen lesbo, geen transgender loopt ooit volkomen frank en vrij op straat.

Dat was het allerergste van de aanslag in Orlando: hij versterkte een reële, alledaagse angst door middel van een extreme daad. Er bestaat een continuüm tussen homoseksualiteit niet accepteren en potenrammerij, en dat continuüm werd afgelopen weekend tot zijn uiterste consequenties opgerekt.

Homofobie is niet voorbehouden aan de islam. Drie Amerikaanse presidentskandidaten spraken eerder dit jaar op een manifestatie waar een predikant de doodstraf voor homoseksuelen bepleitte. Amerikaanse christenen hebben jarenlang in tal van Afrikaanse landen gelobbied om er de doodstraf voor homoseksuelen in te voeren. Marco Rubio en Ted Cruz zeggen nu zalvend: ‘Our prayers are with you’, maar hebben zich hun hele politieke carrière ingespannen om van homoseksuelen tweederangsburgers te maken.

Ik weet het. Er zit een verschil tussen iemand zijn of haar rechten ontzeggen, en diezelfde mensen botweg doodschieten. Maar dat verschil is kleiner dan buitenstaanders wel denken, en dat is precies waarom de massamoord in Orlando er zo in hakt – onder mijn soort mensen.

Meerstemmig

Aan The Daily Show is sinds het vertrek van Jon Stewart ogenschijnlijk niet veranderd. Opvolger Trevor Noah hield het vertrouwde format aan: een politiek item, satirische nieuwsreportages, plus een gast. Net als Stewart verbindt Noah alles met korte reflecties of anekdotes. De rode draad is de onderliggende vraag: ‘Vindt u dat nou écht?’ Politici worden geconfronteerd met oud beeldmateriaal waarin ze totaal iets anders beweerden dan nu, extremistische gasten krijgen hun vermeende gelijk uitvergroot terug geserveerd. Het is dertig minuten lang media-onderzoek: hilarisch en leerzaam.

Toch heeft de show een gedaanteverandering ondergaan sinds Jons vertrek. Stewart is een middelbare Joodse man, gepokt en gemazeld in het politieke debat, die zijn identiteit vooral gebruikte om aggenebishe grappen over zijn eigen onvermogen te maken. Noah is een jonge komiek, een Zuidafrikaan van gemengde afkomst, die zijn persoonlijk leven gebruikt om politiek te illustreren. ‘Wij konden door de rassenwetten niet als gezin over straat lopen. Mijn vader liep aan de overkant van de straat met ons op. Soms zwaaide hij naar me, en wanneer mijn moeder politie zag naderen, liet ze snel mijn hand los. Ik was haar hete aardappel, het bewijs van haar strafbaarheid.’

Met Noah is The Daily Show van kleur verschoten. Niet dat Stewart ooit iemand discrimineerde, al zette hij zichzelf graag neer als een goedbedoelende, maar licht ouderwetse man. Maar echte diversiteit zien we pas nu: in elke aflevering trekken mannen en vrouwen van allerlei pluimage aan ons voorbij.

Dat kleurt de onderwerpen, het verandert de verhalen die het programma opdist. Stewart behandelde geregeld de rellen en achtergronden van het racisme bij de Amerikaanse politie, maar pas nu krijgt de omvang van de alledaagse krenkingen die zwarte mensen ondergaan, het volle pond.

Noah trekt de rijkdom van diversiteit het programma in.

En beteuterd kijk ik dan naar de rest van de televisie. Overal mannen. Moslims tref je vooral wanneer er iets gezegd moet worden over de islam of terreur, nooit wanneer het over de belastingdienst of over hackers gaat. Vrouwen zijn schril in de minderheid in actualiteitenprogramma’s, en draven vooral op als het om vrouwenissues gaat of wanneer het bijzonder is dat zij ‘als vrouw’ iets doen.

