Deprecated: Creation of dynamic property WP_Object_Cache::$thirty_days is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/object-cache-memcached.php on line 850

Deprecated: Creation of dynamic property WP_Object_Cache::$now is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/object-cache-memcached.php on line 851

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$pos is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 452

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$keys is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 449

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$permalink is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 464

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$url_key is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 465

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$url_version is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 467

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$key is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 291

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$req_key is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 292

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$cache is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 472

Deprecated: Creation of dynamic property batcache::$requests is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/advanced-cache.php on line 486

Deprecated: Creation of dynamic property WP_Object_Cache::$thirty_days is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/object-cache-memcached.php on line 850

Deprecated: Creation of dynamic property WP_Object_Cache::$now is deprecated in /htdocs/www.spaink.net/wp-content/object-cache-memcached.php on line 851
Columns: – Page 80 – Karin Spaink

Opgeruimd

Moz vertelde me vorige week dat het in Japan de gewoonte is aan het eind van het jaar algehele grote schoonmaak te houden. Het huis wordt van onder tot boven geveegd, geboend en gewassen; achterstallig werk wordt ingehaald en afgerond; relaties worden aangetrokken, bijgewerkt of netjes beëindigd. Alles zodat je met minder ballast het nieuwe jaar in kan.

Het zal toeval wezen, maar dat is precies wat ik de afgelopen vakantie heb gedaan. Relaties wat opgewreven, eindelijk het een en ander geschreven dat al ver over tijd was, en het huis danig opgeruimd. Vooral dat laatste was vruchtbaar werk. In de loop der tijd vormen zich altijd opstapelingen: een halve meter oude kranten hier, een stapel tijdschriften daar, planken her en der die overvol raken, steeds meer potjes en doosjes en flesjes op de schappen in de badkamer, kasten waar je niks meer uit kunt halen zonder dat de rest naar beneden tuimelt, onder tafel, bank of bed weggeschoven dozen – dat werk.

Vooral in de keuken, slaapkamer en badkamer heb ik prettig huisgehouden, maar ook de vloer in de woonkamer is aangenaam leeg geworden. In totaal belandden er circa tachtig kilo kranten en tijdschriften bij het oud papier en zes vuilniszakken plus een paar dozen vol troep bij de vuilnis. (Troep is spul waarvan je jarenlang denkt: ‘Dat ga ik nog eens… later…’ maar inmiddels is het teveel jaar verder en is later nog steeds geen spat dichterbij.) Verder heb ik voor het eerst sinds 2004 de linoleumvloer weer ‘s in de was gezet, dat hoort eigenlijk elk half jaar maar ja, da’s ook zo’n laterklus. Het linoleum glanst nu en de kleur lijkt warempel een tint dieper, ik kijk er met innige tevredenheid naar. Het voelt zelfs zachter aan mijn voeten. Toch maar vaker doen voortaan :)

Onder de wapenfeiten:

