Een paar weken geleden heb ik James Camerons Avatar in 3D gezien, een ambivalente ervaring. Technisch was de film ronduit verbluffend. Ik had soms de neiging de zaadjes van de wijsheidsboom die ronddwarrelden, van mijn broek te vegen, het leek soms werkelijk alsof je alleen maar je hand hoefde uit te strekken om er een te pakken. Camerons verbeelding van Pandora was al even imposant. De landschappen waren prachtig, hij had een verbluffende flora en fauna ontwikkeld, en het idee dat je met je staart met andere wezens kon interfacen was mooi gejat (Existenz) en een stapje hoger en dus beter uitgewerkt.
Het verhaal was helaas erg flut. Venijn, intellect en ironie ontbraken in de plot, zodat er weinig anders overbleef dan Alien in Disneybewerking. Het was allemaal akelig zoetsappig, ondanks teveel hevige vechtscènes, en met een platte moraal: mensen maken alles uit winstbejag kapot, en de slachtoffers van die praktijken kunnen zich alleen verdedigen als andere – betere – mensen ze helpen want zelf zijn ze te naïef om ooit effectief te kunnen wezen. Kolonialisme in een modern jasje. Daarnaast stoorde ik me aan het platte seksisme dat soms de kop opstak. Meneer de hoofdpersoon had nog maar net geleerd hoe-die een draak kon berijden of hij riep meteen vol overmoed tegen zijn doorgewinterd drakentemmende liefje ‘Follow me!’ toen-ie een rondje wou vliegen. En ze volgde hem voetstoots, dat ook nog.
Kom nou toch. En dat van de meneer die Alien en Terminator heeft bedacht? Zo zonde om jarenlang te werken aan de techniek en de vormgeving en dan het verhaal te laten verslonzen.
Maar die wereld, die was werkelijk imposant. Mijn vader zag de film gisteren op DVD en belde me na afloop op, helemaal onder de indruk – en hij had nog niet eens de 3D-versie gezien. Wat een wereld, wat een pracht, wat geweldig bedacht! Hij stotterde zowat van verbazing, zozeer was-ie onder de indruk. Inmiddels heb ik diverse verhalen gelezen over mensen die half depressief uit de bioscoop komen: dat Pandora, och wat mooi – die wereld is zo prachtig dat ze ineens permanent teleurgesteld raken over onze wereld, en acute heimwee ontwikkelen naar iets dat niet bestaat.
Avatar zag ik met Moz, met wie ik afgelopen week ben wezen duiken. Ik vond die wereld daar op het 3D-scherm ook prachtig maar moest steeds Moz aanstoten: ‘Oh wow, die planten daar – die gaan we straks zien! Die planten daar die zich intrekken als je in de buurt komt? Die bestaan echt! Oh en dat daar, dat is net…’
Twee weken voordat we naar Egypte zouden gaan, deden we een opfrisduik. Daarbij wordt getest of je al je al onderwatervaardigheden nog beheerst. Na afloop spraken we wat met de instructeur en hoe het kwam weet ik niet meer, maar het gesprek belandde op Avatar. Ik zei dat ik vermoedde dat er een duiker in het ontwikkelteam heeft gezeten: zoveel van het Pandorese landschap leek op wat ik eerder in de Rode Zee had gezien. ‘Uhm,’ zei de duikinstructeur, ‘het ligt net anders. Cameron is zelf een duiker.’
Toen snapte ik het ineens: Pandora ligt onder onze allereigenste zeespiegel en iedereen die na het zien van Avatar weemoedig verlangt naar al dat schoons, moet gewoon op duikles. Pandora is allang hier, Pandora is niet dáár, vele zonnestelsels verderop. En ja, we moeten ons best doen om Pandora te behouden want intussen maken we met visserij, industrie, toerisme en winstbejag ons allereigenste Pandora kapot.
