Ziekenhuis plat

Voor u gelezen:

Webwereld meldt dat het Academisch Ziekenhuis in Groningen (het UMCG) gisteren plat lag. Wegens een softwarefout in de router was er geen enkel verkeer mogelijk op het interne netwerk. Resultaat: de EPD’s konden niet worden gelezen of bijgewerkt, alle operaties moesten worden gecanceld, de afspraken op de poliklinieken konden niet worden nagekomen.

René Schoemaker: Softwarefout legt ziekenhuis lam, Webwereld, 12 augustus 2011.

Pulsar

Deze week was de Nederlandse première van Pulsar, de tweede speelfilm van de Vlaamse regisseur Alex Stockman. Het is een low budgetfilm over high-tech problemen.

Samuel zit alleen thuis te Brussel: zijn vriendin Mireille is voor drie maanden naar New York vertrokken voor een stage op een chic ontwerpbureau. Samuel onderhoudt het contact met haar door te bellen, te sms’en, te skypen, te chatten en te mailen. Er klinkt onrust door in zijn voortdurende pogingen om contact te zoeken: de plotselinge afstand tot zijn lief doet Samuel geen goed.

Dan hapert de techniek. Mireilles stem vervormt soms, en de computer meldt ineens dat er een andere gebruiker op het netwerk zit. Samuel haalt er een deskundige bij die zijn netwerk beveiligt, maar dat helpt niet. Wanneer een tweede deskundige de netwerksignalen bij Samuel thuis meet, dringt tot hem door hoeveel andere netwerken ook zijn woning bestrijken.

Gaandeweg krijgt de achtergrondruis de overhand. Gestommel op de trap, contactgeluiden van de buren, gedruis van de straat, gezoem van apparaten: alles dringt zich ongefilterd aan Samuel op. Zijn het wellicht die signalen die zijn netwerk verstoren? Sam neemt een kloek besluit, hij verft wifi-werende verf op alle muren (bestaat echt!) en beplakt de ramen van zijn huis met een speciale coating: hij maakt van zijn huis een kooi van Faraday. Bellen doet hij voortaan met de oude bakelieten telefoon van opa. Toch blijkt iemand uit zijn naam een rare mail naar Mireille te hebben gestuurd. Hoe kan dat? Een hacker, een virus?

Maar ook de communicatie in de gewone wereld loopt uit de hand. Buren staan ongemakkelijk dicht op hem in de lift, de benedenbuurvrouw klampt hem steeds aan, de huisbaas komt zijn beloftes niet na. En op straat hoort Samuel wildvreemden flarden herhalen uit zijn gesprekken met Mireille…

Pulsar verhaalt hoe iemand langzaam de draad kwijtraakt onder de druk van aldoor kunnen communiceren, de druk van altijd bereikbaar zijn, de druk om meteen te willen vertellen wat je denkt. De film laat zien dat communicatie niet hetzelfde is als contact.

Matthias Schoenaerts (Samuel) speelt fenomenaal. Hij heeft een zware rol: Samuel is in vrijwel elke scène prominent in beeld. Bovendien slaagt Schoenaerts er wonderwel in om de ambivalentie van het verhaal tot het einde toe overeind te houden: verliest Samuel langzaam de greep op de realiteit, of is het de realiteit die Samuel een loer draait?

De film draait onder meer in Kriterion. Na de première mocht ik daar een kort vraaggesprek voeren met regisseur Alex Stockman. Hij bleek een bedachtzame, vriendelijke man te zijn, wars van elk pamflettisme. Niks luddisme, geen nostalgie. (Klik hier voor een ander interview met Stockman.)

Een van de mooiste scènes vond Stockman zelf het fragment waarin oude en nieuwe technologieën worden gemengd: Samuel bekijkt oude super-8 filmpjes van Mireille terwijl hij zijn iPod gebruikt als dictafoon en zijn verhalen en associaties bij de beelden inspreekt; die schrijft-ie uit in een lange brief. Met een oude Polaroid maakt hij foto’s van zichzelf tegen een achterwand bekleed met platenhoezen; ook die gaan in de envelop, samen met een liefdesleus gemaakt van de letters van een gesloopt toetsenbord.