  • Eindelijk die honderd ofzo oude 3,5 inch schijfjes weggedonderd – ik wou al jarenlang kijken of er wellicht oude teksten op stonden die ik nooit had overgezet. Daartoe had ik ook een oude laptop bewaard, eentje die nog schijfjes aankon. Mijn papieren archief is echter compleet, dus áls er nou ‘s iets is dat ik niet in de computer heb kan ik het beter scannen, bedacht ik: dat kost bij elkaar minder tijd dan honderd schijfjes met elk tientallen bestanden doorlopen. Hopla, de deur uit.
  • De warboel van kettinkjes, haarspelden, tandenstokers, oorbellen, schoenveters, mouwophouders en veiligheidsspelden die in allerlei doosjes en laden huisde, uitgezocht en gesorteerd. Ik ben thans in het trotse bezit van keurig gepaarde, in kartonnen strips gestoken oorbellen die netjes in een mooi maar eerder leegstaand doosje gevleid liggen. Kettinkjes draag ik nooit maar ze weggooien vond ik toch jammer, dus die liggen nu in een ander, inmiddels leger doosje ontward te wezen.
  • De overjaarse en overbodige medicijnen weggeflikkerd. Wat moet ik nog met emla-zalf, waarmee je je huid kunt verdoven voordat er een chemo-infuus wordt ingeprikt? Of met vier jaar oude oogdruppels? De rest heb ik gesorteerd (ik wist niet dat ik zoveel ibuprofen had) en in een doos gezet, zodat je de handel in één keer van de bovenste plank in de badkamerkast kunt halen zonder gevaar voor in kettingreactie omvallende doosjes of op de grond in gruzels uiteenspattende flesjes.
  • Alle flacons en potjes en flessen in de badkamer doorlopen. Hoe ik aan drie flessen mondwater kom weet ik heus niet (ik gebruikte het verplicht tijdens de chemo maar verder nooit), en wie het ooit nog in z’n hoofd haalt me zeep of bodylotion cadeau te doen, krijgt op z’n volgende verjaardag als wraak de helft van mijn resterende voorraad.
  • Make-up uitgezocht. Ergens lag een zakje oude lippenstiften (het resultaat van een vorige schoonmaakaanval een jaar of acht geleden, maar ja, als ze eenmaal in een zak onderin de kast liggen gebruik je ze helemáál niet meer). Alles bekeken en op kleur gesorteerd, en netjes rechtop in twee plastic bakjes gezet: eentje met rood en dieprood, eentje met bruin en paarsig. Ingeving van de avond was om een miniscuul papiertje met de kleur in kwestie te besmeuren en dat papiertje bovenop de lippenstift te plakken. Nu kan ik zo’n doosje uit de kast halen en in één keer zien welke kleur ik wil. (‘Dat klinkt licht autistisch,’ plaagde mijn vriendin C. ‘Ja,’ zei ik, ‘en ik vond het heerlijk om te doen.’ Ik was trots op mijn ingeving. Het voelde alsof ik zelf een Libelle-tip had bedacht.) Verder heb ik me innig voorgenomen de eerste jaren geen lippenstift meer te kopen en het spul vaker te gebruiken, zodat de voorraad eindelijk ‘s slinkt.

Allemaal heel bevredigend. Clutter clogs the mind, al was het maar met allerlei dagelijkse ergernisjes, onnodige extra handelingen en vagelijk op het gemoed drukkende ooit-nog-te-doen lijstjes. Bovendien is dit rustiger aan de ogen, en zijn de zichtlijnen in huis nu langer.

En oh ja, ik heb eindelijk flink en fijn gewerkt aan The Next Ten Years deel 5, ‘t is nu bijna af :) De teksten gaan hopelijk dit weekend naar de redactie en naar de overige auteurs. Met mazzel komt het boekje in maart uit. Nu nog de boekhouding over 2008 en 2009 afmaken, en dan ben ik 2010 heel opgeruimd begonnen.

Sprakeloos

De moeder van Tom Lanoye kreeg een aantal jaar terug een hersenbloeding: ze verloor daardoor de macht over de taal. Zij, de moeder van een schrijver, zij, die altijd klaarstond met een gedecideerde mening, zij, de amateur-actrice die lappen teksten uit haar hoofd kende, zij, de spraakwaterval – íij wist de woorden niet meer. Furieus werd ze ervan, ze had heftige woedeaanvallen, gooide met huisraad en brabbelde onverstaanbaar.

In Sprakeloos schrijft Lanoye over haar leven en dood, en daarmee vanzelf ook over zijn vader Roger, over zijn jeugd en zijn verstandhouding tot beide ouders. Hij verhaalt van een pronte vrouw die graag alle ogen op zich gericht zag maar die even zo vrolijk Lanoye’s vrienden slechts gehuld in badpak in het buitenhuisje bij Sint-Niklaas ontving. Hij toont de liefde die zijn ouders voor elkaar hadden, en laat met zachtheid hun gektes zien (‘Ik zweer je dat ik mijn vader dat gazon ooit heb zien stofzuigen‘, ‘zelfs haar toastjes zijn barok’).

Hij vertelt over haar dwingelandij: Josée acteerde met groot gemak een bijna-hartaanval als andere manieren om haar zin door te drijven, waren uitgeput. Hij beschrijft het werk in de slagerij en het gezinsleven in het huis op de verdieping erboven. Hij vertelt hoe de dood van zijn broer, die zich tegen een boom te pletter reed, een splinterbom in het gezin werd en iedereen uit elkaar dreef. Hij beschrijft hoe trots zijn ouders waren op zijn schrijverscarrière, en hoe lastig zijn eigen coming-out verliep (”Wat is het verschil tussen een nicht zijn en een neger?’ Als je een neger bent, hoef je dat niet te vertellen aan je ouders.’) Niettemin was Josée apetrots toen haar zoon de pers haalde door met zijn lief in het huwelijk te treden zodra België de huwelijkwet had aangepast. De buurt en haar bewoners worden uitgelicht met mooie, pijnlijke, ontroerende en geestige anekdotes: heel de nijverheid, de ambities en de gekte van een wijk in een klein stadje komen over de vloer.