Journalistiek bedrijven over medische kwesties is niet makkelijk. Naarmate onze kennis over het menselijk lichaam groeit, wordt het verhaal ingewikkelder. Voor je het weet staat je stuk vol met termen als retrobulbaire neuritis, nystagmus, dendrieten, axonen, oligodendrocyten en gliacellen. Hoe leg je het ingewikkelde samenspel tussen allerlei biologische subsystemen in begrijpelijke taal uit, zonder de werkelijkheid geweld aan te doen? Hoe vertaal je wetenschap naar alledaagse praktijk?
Tijdens mijn vakantie hoorde ik dat Peter Steele, front man van Type O Negative, is
Zo, ik ben weer thuis. Met Moz was ik een week naar Egypte: duiken in de Rode Zee. Het was prachtig, ook al durfde ik de eerste keer ineens niet: de gids had aangekondigd dat we 25 meter diep zouden gaan en ook al onderhandelde ik dat subiet terug tot 20, ik voelde me niet meer op mijn gemak. (Ik had nog maar één keer dieper gedoken dan 18 meter: vorig jaar, toen ik mijn Advanced deed en daarvoor 30 meter diep moest. Dat had ik eng gevonden.) Ik brak de duik al na een paar minuten af, ik heb geleerd niet te duiken als ik me niet kan ontspannen. De gids deed later apart een duik met me en daarna was mijn angst weg, ik heb de week erna herhaaldelijk met gemak 23 meter diep gedoken.
Las ik gisteren toch ineens dat de stichting Brein nu ook namens mij de jacht op u heeft geopend. Dat was schrikken. Brein, die een conservatieve herinterpretatie van het auteursrecht promoot; Brein, die onze burgerrechten verkwanselt om een achterhaald distributiemonopolie te schragen; Brein, die wil dat internetproviders al het verkeer van hun gebruikers gaan controleren omdat die wellicht wel eens iets uit illegale bron downloaden; Brein, die het
Wie behandeld wordt door een arts, hoort te worden voorgelicht over de voor- en nadelen van de behandeling, en over de alternatieven ervoor. Officieel moet je om toestemming worden gevraagd. Dat laatste gaat meestal tussen neus en lippen door, of zelfs: stilzwijgend. Artsen nemen over het algemeen aan dat je geen nee zult zeggen tegen een behandeling.
In 2007 werden in Bagdad twee journalisten neergeschoten; ze overleden. Reuters – hun werkgever – vroeg het Amerikaanse leger om opheldering en kreeg te horen dat zij een uur eerder door opstandelingen waren neergeschoten. De mensen die door de Amerikanen vanuit een Apache helicopter werden beschoten, waren AIF KIA (Anti Iraqi Forces, Killed In Action). Het leger meldde in een officeel bericht dat ze ‘did not know how the deaths ocurred’. Reuters vroeg, met een beroep op de Freedom Of Information Act (de FOIA, vergelijkbaar met onze WOB), videobanden van het vuurgevecht op maar kreeg die niet.
Mijn columns post ik ook op Facebook; ik ben een manier aan het zoeken om alle stukken en blogjes die ik hier neerzet, automatisch naar Facebook door te sturen. Dat is nogal wat gepuzzel en vooralsnog lukt het me van geen kant, maar op termijn komt het vast voor elkaar :)
Amsterdam is van oudsher een vrijplaats. Ook in meer recente decennia trok de stad mensen uit binnen- en buitenland aan die zich elders niet op hun gemak voelden of die een middelpuntbindende plek zochten. Die trek hield zelfs stand terwijl er amper nog woonruimte was voor de nieuwe aanwinsten; een van de redenen waarom het kraken een hoge vlucht nam.
Dit is hopelijk de doodskus voor die hopeloos kapotte OV-chipkaart. Het ding is al van voren naar achteren en van links naar rechts gehackt en is een bewezen privacyramp. De overheid en de openbaar vervoerders staan er niettemin op ‘m te blijven gebruiken. Maar nu is de zoveelste hack ontdekt en hij is doodsimpel.