Pulsar is geen technothriller en geen technodrama. Het is een film waarin iemand zachtjes en teder implodeert.

Stemmen

Facebook en Twitter maken ons ijdel: je gaat denken dat jij het centrum van de wereld bent. Op blogs bepalen de hardste schreeuwers de toon. Internet verruwt het publieke debat. Voor analyse, achtergrond of reflectie is geen plaats, zulke stukken vinden mensen te lang. Na tien seconden zappen we alweer weg. Juist de malloten en extremisten zijn er actief en kunnen ongecontroleerd hun gang gaan. Degelijke informatie vinden is moeilijk.

Wie de krant leest, krijgt automatisch ook onderwerpen onder ogen die buiten zijn interesse of overtuiging liggen. Internet maakt dat mensen zich in hun eigen denkwereld opsluiten en andere geluiden zonder pardon kunnen wegfilteren. Extremisten kunnen hun ideeën er ongehinderd verspreiden. Als de grootste publiekstrekker een site is met rare filmpjes en foto’s van katten, is dat een teken aan de wand.

Deze kleine greep uit de frases die ik de afgelopen weken tegenkwam, maakt twee dingen duidelijk. Eén: we doen tegenwoordig ineens alsof tv, tijdschriften en kranten stuk voor stuk bakens van wellevendheid, objectieve informatie, diversiteit, respect, open debat, educatie en culturele verheffing zijn. Twee: we vinden het in de grond van ons hart nogal lastig wanneer een medium ‘ongecontroleerd’ wordt gebruikt.

We snakken naar regie. We hunkeren naar iets of iemand dat het schorremorrie enigszins in de gaten houdt en hen zo nodig de mond snoert. We willen iemand die de boel beoordeelt en piketpaaltjes neerzet om zin van onzin en goed van kwaad te scheiden. Nee, niet voor onszelf hoor! Je weet best dat wíj ons niet zo makkelijk op sleeptouw laten nemen. Wij kunnen schiften. Maar juist op internet zitten zoveel kwetsbare en beïnvloedbare mensen – denk eens aan jongeren! – die minder robuust zijn dan wij. Die kun je toch niet zomaar uitleveren aan de meute?

Stilletjes vergeten we dat oudere massamedia niet zaligmakend waren. Ja, ze voeren regie. Ze kadreren de wereld: ze selecteren en filteren, kiezen context en invalshoek. Soms is dat heerlijk. Maar ’t is ook een model dat burgers reduceert tot passieve ontvangers, die alleen als consument nog invloed kunnen uitoefenen.

De grootste verandering die internet heeft veroorzaakt is dat iedereen nu kan terugpraten en gesprekken kan vinden die eerder werden weggefilterd. Wat we vroeger thuis terugzeiden tegen de televisie is nu onderdeel van het publieke discours geworden.

Nee, niet al die nieuwe stemmen vind ik even fijn. Maar ja. Van midddag-tv moest ik ook al niks hebben.

Operatie geslaagd

Tot nu toe verloopt alles volgens plan: na jarenlange gedegen voorbereiding kan Breivik eindelijk achterover leunen en rustig de stormen van zijn terreur oogsten. De bomaanslag is geslaagd, de massamoord is goed verlopen!

Zijn naam is op ieders lippen. Zijn secuur georkestreerde staatsieportretten staan in alle kranten. Zijn filmpje wordt massaal gedownload en zijn manifest – een moderne knip- en plakwerkkruising tussen Mein Kampf en Terrorism for Dummies zal maandenlang worden bestudeerd en tot vervelens toe worden aangehaald door een bonte verzameling van medestanders, tegenstanders, sensatiezoekers, wetenschappers en journalisten. Het komende half jaar zullen er minstens vier biografieën over hem verschijnen.

De schuldvraag zal ter tafel komen. Er zal worden gedebatteerd of-ie al dan niet gek, een psychopaat, een narcist is. Links zal zeggen dat dit is waar PVV-haatpraat toe leidt. Extreem-rechtsen zullen zeggen dat links dit door haar politiek over zichzelf heeft afgeroepen.

