Iemand vroeg me of ik wist dat Salto (de lokale omroep van Amsterdam) geregeld zendtijd inruimt voor Scientology, de sekte die tien jaar lang oorlog tegen mij heeft gevoerd. Nee, dat wist ik niet. En ik had het ook niet verwacht.
Scientology is immers berucht. De sekte tracht critici de mond te snoeren door die kapot te procederen. Scientology houdt er strafkampen op na waar mensen worden uitgehongerd, intimideert haar leden, steelt documenten bij overheidinstanties, pleegt inbraken bij ministeries en rechtbanken, luistert mensen af, voert smaad- en lastercampagnes tegen critici, melkt haar leden financieel uit, chanteert haar leden, probeert critici via onnavolgbare opzetjes in de gevangenis te krijgen, doet valse aangiftes, steelt vuilniszakken en achtervolgt mensen in de hoop iets ‘bruikbaars’ op het spoor te komen, dwingt leden om met hun familie te breken, ontduikt de belasting, stopt verkrachting in de doofpot, eist abortus van de vrouwelijke leden van haar elitetroepen, onthoudt doodzieke leden urgente medische zorg, stopt mensen in isolatie, probeert critici uit te schakelen door ze valse bommeldingen en beschietingen in de schoenen te schuiven, schrijft leden hoogst schadelijke doses vitaminen voor, en vervalst haar eigen boeken (financieel, historisch en ideologisch) met hetzelfde pandoer als waarmee ze eerder de biografie van haar oprichter L. Ron Hubbard had herschreven.
Hubbard was ongeëvenaard, beweert Scientology. Hij was een oorlogsheld! Een filosoof! Een dichter! Een wetenschapper! Een fysicus! Een humanitarian! Maar Hubbard was dat allemaal niet. Hij excelleerde hooguit in zelfophemeling, in overredingskracht en in ambities. ‘The Cult of Greed and Power’, wat u zegt. Niet voor niets heeft Scientology vele gerechtelijke veroordelingen op haar naam staan.
Nee, u hoeft mij niet op mijn woord te geloven. Op aanvraag kan ik voor alle hierbovengenoemde stellingen en beschuldigingen een onderbouwing resp. een akelig voorbeeld leveren. Maar wie wil weten welke narigheid Scientology uithaalt, hoeft eigenlijk alleen maar de getuigenissen van ex-leden te lezen. Vooral de verhalen van mensen die eerder een hoge positie bekleedden zijn leerzaam – denk aan Paul Haggis, of beter nog: Marty Rathburn, die tot voor kort in de top van de sekte zat en nu – met bewijzen en al – de vuile was buiten hangt.

Al zinnen de praktijken van de sekte me niet, Scientology heeft het recht haar opvattingen uit te dragen. Dat ik hun ideeën over kennis, psychologie, psychiaters, therapie etc. niet deel, is niet relevant. Sterker: terwijl Scientology mij tien jaar lang heeft gedwarsboomd in mijn poging om hun ideeën onderbouwd aan de kaak te stellen, verdedig ik zonder aarzeling hun recht om hun ideeën te verspreiden. Zélfs wanneer het hun onsmakelijke idee betreft dat de holocaust de schuld van de psychiatrie is (zie hier en hier). Wel eis ik op mijn beurt het recht op hun ideeën als humbug, onzin en idioterie af te doen – vrijheid van meningsuiting en van religie werkt immers twee kanten op.
Dus wannneer Scientology op Salto zendtijd heeft weten te bemachtigen en onder de naam NieuweZijds-TV eens per maand een programma uitzendt ‘met aandacht voor maatschappelijke problemen en interviews met mensen die actief zijn in de maatschappij, gecombineerd met korte documentaires’ (citaat uit de beschrijving van Nieuwezijds-TV op Salto), vind ik dat prima. Op Salto debatteren schrijvers en denkers via OBA live, bieden allochtone 35-plussers een kijkje in hun leven en geven activisten hun mening over het nieuws. Waarom zou Scientology niet óók haar mening mogen geven?
