Het nieuws is de laatste maanden in- en intreurig: een vliegtuig neergehaald, Gaza kapotgeschoten, groeiend antisemitisme, een oprukkend kalifaat, enge ziektes, nog meer vluchtelingen, religieuze fanaten, Poetin die de teugels strakker aantrekt. Het nieuws stemt niet alleen somber, maar doet mij me vooral machteloos voelen: reden waarom ik me geregeld betrap op de neiging me af te sluiten voor alle ellende.
De berichtgeving in kranten, de toon op sociale media wordt schriller. Alsof het uur der waarheid rap nadert, we het pleit binnenkort zullen verliezen en de horden mogelijk komende maand al bij onze voordeur kunnen staan. Burgers, wapent u! Kom in actie! Wees strijdbaar! Laat uw stem horen! Laat uzelf niet onder de voet lopen!
Alsof zulke taal ook maar iets helpt.
Sterker, al die oproepen om kleur te bekennen en met veel publiek vertoon een kant te kiezen, zijn onderdeel van het probleem aan het worden. Ze vormen een belangrijke motor achter die schriller wordende toon, waarin volume verward lijkt te worden met massa. Wie het hardste schreeuwt, heeft de meeste stemmen en dus het meeste gelijk aan zijn zijde.
Daarnaast wordt er akelig vaak aanspraak gemaakt op een of ander ‘wij’. Wij Nederlanders. Wij christenen. Wij moslims. Wij joden. Wij, de nette en betere mensen. Wij, de mensen die gelijk hebben. Wij, die de anderen maar eens een lesje moeten gaan leren.
We laten ons al doende makkelijk reduceren tot een enkel aspect van onszelf. Echter, geen mens is alleen maar christen, alleen maar moslim of alleen maar jood (en sommigen zijn geen daarvan). We zijn ook stedeling, of juist dorps; man of vrouw, arm of rijk; oud of jong; geprivilegieerd of juist niet, streng of ruimhartig. Bovendien is er geen enkele mal waarin alle christenen, alle moslims of alle joden passen: geen enkel geloof vormt een massief, uniform blok. Er is niks ‘inherent’ aan een geloof, al doen sommige religieuze woordvoerders hun best om het anders voor te stellen. Net als hun meest rabiate tegenstanders, overigens.
Ik weet ook wel dat luisteren, praten, analyseren en gemeenschappelijke grond zoeken soms geen optie meer is. Wie een vliegtuig heeft neergehaald, hoef je niet met fluwelen handschoenen aan te pakken. Maar je hebt er niks aan om meteen een heel land in de ban te doen of een heel geloof verketteren. Dan gooi je hoofdzakelijk meer olie op het vuur.
Wat dan wel? Rustiger blijven scheelt al een boel. Je niet laten opzwepen. Niet altijd meegaan in retoriek, en andermans retoriek niet meteen voor staande praktijk verslijten. Uitwassen niet als maat voor een groep nemen, en je realiseren dat groepen minder hecht zijn dan ze doen voorkomen, en dat ze juist daarom soms zo hard schreeuwen.
En vooral: beseffen dat elk ‘wij’ een ‘zij’ schept.
Monique Samuel vertelde laatst in een interview dat
Mijn kat verstopte zich gisteren van schrik urenlang in de boekenkast. Nattigheid die met zoveel geweld in haar hoogsteigenste tuintje neerkletterde: dat voorspelde onheil, dat kon niet anders, zeker nu er af en toe onweer aan te pas kwam. Zelf ging ik soms buiten poolshoogte nemen wanneer de regen even leek te luwen, maar ik kwam dan steeds bedrogen uit. Wat verhoudingsgewijs minder regen leek, was de facto nog steeds een ongelooflijke stortbui.
…en ineens ontdek je hardhandig dat het weinig uitmaakt dat het hier gelukkig geen oorlog is. Oorlogen en geweld hebben de akelige eigenschap zich te verspreiden, maar zelfs wanneer de fysieke afstand ertoe nog immens groot is, blijken ze je direct te kunnen raken. Al was het alleen maar omdat je toevallig – je wíst misschien niet eens dat je het deed – op tien kilometer hoogte over een gebied vloog waar het wel oorlog is.








Via hoerenlopers wil men de vrouwenhandel aanpakken. Daarom schrijven de ChristenUnie, de PvdA en de SP – bien étonnés de se trouver ensemble – momenteel aan
In de voorstellen voor TTIP, het nieuwe Trans-Atlantische Handelsverdrag, heeft de Europese Commissie een clausule opgenomen hoe disputen tussen overheden en buitenlandse investeerders moeten worden opgelost. Die zogeheten
Ziekenhuizen moeten voortaan winst aan investeerders kunnen uitkeren,
Niets spannenders dan wetenschappers die vertellen over de kosmos. Toen onze eigen
Toen ik zo rond de twintig was, was het buitengewoon hip om zélf dingen te maken. Ik droeg indertijd veel zelfgebreide truien. Hoe dikker de breipennen, hoe beter: aan de hand van de grofheid van de steken van iemands trui kon je namelijk eenvoudig bepalen of het ding werkelijk zelfgemaakt was, dan wel fabrieksspul.