Er zullen mensen zijn die beweren dat dit plan rechtstreeks is afgeleid van de stadsguerrilla van de Baader-Meinhofgruppe, en mensen die zeggen dat het juist een directe navolging is van de praktijken van Al Quaida. Er zullen mensen wijzen op de overeenkomsten van Breiviks ideeën met die van moslimfundamentalisten – slechts één cultuur en één geloof, een sterke staat en veel patriarchaat – en mensen die juist wijzen op de verschillen.

Een slimmerik zal beginnen over de hedendaagse Facebookcultuur, waarin iedereen zijn eigen marketeer moet zijn – schreef Breivik niet dat je er vooral voor moet zorgen er goed uit te zien wanneer je wordt opgepakt? – en zal erop wijzen dat internet het mogelijk maakt onszelf uitsluitend met gelijkgestemden te omringen, wat een gevaarlijke tunnelvisie kan veroorzaken.

Politici zullen opperen dat internet beter gesurveilleerd moet worden. Mensen zullen zich afvragen hoe het kan dat niemand in zijn omgeving merkte dat hij zulke dramatische plannen had, die hij methodisch uitwerkte. We zullen aandringen op het opstellen van verfijndere, of juist uitgebreidere, maar hoe dan ook hoofdzakelijk méér risicoprofielen.

Maar Breivik is tevreden. Zijn ideeën staan in de schijnwerpers van de internationale pers, zijn manifest staat bovenaan in Google, en via zijn rechtszaak kan hij zijn ideologie verder uitdragen. Voor hem waren z’n vuursalvo’s het begin van een publiciteitscampagne annex een macaber ‘makkers ontwaakt!’ Hij rekent op veel navolging. Maar hij gaf het startschot, hij is de eerste held.

Op de foto’s van zijn voorgeleiding zie je Breivik voldaan glimlachen.

Update / Checklist:
X – Is Breivik gek? Ja: BNR, 26 juli / Nee: de Volkskrant, 28 juli
X – We moeten internet beter controleren! Nu/nl, 28 juli
X – Dit is waar de PVV toe leidt: Spitsnieuws, 26 juli
X – Wilders kan er ook niks aan doen: Joost Niemöller, 28 juli
X – De islam draagt schuld aan Breivik: Afshin Ellian, NRC 26 juli
X – Breivik is verwant aan Baader-Meinhof: Hoeiboei, 26 juli

Lezen (Terug naar af)

[Bijdrage aan de bundel Ik lees waar ik ben / I read where I am, onder redactie van Mieke Gerritzen, Geert Lovink en Minke Kampman, uitgegeven door het Graphic Design Museum Breda. Op de foto: een deel van mijn boekenkasten.]

Vroeger las ik wanneer en waar ik maar kon. Bij de bibliotheek kon je maximaal vier boeken per week lenen, voor mij een te schamel rantsoen. Nadat ik er de kinderafdeling uit had, smokkelde ik met leeftijdsgroepen; de mevrouw achter de balie kneep soms een oogje dicht.

Als mijn ouders een avondje weg waren, zat ik urenlang met een boek op de wc. Dat licht verraadde me tenminste niet wanneer ze thuiskwamen. Zodra ze aan de voordeur morrelden, verstopte ik mijn boek onder mijn pyjama, trok schijnheilig de wc door en veinsde slaapdronkenschap. In het weekend, als zij uitsliepen, pakte ik in de woonkamer boek na boek van hun planken. Bij het ontbijt las ik de etiketten van het broodbeleg.

Later las ik minstens twee of drie boeken per week en was de grootste attractie van vakanties dat je dan meer kon lezen. Toen ik rond mijn dertigste plotseling halfblind werd – gelukkig tijdelijk – was mijn eerste zorg hoe ik kon blijven lezen. Ik overwoog braille. Toen mijn zicht opklaarde, las ik juichend de schreeuwende reclames en uithangborden die de openbare weg ontsierden.