Het boek gaat ook (aanvankelijk: vooral) over gemis en over taal die zowel verplicht, tekort schiet als definitief maakt. Hoe kun je iemand in woorden vangen? Waarom kon hij niet eerder over haar schrijven? Wat heeft het voor nut een verbaal standbeeld voor haar op te richten – Josée wilde dat graag, ze rekende erop dat haar zoon dat voor haar zou doen: je bent toch niet voor niets de moeder van een bekend schrijver? Roger rekende erop, hij wou dat zijn zoon middels zijn woorden Josée weer tot leven zou wekken – nu geen van beide ouders dat boek meer kunnen lezen? Hoe sluit je een boek af dat over een dode gaat? Want zolang je doorgaat – of zolang je nog niet begonnen bent – wroet ze tenminste nog in je.

Het is een prachtig boek. Mijn hartsvriendin C. leende het me en toen ik het uit had en moest teruggeven, kocht ik ter vervanging drie nieuwe exemplaren. Eén om zelf te houden en twee om weg te geven.

Recensies van Sprakeloos:

  • Humo: Lanoye neemt afscheid van zijn ouders
  • Knack: De nieuwe roman van Tom Lanoye
  • NRC boeken: Tegen een lijk is geen taal gewassen
  • Het Parool: Sprakeloos
  • VN: Sprakeloos

Amsterdammer van het jaar

Het Parool treft de laatste voorbereidingen voor haar jaarlijkse verkiezing van de Amsterdammer van het Jaar: vandaag zijn de kandidaten bekend gemaakt. Eerder konden de lezers hun eigen favoriet voordragen; uit die nominaties zijn tien mensen geselecteerd, en daar mogen wij nu uit kiezen. De winnaar wordt bekend gemaakt tijdens het Gala van de Amsterdammer van het Jaar dat plaatsvindt op 10 januari in de Stadsschouwburg.

Vanavond heb ik de verhalen van de tien kandidaten uitgebreid gelezen. Er waren verdorie twee mensen die ik van ganser harte mijn stem gunde: Wilfred van Oijen, een huisarts die altijd heel openlijk was over de gevallen waarin hij euthanasie toepaste, wat hem op een akelige rechtszaak en een absurd vonnis kwam te staan, en Atef Salib, de man die Habibi Ana opzette, het allereerste (en helaas nog enige) Arabische homocafé ter wereld.

Alletwee dappere mannen die zich alletwee altijd opelijk hebben uitgesproken. Hoe te kiezen? Toen zag ik gelukkig dat iedereen twee stemmen diende uit te brengen. Exit dilemma: klik klik, done!

Boom erbij

Vanavond heb ik (eindelijk) weer een flinke hoeveelheid oud spul onder de hoede van mijn blog geschoven. Er moet veel meer onder de blog worden geschoven: onder meer alle Scientology pagina’s, inclusief het roemruchte Fishman Affidavit. Ze staan er wel maar zijn niet via de blogpagina’s gelinkt en raken daardoor wat uit het zicht.

Een oude subsite die nog bij mijn vorige provider stond (http://familie.spaink.net), heb ik nu geïmporteerd en bijgewerkt. Wat erop staat? De stamboom van de familie Spaink. Jet Spaink, een verre nicht – we zijn verwanten in de dertiende graad, heeft ze ooit nauwkeurig uitgerekend – heeft in 2003 flink wat tijd gestoken in het uitzoeken van die stamboom.

Door haar staat nu vast wat we altijd al vermoedden: alle Spainken in Nederland, inclusief de Abbink Spainken, zijn familie van elkaar. We stammen af van twee broers uit Jever (noord-oost Duitsland) die rond 1800 naar Amsterdam trokken. We tellen marskramers, een burgemeester, een poelier, een psychiater, een dirigent-saxofonist van het orkest van de Holland-Amerikalijn, een horlogemaker, een ijzerhandelaar (op de voorgevel van zijn winkel hing een bord met daarop ‘Spaink heeft het!’), een gerenommeerd bioloog onder de voorouders. En er zitten twee schrijvers in de boom: want Laurens Abbink Spaink is ook familie – al heb ik nog niet uitgerekend in welke graad hij en ik verwant zijn.