Zo niet bij Trevor Noah. Al doende leert hij me de waarde van meerstemmigheid, en veroorzaakt hij dat mijn empathie zich uitbreidt. Door de diversiteit die hij tentoonspreidt, maakt hij zijn kijkers menselijker.

De BBC is momenteel bezig met haar jaarlijkse project: 100 women, waarin ze vrouwen over de hele wereld een stem geven. Van een Soedanese vluchtelinge die supermodel werd, tot openlijk lesbische Chinese vrouw; van een Chileense Dwaze Oma tot een Londense vroedvrouw. Als ik het foto-overzicht van het project zie, denk ik: waar zijn al die stemmen toch in de Nederlandse media?

Hakken

[Voor het afscheid van hoofdredacteur Barbara van Beukering vroeg Het Parool alle columnisten een stukje te schrijven dat begon met de zinsnede ‘Barbara en ik’. Bij deze mijn stukje.]

Barbara en ik hebben een gezamenlijke liefde: hoge hakken. En toevallig zijn die dingen voor ons allebei lastig. Voor mij, omdat ik eigenlijk niet heel goed kan lopen; voor haar, omdat vrouwen in hoge posities met dito hakken vaak automatisch minder serieus worden genomen dan vrouwen met meer degelijke stappers; met blokhakken, ofzo. Hooggehakt zijn kwalificaties als ‘kittig’ al snel je deel, en niets ondermijnt je status zo rap als dat.

Is dat niet vreemd? Bij mannen –zeker indien al wat ouder– is het hun status die ze instant sex appeal verleent, ook wanneer zijzelf bepaald onappetijtelijk zijn. Bij vrouwen –zelfs indien al wat ouder– doen hun aantrekkelijkheid en verwijzingen daarnaar juist subiet afbreuk aan hun statuur.

Dus ja, op naaldhakken moet je flink balanceren, en niet alleen vanwege die dingen zelf. Waarom wij dat dan toch doen, Barbara en ik?

Mijn eigen motieven zijn –in elk geval voor mij– duidelijk. Voor ik MS kreeg, liep ik altijd op hakken: ik kon daar zelfs keihard op rennen. Ooit heb ik een man die me al vaker had lastiggevallen en die nu tot mijn schrik ineens buiten mijn huis stond te masturberen, hooggehakt drie bruggen over de Amsterdamse grachten nagerend. Ik had hem bijna te grazen. De vent schrok zich halfdood, en heeft zich nadien godlof nooit meer laten zien.

Multiple sclerose verplichtte me later om de hoogte van mijn schoeisel drastisch te laten zakken. Toen mijn benen zo rond 2003 weer sterker begonnen te worden, nam ook mijn hakhoogte gaandeweg toe en man o man, wat was ik daar trots op! Sindsdien werd het een sport om elk jaar een centimeter hogerop te komen.

Inmiddels heb ik het tot 9 centimeter geschopt. Dat ik op zulk schoeisel niet kan rennen, neem ik tegenwoordig graag voor lief: ook zonder hakken lukt me dat immers al lang niet meer. Dat mensen me soms raar aankijken of verbaasd oorzaak & gevolg verwisselen –‘Heb je die stok om jezelf staande te houden ofzo, met die schoenen van je?’– kan me werkelijk geen ruk schelen. Sterker, ik schep daar extra lol in.

Naar Barbara’s motieven kan ik alleen gissen. Maar aangezien ze die hoge hakken van haar vaak combineert met bijzonder strakke jurken en ferme decolletés, acht ik dat eerlijk gezegd een educated guess.

Barbara zegt: ‘Ik ben sexy and I know it. En denk geen seconde dat ik daarom minder statuur heb. Als jij dat wél denkt en je daarnaar gedraagt, ontsla ik je desnoods op staande voet.’ Barbara laat zich niet kisten door stereotypen: je kunt gerust de baas van een hele krant zijn, en tegelijkertijd verdomde kittig wezen.