Om mij heen, in mijn woonkamer van vijf bij vijf, staat inmiddels ruim vijftig meter aan boeken: bijna drie muren vol. Dat oogt imposant, maar ze lezen doe ik nog amper. Tegenwoordig lees ik hooguit een paar pagina’s voor het slapen gaan, om de overgang van waken naar soezen te verzachten. Ook de kranten en tijdschriften waarop ik ben geabonneerd houd ik steeds slechter bij. Wel lees ik nog altijd obsessief de t-shirts van mensen die ik tegenkom.

’t is de computer. Daar zit ik dag en nacht achter, daar lees ik me suf aan mails, nieuwsgroepen, forums, blogs, websites, kranten, wiki’s, Facebook updates, samenvattingen en tweets, en natuurlijk aan de reacties op dat al. Internet maakte me tot een lezer van de korte baan. De langere stukken waar ik onderweg op stuitte bewaarde ik trouw voor hetzelfde later als waarin ik de gekochte maar ongelezen boeken zou lezen die zich inmiddels overal hadden opgetast.

Zo ging het al jaren.

Totdat ik een Kindle zag en subiet verliefd werd. Vier dagen later bezorgde Amazon de mijne, die ik meteen vol boeken stopte. Lange stukken die ik op internet vind stuur ik tegenwoordig met een paar klikken door naar mijn Kindle, en warempel, nu komt het er wél van. Uren achtereen op de bank, in bed of in de trein; tijdens gestolen minuten in de rookpauzes, of wachtend in ’t café bij de bioscoop totdat de film begint – opnieuw lees ik boeken wanneer en waar ik maar kan.

En opnieuw – plus ça change – lees ik vaak illegaal. Ik ruil als vanouds boeken met mijn vrienden, maar dat mag niet meer nu ze digitaal zijn. De kopieerbescherming die op mijn in Nederland aangeschafte boeken zit, moet ik verbreken om ze te kunnen lezen. (Nederlandse boekwinkels bedienen alleen de markt voor Sony e-readers.)

Mijn Kindle zit in een roodleren etuitje; zodra ik dat opensla, heb ik tweehonderd boeken tot mijn beschikking. Ingebouwd in datzelfde etui zit een leeslampje. In bed, in het donker, lees ik boeken – en mijn katten merken niks wanneer ze ’s nachts thuiskomen.

Ook macht moderniseert

Middenin een referaat over de Egyptische revolutie realiseerde ik me opeens iets belangrijks. Dat het geen Facebook- of Twitterrevolutie is geweest, was evident: de protesten waren al jaren gaande. De bestaande revoltes kregen door het gebruik van sociale media wél ineens een duidelijker gezicht. Een gezicht dat nu bovendien wereldwijd te bekijken viel, zodat Mubaraks regime van repressie en corruptie steeds moeilijker te verdedigen werd – zowel intern, in eigen land, als extern, voor het oog der buitenlandse naties.

Mubarak vertrouwde op de beproefde methodes van censuur. Zijn aanpak was gebaseerd op een verouderd, hiërarchisch informatiemodel: wie de informatie beheerst, beheerst de massa. Dus verbood hij de kranten en de tv om over de opstanden te rapporteren, zich niet realiserend dat tegenwoordig iedereen met een mobieltje zichzelf als verslaggever kan opwerpen. Dat was Mubaraks grootste vergissing: niet snappen dat tegenwoordig iedereen betrekkelijk eenvoudig de middelen kan vinden om zijn stem in de wereld te laten opklinken. Censuur werkt alleen als je de media beheerst, en dat is tegenwoordig een stuk lastiger geworden, zo niet ondoenlijk.

Maar waarom denken we dat daardoor overal ineens de lente zal uitbreken? Geloven we nu heus dat we, omdat informatie niet langer geknecht maar voortaan ‘vrij’ is en door iedereen de wereld kan worden in geholpen, overal bestaande machten kunnen breken?

Dat optimisme suggereert enerzijds dat machthebbers alleen informatiemonopolies tot hun beschikking hebben, en anderzijds dat ze nooit leren. Beide opvattingen zijn betreurenswaardig naïef.