Maar toen ik zo’n uitzending van Nieuwezijds-TV bekeek, schrok ik. [Hun meest recente uitzending – die van 25 september – staat hier; Scientology begint na een half uur.] Niks debat, niks mening geven, niks visie op de wereld, niks actualiteit. Van ‘aandacht voor maatschappelijke problemen’ die Nieuwezijds-TV aan de kijkers belooft, is geen sprake, en de enige mensen die aan het woord komen, zijn PR-mensen van Scientology. Nieuwezijds-TV blijkt niets anders te zijn dan een dertig minuten lange reclamespot voor Scientology.
Sorry Salto. Jullie krijgen subsidie van de gemeente Amsterdam [pdf] om lokale stemmen te laten horen. Dat is een mooi en waardevol ding. Bijgevolg biedt Salto ruimte aan iedereen met een verhaal, met een inzicht, met een visie. Maar niet aan mensen met een verkooppraatje. Wanneer de bakker op de hoek via Salto zijn waren wil aanprijzen, moet hij gewoon zelf voor zijn zendtijd betalen, en hoort zowel voor als na zijn bijdrage duidelijk te worden aangegeven dat dit reclame betreft. De gemeente Amsterdam geeft Salto immers geen subsidie opdat de bakker zichzelf gratis kan aanprijzen.

Scientology betitelt zichzelf graag als religie; dat levert ze een boel goodwill en welkome privileges op. De kans is groot dat Salto ze juist daarom – ‘Het is immers een geloof?’ – als ‘maatschappelijk relevante’ partij heeft geaccepteerd. Zodoende staat Scientology ineens schouder aan schouder met de Evangelisten en met allerhande moslimgroeperingen, en mogen ze van Salto gratis trachten zieltjes te winnen. Salto discrimeert immers niet, Salto staat voor alles open!
Maar anders dan alle andere religies eist Scientology van haar leden klare munt voor elke dienst, voor elk ritueel, voor elke inwijding, voor elk snippertje van de leer. Wie zich wil laten auditen – een praktijk die in de uitzending van Nieuwezijds-TV hartelijk wordt aanbevolen, en die onmisbaar is om ‘verder’ te komen binnen het geloof – moet daar fiks voor betalen. Voor elke cursus, voor elke ‘biecht’, voor elk gesprek met een raadsman of -vrouw, voor elke test, voor elk voortgangsgesprek, voor elk ‘religeus geschrift’ over de leer van Scientology, ja zelfs voor elk vermanend gesprek moet een lid betalen.
Nu kun je zeggen: ‘Ach, voor therapie betaal je ook.’ Dat is waar. Maar Salto biedt geen gratis zendtijd aan een therapeut die klanten voor zijn praktijk wil werven. Voor Landmark zou Salto nooit een vast programma inruimen, evenmin als voor NLP. Iedereen weet immers dat je voor die clubs moet betalen, en dat simpele feit maakt dat ze onherroepelijk buiten het chapiter ‘maatschappelijk welzijn’ of ‘religieuze overtuiging’ vallen.
Welnu – Scientology eist van al haar leden geld voor elke stap binnen de organisatie; zowel voor kennis als voor privileges en status. En Scientology pusht haar leden permanent om meer in zichzelf te investeren (lees: dieper in Scientology te duiken). Het gaat daarbij niet om een paar tientjes hier en daar, maar om honderden, duizenden en tienduizenden euro’s. Wie het hoog wil schoppen binnen de leer of de organisatie is al snel honderdduizend euro verder.
Die kosten – Scientology heeft het zelf liever over ‘donaties’, al zijn ze verplicht – worden ook als drukmiddel gebruikt. Stafleden krijgen namelijk korting. Voor leergierige leden is dat een geweldige incentive om zich bij de staf aan te melden: wie voor de organisatie werkt, kan zichzelf goedkoper de leer eigen maken. Maar zodra ze uit de staf of uit de sekte willen, krijgen ze het verschil alsnog gepresenteerd in de vorm van een fikse ‘afscheidsrekening’. [Alweer: ik laat met alle plezier door Scientology zelf opgestelde prijsoverzichten voor cursusmateriaal, auditing en begeleiding zien, plus voorbeelden van financiële intimidatie.]