Barbara draagt helemaal geen fuck me heels. Ze draagt fuck you heels. Buig voor Barbara: gehakt en wel torent ze boven iedereen uit.

Geste

Via hoerenlopers wil men de vrouwenhandel aanpakken. Daarom schrijven de ChristenUnie, de PvdA en de SP – bien étonnés de se trouver ensemble – momenteel aan een gezamenlijk wetsvoorstel: strafbaarstelling van betaalde seks met iemand die wordt gedwongen tot prostitutie. PvdA-kamerlid Marith Rebel: ‘De klant mag niet wegkijken als hij weet dat de prostituee haar werk niet vrijwillig doet. Door de ogen te sluiten werken klanten mee aan mensenhandel en zijn ze eigenlijk medeplichtig.’ De drie partijen hopen dat deze strafbaarstelling hoerenlopers zal aansporen om aangetroffen misstanden voortaan bij de politie te melden.

Als ik die partijen was, zou ik het omgekeerde voorstellen. Van iemand die je zojuist strafbaar hebt verklaard en op wiens hoofd je een boete hebt gezet, kun je niet veel medewerking verwachten. Zet hoerenlopers liever in als tipgever! Als klant zien zij waarschijnlijk meer misstanden dan de politie ooit onder ogen krijgt. Wanneer je het slim aanpakt, kun je met een paar simpele maatregelen al snel een leger van informanten werven.

Alleen moet je niet met boetes gaan zwaaien. Je moet juist tipgeld beloven. Wie een prostituee treft die uitgebuit lijkt te zijn, wordt dringend verzocht dat te melden bij een kliklijn; mocht zo’n tip ertoe leiden dat er metterdaad mensenhandelaars worden opgepakt, dan krijgt de tipgever een paar honderd euro.

Ik hoor de bezwaren al: ‘Dat zorgt voor teveel uitzoekwerk! Dan moeten we allerlei tips gaan natrekken, waarvan de helft vals blijkt, of niet tot een zaak leidt!’ Ja, wanneer je tips krijgt, moet je inderdaad flink gaan rechercheren.

Maar dat is precies het probleem met de huidige aanpak van vrouwenhandel; er wordt te weinig aan opsporing gedaan. In mei van dit jaar meldde Corinne Meijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, dat geen enkele instantie in Nederland zich buigt over het ontmantelen van de _infrastructuur_ van vrouwenhandel. Niemand die geldstromen onderzoekt, niemand die individuele vrouwenhandelaars en dito pooiers als leden van een criminele organisatie durft aan te klagen, niemand die winsten afroomt, laat staan vordert. Erger: niemand die aan de verhandelde vrouwen – voor zover mogelijk – veiligheid, vrijheid en verblijf garandeert.

Het huidige plan, hoe sympathiek de bedoeling ook moge zijn, komt erop neer dat de eindgebruiker verantwoordelijk wordt gehouden voor de hele keten ervoor. Maar eindgebruikers hebben bitter weinig invloed op alles wat zich boven hun hoofd afspeelt. De hypotheekcrisis is niet te wijten aan huizenkopers die ingingen op een leuk aanbod, de bankcrisis niet door een lening die u of ik aangingen.

Hoerenlopers verantwoordelijk stellen voor vrouwenhandel is laag fruit afschieten. Rommelen in de marge terwijl je de structuur ongemoeid laat, en onderwijl trots roepen: kijk eens hoe dapper wij misstanden bestrijden!

Maar vrouwenhandelaars pak je daar niet mee.

Halsema

Ja, er zat veel Femke in de eerste aflevering van de docuserie Seks en de zonde. Maar waarom zouden we daar in hemelsnaam over vallen? Wanneer Ton van Rooyen als vers gescheiden vader zijn serie over vers gescheiden vaders promoot, sneert niemand over het hoge Ton-van-Rooyen gehalte daarvan. Bij mannen is veel ego inbrengen namelijk normaal. We vallen er hoofdzakelijk over wanneer vrouwen zoiets doen.