Machthebbers hebben bepaald meer dan informatiemonopolies alleen. Ze hebben immers échte macht: luidere stemmen, slappe parlementen, gekleurde wetten, internationale bondgenoten, geheime diensten, geld, grondig geknede publieke moraal, en in laatste instantie: een leger en gevangenissen. En als de explosieve informatie die WikiLeaks hier in het westen verspreidt uiteindelijk niets verandert, waarom zou informatie verspreid in Arabische landen dan wél iets uithalen, terwijl de repercussies voor mensen die ‘onwenselijke’ informatie lekken daar zoveel groter zijn dan hier?

Wie de macht heeft en wil behouden, is beter af wanneer-ie traceert wie ongewenste informatie verspreidt en wie zulke informatie opzoekt. Het akelige is dat diezelfde nieuwe media die het oude informatiemonopolie doorbreken, juist dát zo makkelijk maken. Het is tegenwoordig doodsimpel om te achterhalen wie iets twittert, wie een video post, wie een mail stuurt.

Informatie onderdrukken is een achterhaald model. Anoniem kunnen blijven terwijl je iets doet of zegt, dat is het nieuwe gevecht – een gevecht dat we in het westen allang hebben verloren.

Lobby

Justitie wil het downloaden van muziek en films strafbaar maken. De voorgestelde middelen: sluiten, vervolgen of blokkeren van websites die auteursrechtinbreuk faciliteren. De plannen gelden ook sites die alleen linken naar zulk materiaal.

Je ziet het volgende probleem al opdoemen: die blokkades werken namelijk niet. Een beetje internetter omzeilt ze moeiteloos. Bovendien zijn dergelijke sites meestal allang niet meer zichtbaar: alleen op uitnodiging en met een wachtwoord kom je binnen. (Intrigerend feit: juist op zulke besloten sites doen mensen enorm hun best om oud materiaal dat alle commerciële partijen links laten liggen, te digitaliseren en opnieuw te verspreiden.)

Wat is de overheid van plan indien de voorgestelde blokkades niets uithalen? Justitie is nogal gecharmeerd van Deep Packet Inspection, een methode om de inhoud van internetverkeer te analyseren teneinde ‘fout’ verkeer te kunnen betrappen. Daarbij moet al het internetverkeer van alle Nederlanders worden afgetapt en geïnspecteerd. Een draconische schending van de vrijheid van communicatie, en ook: een kanon instellen om op een mug te schieten.

Want is piraterij echt zo erg? Nee. De filmindustrie floreert als nooit tevoren, ook al worden hun producten nu vaker illegaal verspreid. Downloaders zijn zelfs betere klanten. Overal, ook in huishoudens zonder internet, daalt de aanschaf van cd’s en dvd’s, maar fervente downloaders blijken vaker dan gemiddeld muziek te kopen en naar concerten of bioscopen te gaan.

De muziekindustrie heeft zich vastgebeten in een distributiemonopolie dat haar allang is ontvallen. Tegenwoordig luisteren mensen naar muziek via YouTube en Spotify, of kopen een nummer via iTunes (dat via ijselijk hoge commissies de winst van alle andere partijen volkomen opvreet). Intussen bestellen fans, de enige mensen die nog echte cd’s willen kopen, die liefst rechtstreeks bij de band: veel muzikanten hebben al in de jaren negentig de grote labels vaarwel gezegd en zijn voor zichzelf begonnen.

Dat de muziekindustrie kapot is, heeft kortom niks met piraterij te maken en alles met het krampachtig vasthouden aan een uitgewoond model. Waarom dan die steun van Justitie? Voor oude ambachten hebben we immers de dienst Monumentenzorg.

Zulke vragen konden echter niet worden gesteld. Bij de persconferentie over het voorstel werd Bits of Freedom gisteren expliciet de toegang ontzegd. Burgerrechtenorganisaties horen niet thuis op een persconferentie, vond men: te ‘lobbyistisch’. Dat maakt het extra wrang dat de EU zojuist een lobbyist van de muziekindustrie heeft benoemd tot het hoofd van haar commissie auteursrecht.