Vergaardrift zonder hygiëne

Een medewerker van de Rabobank verloor vorige week een usb-stick, waar zich onder meer de gegevens van drieduizend klanten op bevonden. Hun persoonlijke gegevens stonden erop, maar ook welke beleggingen ze hadden gedaan en wat hun totaal belegde vermogen was. Dat de kwestie in het nieuws kwam, was uitsluitend omdat de vinder de usb-stick bij een krant afleverde en de krant er nieuws in zag.

Zulke datalekken zijn aan de orde van de dag. Soms gaat het om diefstal, maar vaker gaat het om slordigheid of onnadenkendheid van de mensen die beroepshalve met gevoelige informatie werken: verloren laptops, websites waar gevoelige informatie per ongeluk voor het oprapen ligt, rondslingerende usb-sticks, verdwaalde cd’s, afgedankte computers of harde schijven waar nog van alles op blijkt te staan.

Juist in een maatschappij die zichzelf zo afhankelijk heeft gemaakt van elektronische data, is dergelijke slordigheid buitengewoon pijnlijk. Je wilt niet dat duizenden elektronische patiëntendossiers ergens rondslingeren of dat ineens de financiële historie van de klanten van een bank op straat ligt. Zulke slordigheid leidt geregeld tot akelige inbreuken op iemands privacy; de gedupeerden staan vervolgens ook potentieel bloot aan misbruik van hun gegevens. Kwaadwillenden kunnen er makkelijk identiteitsfraude mee plegen (een type misdaad dat sterk in opkomst is), of nagaan wie een interessant slachtoffer is voor inbraak of chantage.

Iedereen wil de hele tijd maar gegevens van ons en onze gedragingen liefst real-time volgen. Voor zowat alles moet je je registreren, en bijna alles wat we doen leidt tot digitale sporen die aan ons worden onttrokken en vervolgens worden opgeslagen en bewaard. De vergaardrift van bedrijven en overheid kent haast geen grenzen.

Er zit een wrange paradox in die verzameldrift. Terwijl de dataverzamelaars enerzijds wonderen verwachten van het koppelen en verwerken van al die gegevens – betere gebruikersprofielen en risicoanalyses maken, sporen beter natrekken, misdaad voorkomen, monitoring opschroeven, logistiek en efficiëntie verbeteren, kosten drukken enzovoorts – zijn ze met het beheer van die gegevens vaak erg nonchalant. Te veel mensen hebben toegang, gegevens worden onversleuteld bewaard en gekopieerd, laptops en usb-sticks hebben geen beveiliging, computernetwerken zijn onvoldoende afgeschermd of hebben een architectuur die meer let op gebruiksgemak dan op veiligheid.

Sinds kort wordt er nagedacht over een meldplicht voor datalekkages. De plannen zijn helaas buitengewoon beperkt. Zo gaat de EU via een richtlijn de telecomaanbieders verplichten datalekken te melden, maar blijven alle andere vergaarders – van financiële instanties tot de zorg, van bedrijfsleven tot overheidsinstanties – buiten schot. Ook zij zouden onder zo’n meldplicht horen te vallen.

En aan meldingen alleen heb je uiteindelijk natuurlijk niks. De hoop is dat bedrijven en overheden uit angst voor reputatieschade zorgvuldiger zullen worden, maar elke gedragsdeskundige weet dat straf uitdelen alleen zelden helpt: dat leidt namelijk vooral tot pogingen om gemaakte fouten te verdoezelen.

We zouden eens moeten gaan nadenken over datahygiëne. Net zoals we het gewoon vinden in ons dagelijks leven hygiëne te betrachten – je handen wassen na toiletbezoek, geregeld douchen, je tanden poetsen, servies afwassen, geen water drinken uit een plas op straat – zouden we een vergelijkbare serie gewoontes rondom dataverkeer, dataopslag en dataoverdacht moeten ontwikkelen.