De persoonlijke inbreng van Halsema dient daarnaast een doel. Ze breekt het klassieke onderscheid tussen programmanaker en onderwerp, tussen interviewer en bevraagde ermee af. Ze stelt niet alleen vragen, ze vertelt onderwijl ook haar eigen verhaal: ze is niet alleen interviewer, maar ook gesprekspartner.

Ze doet iets anders dan het vermaledijde (en op de keper beschouwd, vaak zo goedkope) ‘jezelf kwetsbaar opstellen’. Ze gooit haar privégeschiedenissen niet ter eigen glorie op de buis. Halsema vertelt haar eigen verhalen om haar gesprekspartners gerust te stellen, om gemeenschappelijke grond te zoeken: ze doet het om een waarlijk gesprek mogelijk te maken. Ze is daardoor niet langer degene die ‘objectieve’ vragen stelt en die het verloop van het gesprek dicteert.

Halsema geeft zich al doende rekenschap van een klassiek feministisch paradigma: het persoonlijke is politiek. Wie alleen maar vraagt, stelt zich per definitie boven zijn onderwerp; wie zelf ook vertelt, kan misschien een echte connectie maken.

Maar wat ik jammer vindt, is dat Halsema zich in haar zoektocht naar wat vrouwen van een andere religie beperkt en daar toch aan bindt, uitsluitend richt op de islam. Daarmee zondert ze, waarschijnlijk onbedoeld, de islam alsnog uit: alsof dat de enige religie is die vrouwen ernstig benadeelt. Alsof gereformeerden, orthodoxe joden en strenge katholieken niet eenzelfde wrange geschiedenis van het fnuiken en kortwieken van vrouwenlevens kennen.

Orthodox joodse vrouwen mogen hun haar niet tonen, ze dienen na hun huwelijk een pruik te dragen. In onze eigen bible belt worden vrouwen geacht drie passen achter hun man te lopen, mogen meisjes geen broeken dragen en zijn de mannenbroeders nog steeds zeer verbolgen dat vrouwen tegenwoordig stemrecht hebben. Ook in christelijk Afrika wordt de clitoris van meisjes weggesneden.

Waarom dan op de islam focussen? De facto is de islam niet veel erger dan andere religies. Het is in Nederland wellicht iets makkelijker als jood, katholiek of protestant van je geloof af te stappen dan dat voor een islamiet is. Maar dat is vooral omdat die religies hier een geschiedenis in afvalligheid hebben opgebouwd, en daar met veel moeite, geruzie en godsdienstoorlogen uiteindelijk veilige vormen voor hebben gevonden.

Juist de vigerende vijandigheid in Nederland jegens de islam maakt het voor wie erbinnen is opgevoed moeilijker om er afstand van te nemen, zelfs voor hen die daarnaar smachten. Hoe zwartwitter buitenstaanders de keus voorstellen, hoe moeilijker zij die voor debetrokkenen maken. Hoe meer makkelijker buitenstaanders de vrouwen die vragen stellen over hun positie binnen hun  religie als pro- of anti-islam categoriseren, hoe minder bewegingsruimte je deze vrouwen daarmee laat.

Bot gezegd: wie erop aandringt dat zulke vrouwen partij kiezen, verkleint hun ruimte om zelf in rust en vrijheid hun opties te overdenken. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Geen bezwaar

Morgen dient in Breda een zaak die kolonel Richard van Harskamp tegen de overheid heeft aangespannen. Defensie trok de verklaring van geen bezwaar van de oud-commandant vorig jaar in, waardoor Van Harskamp nu zijn baan dreigt te verliezen: alleen met zo’n VGB – zeg maar: een bewijs van goed gedrag – kun je in het leger aan de slag.