Publiciteit BBA

Niet eerder is er zoveel publiciteit geweest rond de uitreiking van de Big Brother Awards. Deze keer hebben we zelfs het NOS Journaal gehaald. Eerst het 8 uur journaal van gisteren (met veel informatie over de nummerbordscans), daarna diezelfde avond het late journaal (een iets kortere versie, met beelden van de uitreiking). Maar ook RTL TV, Ochtendspits, NOS Radio, Vara radio, VPRO radio en wie al niet hebben aandacht aan de BBA besteed. OBA live – waar ik sinds kort vaste gast ben – trok eind februari ook ruim tijd uit voor een gesprek over de BBA (hier te zien).

Mijn beschouwingen over de ontwikkelingen op het gebied van privacy en grondrechten werden gisteren als opinie-artikel geplaatst in NRC Handelsblad en NRC.next (natuurlijk ook op mijn blog te vinden: ‘Even controleren’). Zowel de Telegraaf als de Volkskrant hebben vandaag, daags na de uitreiking, waarschijnlijk een artikel over de BBA en over de winnaars van deze poedelprijzen.

(Op deze pagina wordt een zo compleet mogelijk persarchief over de BBA-2010 bijgehouden: Big Brother Awards in de media.nl/in-de-media/.)

En de jury was breder dan ooit:

  • Bart de Koning, gerenommeerd journaalist en auteur van het boek ‘Alles onder controle’ (inmiddels een handboek geworden voor privacybewakers);
  • Nico van Eijk, hoogleraar Media- en Telecommunicatierecht aan het iViR;
  • ; Antoinette Hertsenberg, gelauwerd journalist en maker van de consumentenprogramma’s Radar en Opgelicht?!;
  • Melanie Rieback, RFID-deskundige die de OV-chipkaart beter kent dan de makers ervan.

De zaal was uitverkocht, de sfeer was goed, er waren veel jonge mensen, het programma hield een mooi midden tussen schrikbarende informatie en grappige intermezzo’s. Bovendien kreeg Rop Gonggrijp eindelijk zijn zeer verdiende Winston Award – de prijs voor mensen die privacy juist beschermen en technologie goed doordenken – zodat alles klopte. Thomas van Luyn presenteerde de avond en praatte alles prachtig aan elkaar.

Ik ben blij dat de avond zo’n succes was, bezorgd over de stand van zaken, opgelucht dat zoveel mensen die bezorgdheid delen, en al met al een beetje duizelig – maar dat laatste is vast de moeheid :)

Oh ja: de uitreiking is hier in zijn geheel te zien: Big Brother Awards 2010, uncensored and uncut.

Lessen

De Egyptische revolutie heeft ons veel geleerd. Het schouwspel van honderdduizenden mensen die dag in, dat uit de straat opgingen om met gevaar voor eigen leven hun vrijheid en hun burgerrechten op te eisen, was schrijnend mooi – en een fikse terechtwijzing voor al die mensen hier die menen dat ‘ze’, die moslims daar, allemaal zowat half achterlijk zijn.

Dit waren dappere, respectabele, vreedzame, welbespraakte mensen, die uitsluitend democratische eisen stelden: opheffing van de noodtoestand, hervorming van de grondwet, vrije verkiezingen, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en een einde aan de corruptie.

(Daarom ook dat de PVV geen woord heeft gewijd aan de opstand: zowat alles wat de Egyptische demonstranten zeiden en deden, haalde Wilders’ stereotypes en stellingen onderuit. Dit is een opstand die Wilders grondig in het ongelijk stelt.)

We leerden dat wij jarenlang een dictator hebben gesteund onder wiens regime tienduizenden mensen werden gearresteerd zonder ooit een proces te krijgen, waar marteling aan de orde van de dag was, waar de pers werd geïntimideerd en verkiezingen vervalst werden – zonder dat wij ooit een kik gaven. Erger, we noemden Mubarak een ‘bevriend’ staatshoofd en bejegenden hem met eerbetoon.