Wellicht dat we dan gaandeweg leren terug te deinzen als iemand een onbeveiligde usb-stick in een computer steekt en het vies gaan vinden als data niet versleuteld wordt overgedragen: alsof iemand je met een gebruikte naald wil prikken.

Verder lezen:

Feestmaal :)

Van de week laten bezorgen: 12 flessen witte wijn, 8 flessen rode wijn, 8 flessen spa, 8 pakken sap, 4 flessen rivella, 12 flesjes crodino.

Vrijdag & zaterdag ingeslagen: 2 ons truffelpaté, 2 kuipjes filet american, 2 pakjes gorgonzola, 2 pakjes brie, 1 kuipje humus, toastjes en stokbrood, 2 pakjes bladerdeeg, 30 eieren, 4 kuipjes sour cream, 3 preien, 1 kilo verse spinazie, 2 pakjes rauwe ham, 2 pakjes feta, 1 doos cashewnoten, 500 gram champignons, 700 gram geraspte oude kaas, 2 potjes bieten, 4 zoete appels, 2 blikjes haricot verts, 2 blikjes kidney beans, 2 blikjes witte bonen, 1.25 kilo krieltjes, 3 bakjes mascarpone, 2 pakken roomboterspeculaas, 1 fles kaneellikeur, 2 dozen chocoladeflikken, 2 dozen bonbons.

Neerzetten (dwars door de kamer; het past nét, weet ik uit ervaring): grote en kleine tuintafel bij de eettafel aanschuiven; daaromheen: veertien eettafel-, tuin- en andere stoelen; daarop: tafellakens, servies, glazen, bestek, servetten, kaarsen.

Verwacht resultaat: hapjes vooraf, 1 quiche lorraine van bijna 3 liter, 1 quiche feta/spinazie/cashew van 3 bijna liter, 2 schalen bietensalade, 2 schalen drie gezusters salade, 2 schalen geroosterde aardappeltjes, 1 schaal vernederlandste tiramisu, koffie met chocolade.

.. en vooral: moge dit alles resulteren in heel veel gezelligheid, geanimeerde gesprekken, mooie verhalen en ontroerende momenten. Als het goed is zijn we net begonnen: een groot diner voor dertien of veertien mensen, ter gelegenheid van mijn 52e verjaardag. Eigenlijk is die pas daags erna maar de ervaring leert dat dit soort diners makkelijk kunnen doorgaan tot vier uur ‘s nachts, en dan is zondagavond niet zo handig :)

Regelen

‘t Is nu vrijdagavond, bijna elf uur. Ik heb vandaag Heel Veel Boodschappen gedaan en vanavond twee enorm grote quiches klaargemaakt, ze zijn prachtig goudgeel geworden. Nu: nagels lakken en bijkomen.

Morgen: stokbrood kopen, tuintafels en -stoelen uit de buitenberging halen, twee salades klaarmaken en het dessert in elkaar draaien; afwassen, de woonkamer opruimen (kranten weg, bureau leeg, nou ja: beetje leger), tafels neerzetten; aardappels voorbereiden, douchen, omkleden (nee nog geen idee, ik weet alleen welke schoenen ik aantrek), tafels dekken, drank klaarzetten, muziekje op, aardappels in de oven zetten, bijkomen.

Vanaf morgen circa 19:00, deur vaak opendoen, bijna al mijn vrienden zien (helaas niet allemaal: een paar kunnen niet en eentje zit in Canada), feestje vieren, met z’n allen toosten en eten en lachen en aanraken en praten en blij zijn.

(Plaatje: Dali Swirl klok van Gadget Garden.)

Bij leven en welzijn

Op haar afgelopen congres verklaarde de PvdA zich voorstander van een nieuw systeem voor orgaandonatie. Iedereen zou tot drie maal toe een brief van de overheid moeten krijgen met daarin het verzoek zich als donor te registreren. Wie dan nog niet antwoordt, wordt vervolgens automatisch opgenomen in het donorregister.

Er zijn andere voorstellen die regelmatig terugkomen. Bijvoorbeeld de ja tenzij-aanpak, waarbij iedereen op voorhand als donor wordt beschouwd tenzij-die zich doelbewust uitschrijft, of de voor wat, hoort wat-regeling, waarbij alleen mensen die zelf als donor te boek staan, ook in aanmerking kunnen komen als ontvanger. Of: elke keer dat iemand een nieuw paspoort aanvraagt, wordt hij of zij opnieuw gewezen op de mogelijkheid zich als donor te registreren.