De achtergrond? Van Harskamp heeft zijn vriendin liefst vier maal mishandeld, wat hem in 2010 op een veroordeling kwam te staan. De kolonel beloofde daarna zowel zijn vriendin als de legerleiding beterschap, naar werd in 2011 niettemin ten tweede male voor een geweldsmisdrijf veroordeeld. Deze keer had hij een baksteen naar het hoofd van de ex van zijn vriendin gegooid. Daarna was de maat vol voor defensie, en volgde intrekking van de verklaring van geen bezwaar.

Terecht, zou je denken. Je wilt geen heethoofd in de legerleiding, al helemaal niet als aanvoerder van de manschappen in Irak en Afghanistan – wat Van Harskamps positie was. Op zo’n plek wil je uitsluitend mensen zien die zichzelf goed kunnen beheersen, en die secuur doorhebben wanneer geweld gerechtvaardigd is. Niet iemand die met bakstenen gaat gooien wanneer iets hem niet zint, laat staan iemand die tot vier maal toe zijn vriendin heeft mishandelt.

De verdediging van Van Harskamp draait om de stelling dat de legerleiding onderschat wat een militair in het buitenland allemaal moet doorstaan, en te weinig begrip heeft dat zulks na thuiskomst makkelijk tot relationele spanningen kan leiden. De beroepsvereniging onderschrijft dat standpunt van harte. ‘Er wordt op deze manier geen recht gedaan. Er wordt niet gekeken naar de privésituatie van de man,’ aldus Ruud Vermeulen, voorzitter van de Nederlandse Officieren Bond.

Dat klinkt akelig veel naar goedpraterij van huiselijk geweld: een commandant heeft zulk zwaar en verantwoordelijk werk, en tsja, dan schiet thuis je hand natuurlijk wel eens uit, he, als zo’n vrouwtje weer eens zit te zeuren. Had die vriendin maar aardiger voor hem moeten zijn, en haar kop moeten houden toen hij dat zei – partners moeten begrip tonen, voor man, volk en vaderland!

Dat de nazorg voor uitgezonden militairen bij hun terugkeer regelmatig tekort schiet, is bekend. Maar dat is geen argument om te vergoelijken dat gestreste soldaten hun partners in elkaar slaan. Mij dunkt dat de veroordeling van de kolonel wel degelijk recht deed, te weten recht aan zijn slachtoffers, en dat Defensie coulant genoeg is geweest door Van Harskamp pas na zijn tweede veroordeling de verklaring van geen bezwaar te ontnemen.

De Nederlandse Officieren Bond houdt voet bij stuk en vindt dat de oudcommandant in ere moet worden hersteld. Tientallen officieren zullen daarom morgen in uniform bij het proces verschijnen, en zo hun solidariteit met hun maat uitspreken.

Iets zegt me dat er in Breda geen vrouwelijke officieren zullen demonstreren.

Alziend oog

Google Glass – de internetbril die alles wat jij ziet kan identificeren, filmen, duiden en van context kan voorzien – zal vast allerlei nuttige toepassing krijgen. Een Amerikaanse brandweerman heeft bijvoorbeeld een app ontwikkeld die een plattegrond van het gebouw waar hij en zijn collega’s moeten blussen, en mogelijk mensen uit moeten halen, in hun zichtveld projecteert. Dat maakt hun werk efficiënter en veel veiliger.[Noot, 18 april: de Amsterdamse brandweer is inmiddels ook begonnen aan een experiment met Google Glass.]

Evenzo zie ik goede mogelijkheden voor politiewerk. Met een Googlebril kan een agent alles filmen wat hij of zij ziet en doet, wat een boel geouwehoer kan schelen. Reed iemand echt door rood, was er heus spraken van onnodig geweld, zei de verdachte inderdaad zus en deed die agent toen echt zo?

Zulke beelden bewaren is in het belang van zowel politie als burgers, mits ze als automatische feed worden aangeleverd en buiten het bereik van de politie worden opgeslagen. Dit laatste uiteraard om neutraliteit van de beelden zelf te kunnen garanderen, te voorkomen dat cruciale beelden na afloop worden gemanipuleerd, of ‘toevallig’ kwijtraken.