We leerden dat ons idee van het leger wellicht niet overal opgaat. In Arabische landen is het leger over het algemeen rechtvaardiger dan de politie, die er gewoonlijk corrupt is. Terwijl de politie er aanvankelijk op los sloeg, met busjes op de demonstranten inreed, en zich later undercover bij de huurlingen voegde die met messen en zwaarden door de menigte galoppeerden, heeft het leger steeds haar kalmte bewaard en geweigerd op de bevolking te schieten.

We leerden dat het kortwieken van de communicatie van mensen een dictatoriale ingreep is, en dat het nauwgezet volgen wie met wie communiceert, doodgevaarlijk kan zijn. Als we menen dat Mubarak of Achmedinejad dat niet mogen, waarom vinden we het dan wel goed dat onze eigen overheden zichzelf juist die bevoegdheden willen aanmeten? Waarom is internet filteren, van een kill-switch voorzien en de herkomst van berichten traceren in het westen wél in orde?

We leerden dat Egypte voor een derde bestaat uit jonge mensen die helemaal niet zoveel om religie geven als wij denken, en al helemaal niet fanatiek. Ja, ze bidden en ze geloven, maar dat doen CDA’ers ook. En die zie ik nog niet zo snel een andere religie de ruimte geven voor een dienst (op Tahrir werd anderhalve week geleden de allereerste publieke christelijke mis ooit georganiseerd), laat staan dat ze met gevaar voor eigen leven biddende moslims willen beschermen.

We leerden dat live televisie dagen achtereen boeiend kan zijn, als je tenminste goede verslaggevers hebt en overal ter wereld mensen weet die je kunt uitnodigen voor commentaar en debat. En dat zo’n gesprek dan gerust langer mag duren dan anderhalve minuut – sterker, dat de kwaliteit van een gesprek er fors op vooruit gaat wanneer je er een kwartier of half uur voor uittrekt. We leerden dat de emotie van verslaggevers of geïnterviewden niet het allerbelangrijkste is en er niks ‘door iemand heen’ hoeft te gaan om een gesprek boeiend te maken. We leerden bovenal dat het mogelijk is om gedegen geëngageerde journalistiek te bedrijven.

En we leerden hopen – hopen op de goede afloop. Laten we dat laatste blijven doen. Want de democratie hebben ze hard verdiend, in Egypte.

Valse argumenten

Nettime is een mailinglist waar mensen willen nadenken over media, internet, politiek en alles daartussen en daaromheen. Een paar dagen gelden las ik dit op die mailinglijst:


Na Vrij Nederland’s onthulling van de even weinig verheven als pompeus gerechtvaardigde wijze waarop ‘kwaliteitskrant’ NRC-Handelsblad samen met de commercieele omroep RTL NOS-televisie de loef had afgestoken in de (rat)race naar het NL-relevante gedeelte van de Wikileaks’ Cablegate stash laten de Belgen het weinig flatteus licht schijnen op de gang van zaken bij het parallel verhaal, rond dagblad De Standaard, die ook via het Noorse blad Aftenposten toegang kreeg tot het Wikileaks materiaal [..]

Ineens werd ik boos. Dit was een mailinglijst waar iedereen pretendeerde verstandig na te denken over media en internet, maar wat ik daar had gezien over WikiLeaks kwam zelden boven dit niveau uit. Zodat ik een antwoord schreef, waarvan ik innig hoop dat anderen het snappen:

Ik snap niet waarom de vraag wie hoe & wanneer de beschikking wist te krijgen over deze cables de inhoud van diezelfde cables kennelijk steeds maar moet overschaduwen – ook op Nettime. Het kan me werkelijk geen lor schelen of RTL eerder was dan de NOS, of omgekeerd. Het kan me ook geen ene lor schelen dat Nederlandse kranten niet bij de eerste groep van vijf geselecteerde dagbladen zaten die in de cables konden grasduinen.

Wat me wél raakt (en zorgen baart) is dat een serieuze bespreking van de inhoud en betekenis van de cables niet van de grond komt. Laat staan dat we hardop nadenken over de vraag hoe transparantie en diplomatie / politiek zich tot elkaar verhouden; hoe groot de afstand tussen formele en informele politiek is geworden en of dat goed of slecht is; welke vrijheid topambtenaren zich (mogen) permitteren; in hoeverre kranten een doorgeefluik voor persberichten zijn geworden; hoe gelekte informatie valt te verifiëren; hoe klokkenluiders kunnen worden beschermd — zoveel vragen, en we hebben het er niet over.