De achterliggende reden voor al deze ideeën? Eén keer een brief sturen, zoals sinds 1998 gebeurt, levert onvoldoende respons op. Ongeveer een derde van alle volwassenen die zo’n brief krijgt, geeft antwoord, waarvan de helft positief. Tweederde van alle mensen die zo’n brief krijgt, negeert hem.
Maar er is een achterliggend probleem. Ook al heeft het aandringingsbeleid geresulteerd in een lichte stijging van het aantal geregistreerde donors, de wachttijden voor mensen die een nieuwe nier, hart of long nodig hebben, zijn niet gezakt. Voor een nier is de wachttijd in Nederland nog steeds minstens vier jaar.

Hoe dat kan? Het antwoord is buitengewoon cynisch: dat komt doordat het verkeer veiliger is geworden. Toen we nog geen bromfietshelmen, veiligheidsriemen en airbags hadden, waren er meer ongelukken met een dodelijke afloop. En juist die leveren donororganen op.

Dat heeft te maken met het karakter van orgaandonatie. Alleen onder heel bijzondere omstandigheden zijn de organen van een overledene geschikt voor transplantatie. Je mag niet te oud zijn, je moet uiteraard weliswaar hersendood raken maar verder gezond zijn, de rest van je lichaam (buikholte en borstkas) moet nog uitstekend functioneren, en je moet in het ziekenhuis overlijden zodat je stoffelijk overschot meteen kan worden beademd, want anders sterven na de hersenen immers ook alle andere organen af.

Je kunt dus wel proberen meer donors te krijgen – en dat lukt ook, zij het mondjesmaat – maar tenzij die op betrekkelijk jonge leeftijd in het ziekenhuis overlijden aan hoofdletsel, heb je daar uiteindelijk helemaal niks aan. (Ik zei het al: het is een buitengewoon cynische kwestie).

Wat dan wel? Het verkeer weer gevaarlijker maken en de veiligheidsriem uitbannen is uiteraard geen oplossing. Wat wél helpt, is donatie bij leven aanmoedigen. Daar besteden we eigenlijk amper aandacht aan, terwijl het verschijnsel flink in opkomst is. Inmiddels is maar liefst één op de drie getransplanteerde nieren afkomstig van iemand die bij leven en welzijn een nier afstaat. In veel gevallen gaat het daarbij om directe familie, maar ook vrienden staan geregeld een nier af aan iemand die er acuut een nodig heeft. Voor levertransplantatie is donatie bij leven een nog beter alternatief. Je kunt gerust een deel van je lever weggeven: een halve lever groeit namelijk – heel bijzonder – vanzelf weer aan tot een hele.

Hoe het bij u zit weet ik niet, maar het idee dat mijn organen doorleven als ik dood ben, vind ik akelig. Ik acht de dood ondeelbaar: ik dood, dan alles dood. Maar bij leven zou ik zonder aarzeling een nier of een stuk lever afstaan als een van mijn ouders of vrienden daarmee konden worden gered.

Misschien is het verstandig om daar eens beleid over te gaan maken?

UPC sucks

In augustus beëindigde ik mijn abonnement op UPC Digitaal, en een maand of drie later ook mijn gewone kabelabonnement.

Vorige week kreeg ik een mailtje van UPC: mijn nieuwe factuur stond online en ik kon hem bij Mijn UPC inzien. (Terzijde: ik haat al die ‘Mijn XX-‘ dingen. Mijn documenten, Mijn foto’s, Mijn UPC – ik krijg daar altijd zo’n akelig My First Pony gevoel bij: alsof het bedrijf in kwestie meent dat alles op kleuterniveau uitgelegd dient te worden omdat ik het anders vast niet begrijp. Terwijl ik toch heus een grotemensenverstand heb. Maar dat, inderdaad, terzijde.)