Met zo’n applicatie kan de politie voortaan beter onterechte aantijgingen van burgers of verdachten ontkrachten. Burgers kunnen erdoor zekerheid krijgen dat de politie haar taak inderdaad naar behoren verricht. En was dat niet het geval, dan is er gelukkig materiaal om zulke serieuze verwijten te onderbouwen.

De te verwachten inzet van Googlebrillen in het publieke domein vraagt om een fikse politieke discussie: wat willen we wel, wat liever niet? Wie mag wie filmen, en vooral: wie mag wie identificeren en controleren? Wie heeft vervolgens toegang tot al die gegevens, waarvoor mogen ze worden ingezet?

Maar liever hebben we het over de 3D-spelletjes die je op straat kunt spelen met een Googlebril op. Kijk ’s wat leuk: voortaan kun je overal virtueel kleiduiven schieten!
Met nog meer animo speculeren we natuurlijk over de combinatie van de Googlebril en seks. De eerste app die gelieven de optie biedt elkaar tijdens hun bedrijvigheden te filmen, opdat ze ter plekke kunnen zien hoe zij er voor de ander uitzien, is al gemaakt. O tomeloos narcisme: jezelf bekijken terwijl je de liefde met iemand bedrijft…

Geen enkele technologie is neutraal, ook de Googlebril niet. Elke technologie wordt gebruikt binnen specifieke machtsverhoudingen, en als je niet nadenkt, versterk je bestaande ongelijkheden er alleen maar mee. Wat de politie betreft: mogen alleen zij de burgers controleren, of hebben burgers eveneens het recht om de politie te controleren – en dus ook: het recht op het gebruik van de middelen daartoe? Wiens recht wil je het liefste stutten en versterken?

In het geval van seks is het akelige dat vrouwen – die al permanent worden bekeken en geseksualiseerd – zich teveel gelegen moeten laten liggen. Voor je het weet zitten we opgescheept met een heel nieuwe categorie van seksueel geweld: live rape porn. Met dank aan Google.

Koning Koopman

Overheden bepleiten allerlei nobele dingen voor volk en toekomst. Dat staat chic en beschaafd, het getuigt van hooggestemde intenties. En het klinkt prettig ambitieus, ja zelfs een tikkeltje wild: ‘Kijk ons eens durven…? Wij maken ons openlijk hard voor mensenrechten, voor duurzaamheid! Daar staan wij vierkant vóór!’

Maar ja. Zodra diezelfde overheid merkt dat de consequenties van haar opstelling in eigen vlees snijden, is het snel gedaan met die hoogdravendheid. Dan gaan politici ineens wiebelen en slalommen, zijn de mitsen en de maren niet van de lucht.

Neem schone energie. Iedereen weet dat fossiele brandstof op haar laatste benen loopt, en dat kernenergie onze problemen alleen maar afwentelt op latere generaties. Nog dieper in de aarde delven is geen oplossing: de enige duurzame energie komt uit zon, wind en water.

Maar zodra Shell zich daartegen verzet – zulk beleid tast hun monopolie aan – wil Nederland ineens toch graag naar schaliegas boren. Zelfs al weten we dat we de aardbodem daarmee onherstelbare schade toebrengen, dat schaliegas per definitie geen lange-termijnoplossing is, en dat zulke strapatsen vooral de aandacht afleiden van wat we écht nodig hebben, te weten: schone, duurzame energie.

Want stel je toch eens voor dat ons vooruitstrevende, beschaafde beleid aan bestaande belangen zou tornen. Dat het gevestigde partijen geld zou kosten. Dat was niet de bedoeling.

En zo vallen we telkens terug op hoe de dingen ooit waren, vergeten we al onze nobele intenties, ja zelfs de hang naar dat tikkeltje wilde, en bestendigen we alsnog de status quo. Mooie plannen verworden tot niks dan zoethoudertjes: praatjes voor de vaak.