Een organisatie waarbij de ontwikkeling, het inzicht, de voortgang en/of iemands inwijding rechtstreeks worden gekoppeld aan – ja zelfs gestructureerd worden door – de hoogte van diens financiële bijdrage, verliest elke aanspraak op het predikaat religie. Je mag gerust geld van anderen eisen voordat je je kennis, je vaardigheden of je inzichten met hen deelt of voor hen tentoon spreidt. Popsterren, wetenschappers en acteurs doen niet anders. Maar juist het gretig – en gratis – willen inwijden van de ander is de crux van geloven. Je wilt een ander graag deelgenoot van je ervaring maken, er is een innerlijke drang je inzicht op anderen over te brengen en die met hen delen. Al wie eerst om een betaalbewijs vraagt, diskwalificeert zichzelf en zijn organisatie ten ene male als religie.
Salto, schop die sekte alsjeblieft uit je programmering. Er is geen enkel argument om hun ideeën of praktijken als ‘publiek belang’ aan te merken. Ook in Nederland heeft de rechtbank geoordeeld dat zij ‘met hun leer en organisatie de verwerping van democratische waarden niet schuwen’ en dat door Scientology ‘wordt beoogd macht uit te oefenen over leden van de Scientology-organisatie en discussie over de leer en praktijken van de Scientology-organisatie te verhinderen.’ [Citaten uit uitspraak in hoger beroep Scientology tegen Spaink et.al., punt 8.4.]
Laatst werd ik geattendeerd op de Australische serie
Facebook en Twitter maken ons ijdel: je gaat denken dat jij het centrum van de wereld bent. Op blogs bepalen de hardste schreeuwers de toon. Internet verruwt het publieke debat. Voor analyse, achtergrond of reflectie is geen plaats, zulke stukken vinden mensen te lang. Na tien seconden zappen we alweer weg. Juist de malloten en extremisten zijn er actief en kunnen ongecontroleerd hun gang gaan. Degelijke informatie vinden is moeilijk.

Het idee voor de bundel I read where I am vond ik intrigerend: verkennen hoe het concept en de praktijk van ‘lezen’ is veranderd, zowel door nieuwe technologieën als door alle informatie waarmee we worden omstuwd. We scannen artikelen tegenwoordig eerder dan dat we ze tot ons nemen (een praktijk die eigenlijk meer van kijken wegheeft), terwijl we er tegelijkertijd beter in worden om beelden grondig te lezen. We bekijken tekst, we lezen beelden. Stof & paradoxen te over.
[Bijdrage aan de bundel Ik lees waar ik ben / I read where I am, onder redactie van Mieke Gerritzen, Geert Lovink en Minke Kampman, uitgegeven door het Graphic Design Museum Breda. Op de foto: een deel van mijn boekenkasten.]
De Egyptische revolutie heeft ons veel geleerd. Het schouwspel van honderdduizenden mensen die dag in, dat uit de straat opgingen om met gevaar voor eigen leven hun vrijheid en hun burgerrechten op te eisen, was schrijnend mooi – en een fikse terechtwijzing voor al die mensen hier die menen dat ‘ze’, die moslims daar, allemaal zowat half achterlijk zijn.
Facebook was natuurlijk belangrijk: de pagina ‘We are all Khaled Said’ mobiliseerde jongeren, en vanaf die pagina werd de oproep gedaan om op 25 januari te gaan demonstreren. Weblogs waren belangrijk: al jarenlang bloggen veel Egyptenaren over de politiek. Reporters Sans Frontières meldt al jarenlang dat nergens zoveel burgerjournalistiek wordt bedreven als in Egypte, maar ook: dat nergens zoveel bloggers gevangen zitten als daar. En Twitter was belangrijk: een geweldig medium om informatie snel door te geven.
Er zijn nogal wat mensen hier die denken dat de opstand in Egypte het gevolg is van die in Tunesië. Maar het rommelt al jaren in Egypte. Wat er nu gebeurt komt niet door Tunesië, hooguit gaven de gebeurtenisssen daar ineens hoop dat een revolutie eindelijk succes kon hebben.