Ook op Nettime is er een voor mij onbegrijpelijke neiging om het belang van de cables te kortwieken en alle daarmee verbonden vragen te reduceren tot:

  • een psychodrama. Is Julian Assange het verdedigen waard? Is hij een held of een dictator? Hoe gaat-ie met vrouwen om, en is-ie wel lief tegen katten? Oh dear… Zelfs als was Julian een eersteklas klootzak: de maatstaf voor het belang van de informatie die WikiLeaks heeft ontbloot, ligt niet besloten in het karakter van de boodschapper. (Verder snap ik ook wel dat er paradigma’s botsen: de openheid en vrije uitwisseling & beschikbaarheid van informatie die hackers zich voorstelden, versus gedoseerd & gericht loslaten van informatie die gebruik is in de diplomatie. Maar laten we het dan dáárover hebben in plaats van Julians karakter te fileren.)
  • valse symmetrie. WikiLeaks wil openheid van bestuur: dan moeten ze zelf ook met de billen bloot, toch? Welnee: iedereen mag de macht in twijfel trekken, iedereen mag – als persoon of als organisatie – geheime besluitvorming publiek maken en netwerken blootleggen. Daar heb je helemaal geen credentials voor nodig: elke burger heeft dat onvervreemdbare recht, en die burger hoeft niet eerst te bewijzen dat hij- of zijzelf op alle vlakken voorbeeldig en volkomen transparant is om dat recht uit te mogen uitoefenen. Sterker: ook een burger die zelf de boel belazert, heeft het recht om de macht in twijfel te trekken. Eisen dat WikiLeaks zelf openheid betracht vooraleer je naar hen wilt luisteren, is daarom bizar. Bovendien verschuif je dan de vraag, Want het ging niet over WikiLeaks – alleen om wat zij doorgaven.
  • een whodunnit. Wie had de cables wanneer, hoe en waarom (zie de mail waarop ik nu reageer). Ik hoop heus dat ik niet hoef uit te leggen dat door zulke vragen de vorm de inhoud volkomen verdrukt. Heus, het maakt me geen sodemieter uit wie ze wanneer had. Wel wil ik erg graag een discussie over wat er in die cables staat, en wat dat betekent.
  • roddels. Berlusconi zegt dat Sarkozy zei dat… Het zal wel, and who cares: diplomaten kletsen soms ook, en theetantes vind je overal. Maar de cables afdoen als een verzameling roddel is dom. Ten eerste zijn er stapels cables die over verdomd serieuze kwesties gaan. Ten tweede: zodra roddel deel uitmaakt van het diplomatieke proces en die roddel de politieke besluitvorming stuurt, is het iets dat ons allemaal terdege aangaat. Juist omdat we hoopten en wensten dat onze vertegenwoordigers politieke problemen op een meer verheven wijze beschreven en besluiten op betere gronden namen.
  • de bevestiging van ‘wat we toch al wisten’ en dat de cables ‘dus’ niks nieuws bevatten. Het probleem met die redenering zit ‘m in dat ‘we’. Ik weet inderdaad al lang dat Bin Laden ooit door de VS is gesponsord, maar voor een ander is dat wellicht groot en onrustbarend nieuws, dat nu bovendien zwart op wit staat. Jij kunt blasé doen over een ambtsbericht over ‘rendition’, maar voor iemand in Spanje die al jarenlang verwikkeld is in een rechtszaak om niet uitgewezen te worden naar de VS op verdenking van terrorisme, is zo’n cable een godsgeschenk. Daarnaast telt, zoals Slavoj Zizek eind januari 2011 in The London Review of Books schreef (en ik parafraseer); ‘Zolang iedereen weet wat er fout ging maar dat nooit publiekelijk is gezegd, kan iedereen die schaamte ontkennen. Maaar zodra die schaamte publiek is gemaakt, heb je te maken met schande – en dat is eeen ander verhaal.’