Rusland criminaliseert homoseksualiteit. Rusland organiseert de Olympische Spelen. Nederland beweert internationaal voor de rechten van homoseksuelen te staan, maar komt intussen opdraven met de grootst denkbare overheidsdelegatie: koning, koningin, minister-president, plus de minister van sport. Dat zich onder onze eigen deelnemende sportlieden ook homoseksuele sporters bevinden, verdoezelen we. Want dat komt even niet handig uit.

Je ziet het steeds weer. We strijden tegen tabak. Geweldig, want dat spul veroorzaakt honderdduizenden doden per jaar, en er is inmiddels een veel gezondere manier om van nicotine te genieten: elektrisch roken, oftewel dampen. Maar dampen tast oude monopolies aan, en de overheid verliest daardoor haar tabaksaccijnzen. Dus wordt dampen in het verdomhoekje gezet, nota bene met een beroep op diezelfde volksgezondheid.

Dat de overheid te vaak naar haar eigen korte-termijnbelang kijkt, is niet zo verrassend. Het is zelfs niet onbegrijpelijk. Maar dat men het dan doet voorkomen alsof de moraal heeft gezegevierd – dát is pas echt onverteerbaar.

Kiloknallers

Prostitutie is flink aan banden gelegd. De tippelzones zijn gesloten, veel ramen op en rond de Wallen zijn dicht, raamverhuurders moeten intakegesprekken houden met de sekswerkers om te bepalen of zij uit vrije wil handelen. De vrouwen zelf is een registratieplicht opgelegd, en er dreigt een taaltoets.

Alles gebeurt met nobele doelstellingen: in de prostitutie vindt nogal wat uitbuiting plaats. Zeker bij de Oost-Europese vrouwen die hier werken, is geregeld sprake van vrouwenhandel. De vrouwen worden onder valse voorwendselen hier naartoe gelokt, hun paspoort wordt ze afgenomen, ze worden gechanteerd dat hun thuisfront wordt ingelicht over hun huidige werk, vluchten gaat haast niet, en hun inkomsten gaan regelrecht naar hun uitbuiters.

Maar sluiting van ramen of gedoogzones en nog meer regulering is niet de weg om deze groep bij te staan. Daarmee maak je het vooral de vrouwen moeilijk die prostitutie als tijdelijke job of als bijbaantje hebben: wanneer de baten voor hen niet langer opwegen tegen de kosten, hangen ze hun G-string in de wilgen. Ze moeten steeds meer betalen voor een raam en hebben weinig zin om zich als prostituee te registreren, want dan zitten ze de rest van hun leven, in al hun transacties met de overheid, aan dat stigma vast. Je jaagt dus bij uitstek die vrouwen uit het vak voor wie prostitutie nu wél een vrijwillige keuze was.

De overheid heeft de afgelopen jaren het aanbod zodoende danig beperkt, en heeft daarbij en passant het beste deel van de sekswerkers vrijwel uitgerangeerd. De vraag blijft echter in stand, en die blijkt akelig slecht te beïnvloeden.

Zodat de navrante situatie is ontstaan dat de overheid eigenhandig schaarste heeft gecreëerd en daarmee de markt blokkeert. En, zoals bij elke opgelegde schaarste, zijn het de hele en halve criminelen die in het gat springen. Mannen die geregeld een vrachtwagen vrouwen naar Nederland halen om ze hier tot prostitutie te dwingen, of beter gezegd: ze voor een habbekrats op dagelijkse basis door de klanten te laten verkrachten.

Mensenhandelaars zijn de kiloknalllers van de prostitutie.

De nieuwe prostitutie onttrekt zich aan het oog van de buitenwereld: de vrouwen worden per auto tussen klanten en hun gevangenis gereden; ze wonen in buitenwijken in illegale bordelen; er zijn stiekeme afwerkplekken ontstaan, verstopt in keurige woonwijkjes. Momenteel is er commotie over Nieuw-West, waar een deel wat van deze georganiseerde mensenhandel- annex prostitutie naartoe is verhuisd.