Eh, een factuur? Hoezo, ik neem toch geen diensten meer af van UPC? Ik toog naar de website om te zien wat er aan de hand was. Ik logde in op Mijn UPC. Ik kon niet bij Mijn Facturen. Dat mocht alleen wanneer ik automatische betalingen zou toestaan, en bij sommige bedrijven – zoals UPC – ben ik daar erg huiverig voor. Bovendien, waarom zou ik UPC machtigen tot wat ook, ik was er immers geen klant? En ware ik wel klant, dan was het een oneigenlijke koppelverkoop: je eerst digitale rekeningen door de strot duwen en dan, als je die wilt inzien, eisen dat je hen automatisch laat innen. Volgens mij mag dat niet.

Met fikse tegenzin belde ik de service telefoon à raison van 10 cent per minuut. Een luttel bedrag maar ik ergerde me eraan dat ik geld moest uitgeven om te zien wat UPC mij in rekening wou brengen. UPC verkwistte minstens twee minuten met een uitgebreid keuzemenu en ‘al onze medewerkers zijn in gesprek’ gedoe. Toen kreeg ik eindelijk een mens aan de lijn.

‘Goedemiddag, met Spaink. Ik kreeg mail dat UPC mij een on-line rekening heeft gestuurd, maar die blijk ik niet te kunnen inzien. Bovendien ben ik geen klant meer van UPC. Kunt u mij vertellen wat die rekening behelst?’
De mevrouw zocht me op. ‘Eh, ja, nee, u kunt die rekening niet online inzien want u bent geen klant meer.’
Ik: ‘Ik wéét dat ik geen klant meer bij UPC ben. En UPC weet dat ook. Is het dan niet raar van UPC om mij een mail te sturen dat ik een rekening heb gekregen die ik alleen online kan inzien?’
De mevrouw: ‘Zo werkt het systeem.’
Ik: ‘Dan is dat een dom systeem.’
De mevrouw: [stilte]
Ik: ‘Kunt u mij dan tenminste vertellen wat er in die rekening staat?’
De mevrouw: ‘Ogenblikje. [..] Oh er staat dat u geld terugkrijgt, het restant van [onduidelijk gemompel]. Dertig euro. Wij boeken dat over maximaal twee maanden terug, dus u kunt dat geld verwachten in, eh, eind februari.’
Terwijl ik denk ‘Dat moest ik ‘s bij jullie proberen, rekeningen pas na twee maanden betalen,’ bedenk ik ook dat boos worden op deze mevrouw weinig zin heeft, zij bepaalt het beleid immers niet. Dus in plaats daarvan zeg ik zoetsappig: ‘Ik wil graag dat u aantekening maakt dat het raar is dat UPC mensen die geen klant meer zijn, rekeningen stuurt die ze alleen kunnen inzien als ze klant zijn én UPC willen machtigen voor automatische incasso.’
De mevrouw: ‘Daar kan ik niks aan doen.’
Ik: ‘Dat begrijp ik, en ik ben ook niet boos op u maar op uw werkgever. Wilt u die aantekening alstublieft maken?’
Ze beloofde het, en ik geloof er geen klap van dat ze ‘t heeft gedaan.

Nominaties welkom

Privacywaakhond Bits of Freedom (BOF) organiseert een nieuwe ediie van de Big Brother Awards, de nationale privacy-poedelprijs. In de categorie personen, overheid, bedrijven en voorstellen worden weer de grootste privacyschenders gezocht. Voor 12 januari kun je een e-mail sturen naar kandidaten@bigbrotherawards.nl en een nominatie doen; vermeld daarin wie je voordraagt en waarom precies.

Uit de inzendingen stelt de jury per categorie een short list vast, die eind janiuari bekend worden gemaakt. Nieuw is de Publieksprijs: in de weken voorafgaand aan de uitreiking kan de burger stemmen wie de Publieksprijs verdient. ‘Dat lijkt ons wel zo eerlijk: zo kunt u zelf bepalen wie uw eigen opvolger wordt,’ aldus Bits of Freedom. De laatste keer dat de Big Brother Awards in 2007 werden gehouden, werd de Nederlandse burger tot winnaar uitgeroepen, vanwege diens desinteresse in de eigen privacy.

De uitreiking vindt plaats op 5 februari in De Balie (Amsterdam). Naast de poedelprijs wordt ook de Winston Award uitgereikt aan een persoon of instelling die zich juist in verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van privacy.

De jury voor de Big Brother Awards 2010 bestaat uit Karin Spaink (voorzitter), Bart Jacobs, Bart Schermer, Valerie Frissen, Nico van Eijk en Bart de Koning.