De vrouwen worden met man en macht uit het zicht van de overheid worden gehouden; kónden ze maar naar de Wallen. Daar hadden ze elkaar wellicht nog een handje kunnen helpen, en daar houden de sekswerkers elkaar tenminste een beetje in het oog.

Kiloknallers bestrijd je niet door prostitutie te verbieden, dat lukt je toch niet. Je kunt beter de verkoop van goed vlees ruimhartig gedogen.

Registratie

Wilt u een pornoblaadje inkijken of een seksvideootje huren? Dan moet u zich eerst laten registeren. Tenminste: zo wil de Britse regering het voortaan regelen voor online porno. Op elk internetaccount komt standaard een filter dat alle porno blokkeert; wie alsnog porno op z’n computer of z’n mobieltje wil kunnen zien, moet zich bij zijn provider aanmelden.

Een vreemd onderscheid: voor consumptie van digitale porno moet je je eerst registreren, voor video’s of tijdschriften hoeft dat niet. En mág de overheid burgers wel verplichten zich eerst te registeren voordat ze materiaal kunnen inzien dat niet verboden is? En wat zijn de risico’s van een dergelijke database? (Ik wil wedden dat iedereen die daarin is opgenomen, binnen de kortste keren chantabel wordt, en door de politie voortaan makkelijker als verdachte wordt gezien, uitsluitend op grond van diezelfde registratie.)

Hoe wil de Britse overheid porno eigenlijk definiëren? Mag bloot wel, maar komen afbeeldingen met seksuele handelingen niet door het filter? Is een licht expliciete liefdesscène toegestaan? Komen sommige speelfilms ook onder het filter te vallen?

Hoe de Britten de censuur willen vormgeven, is onduidelijk? Mogelijk denken ze aan lijsten van te blokkeren websites, waarbij elke provider die lijst weg filtert voor alle niet-geregistreerde abonnees.

Dergelijke lijsten worden voor kinderporno al langere tijd bijgehouden, maar dat is een bewezen krakkemikkige aanpak. De bewuste sites veranderen om de haverklap van naam en van IP-adres, en veel sites die worden geblokkeerd, voldoen uiteindelijk niet aan de criteria om ze te censureren. Wanneer het bijhouden van zo’n relatief kleine hoeveelheid en verhoudingsgewijs goed te definiëren sites al een hoofdpijndossier is, lijkt het evident dat een veel breder algemeen pornofilter een lachertje wordt.

Het alternatief is om elk plaatje dat door een gebruiker wordt opgevraagd, te analyseren voordat het daadwerkelijk wordt afgeleverd. Dat vergt een vergaande controle: iedereen die heeft aangegeven géén porno te willen zien, onderwerpt zichzelf dan noodgedwongen aan deep packet inspection, waarbij de inhoud van werkelijk al zijn digitale communicatie minutieus wordt gecontroleerd. Ik vraag me af wat instanties die over burgerrechten en privacy gaan, van zo’n aanpak vinden.

Premier Cameron verpakt zijn pakket maatregelen met bezorgdheid over de jeugd. Internet – en porno – leert de bloem der natie verkeerde dingen over seks, en daar moet een eind aan komen.

Als ik Cameron een tip mag geven: misbruik is fout, maar is allang verboden. Om die notie te handhaven, hebben we geen censuur nodig. Wie jongeren (en volwassenen) wil uitrusten om weerbaar te zijn en betere keuzes te maken rondom seks, moet zorgen voor vrijheid, voorlichting, keuzes, en hulp voor wanneer het alsnog fout is gegaan.

Met censuur schiet je niks op. Met hameren op onschendbare vrijheden wél.

Update, 23 juli 2013:
De EFF legt de regering Cameron vriendeijk uit waarom fitering niet werkt: Why theUK’s filtering by fiat won’t work, and won’t help.