Vandaag heb ik urenlang in de tuin gewerkt. Twee heesters gesnoeid, een bessenboompje fors uitgedund, de twee pioenrozen die elk jaar meer blad maar amper bloemen produceren eindelijk uit de grond gehaald, een paar nieuwe aanwinsten geplant, dode takken en dito bloemen verwijderd, wat planten verplaatst die in de verdrukking waren gekomen, eenjarig spul geplant voor de kleur en fleur, onkruid weggehaald, en van alles opgebonden, gestut, geaaid, liefjes toegesproken en anderszins verzorgd.
De tuin ziet er schitterend uit. Hij is helemaal klaar voor een lange zomer, en ik ben van plan er de komende maanden veel van te genieten. Met iPad of e-reader in de tuin, voorzien van een trio heen en weer wandelende katten: heerlijk. Tel daarbij op de lome warmte die in de luwte tussen de huizen blijft hangen, het gekrijs van gierzwaluwen, het geschetter van kanaries en eksters, plus op zomerse avonden het geblaf van de zeehondjes in Artis, en dan kun je je wellicht iets voorstellen bij mijn postzegelparadijs.
Tijdens het doodvermoeiende maar o zo bevredigende gepruts in de tuin herinnerde ik me dat ik hier nog een interviewtje wilde plaatsen. Voor de Volkskrant maakt Frank Meester sinds maart van dit jaar de serie ‘De zin van het leven’. Meesters kiest, in overleg met de geïnterviewden, een filosofisch citaat uit dat vervolgens dient als uitgangspunt voor een gesprek. Maarten ‘t Hart beet het spits af, ik volgde de week erna. We besloten al snel dat we een citaat van Voltaire als leidraad zouden nemen. Onderstaand het interview (gevolgd door een paar tuinfoto’s). Het stuk is met toestemming overgenomen.
‘Je moet je tuin onderhouden’ – Voltaire
Karin Spaink: ‘Nu het lente is, ben ik weer aan het tuinieren in mijn stadstuintje. Heerlijk. Kijken hoe alles zich ontwikkelt: hier een beetje bijsturen, daar wat dood spul weghalen, in een hoekje iets nieuws proberen. Al doende ontdek je steeds meer: hele kleine bloempjes, nog kleinere knopjes, babykevertjes, miniwormpjes. Er is niets leukers dan goed kijken.
Il faut cultiver notre jardin, daarmee eindigt Voltaire zijn Candide. Candide reist de hele wereld rond en maakt de gruwelijkste dingen mee. De beroemde aardbeving in Lissabon van 1755 speelt een rol, oorlogen, slavernij, ga zo maar door. Aan het einde van het boek besluit hij dat hij zich maar het beste kan beperken tot het onderhouden van zijn tuintje.
Dat lijkt een bescheiden levensdoel, zeker, maar het is niet niets. Hij gaat datgene doen wat binnen zijn vermogen ligt en waarmee hij echt iets kan bereiken, in plaats van luchtkastelen te bouwen. Als je in de tuin werkt doe je dat stapje voor stapje. Je begint onderop en begeleidt de planten bij het groeien. Je moet die planten leren kennen: toen ik mijn tuintje begon, hing ik bij alle planten kaartjes. Het werd een leestuin, een tuin met ondertiteling.
Het zou goed zijn als het kabinet zich zou laten inspireren door de lente en Candide eens ging lezen. We verkeren nu natuurlijk net zo goed in tijden van aardbevingen en oorlogen. De overheid denkt alle problemen op te kunnen lossen door grootse plannen van bovenop op te leggen. Als we maar voldoende automatiseren, alles in kaart brengen, dan krijgen we alles in de hand en kunnen we alle rampen voorkomen. Maar al die grote projecten falen. De OV-chipkaart, het Elektronisch Patiëntendossier. Je hoort vaak zeggen dat we afstand hebben gedaan van het maakbaarheidsideaal, maar ik merk daar weinig van.
In de tuin werken maakt me ook productiever op andere gebieden. In de lente en de zomer werk ik vaak het hardst. Tijdens het tuinieren zijn de ideeën op de achtergrond aan het gisten. Ik heb last van herfstdepressies, dan komt er echt niets uit mijn handen en sluit ik mezelf af. Ik doe spelletjes op de computer, of kijk eindeloos tv, dan staat mijn denken letterlijk op een laag pitje. Wanneer ik mijn tuin aan het cultiveren ben, is dat anders. Dan cultiveer ik tegelijkertijd mijn denken.´
Frank Meesters, De Volkskrant, 25 maart 2010
[Klik op de foto’s voor een grotere versie. Van boven naar beneden:
- Foto 1: het vijvertje, met de waterlelie die nu in bloei is.
- Foto 2: de linkerkant van de tuin, voor mijn slaapkamer.
- Foto 3: zicht vanaf de rechterkant van de tuin.
- Foto 4: zicht vanaf de linkerkant; op de achterste stoel: Dropje.]
Het idee voor de bundel I read where I am vond ik intrigerend: verkennen hoe het concept en de praktijk van ‘lezen’ is veranderd, zowel door nieuwe technologieën als door alle informatie waarmee we worden omstuwd. We scannen artikelen tegenwoordig eerder dan dat we ze tot ons nemen (een praktijk die eigenlijk meer van kijken wegheeft), terwijl we er tegelijkertijd beter in worden om beelden grondig te lezen. We bekijken tekst, we lezen beelden. Stof & paradoxen te over.
Wanneer je duidelijk wilt maken wat de impact van allerlei technologie is – en vooral: van privacyschendingen die met moderne technologie verbonden kunnen zijn – helpt het vaak om een vergelijking met de offline wereld te maken. Dan wordt de impact ineens een stuk inzichtelijker.
Mijn goede vriendin Andere Karin en ik hebben een vaste tv-avond. We zoeken samen een serie uit en ‘doen’ dan een paar afleveringen per avond, of we kijken een film. Op die manier hebben we Expeditie Robinson, Sex & the City en Gooische vrouwen doorgewerkt, en we zijn net klaar met Six Feet Under. 
ma. 9 mei, 16:00: Hm, het forum is kapot. Ik ben aan het uitpluizen wat er mis is. Heb geduld…
Op 18 april moest mijn Canta worden gerepareerd: hij ging die ochtend steeds langzamer rijden, en op het laatst kwam-ie zelfs helemaal niet meer vooruit. Waaijenberg haalde hem subiet met een busje op – gelukkig was ik vlakbij gestrand – en repareerde hem. De remmen bleken te zijn vastgelopen. Uiteindelijk moest de hele reminstallatie worden vervangen.

Op grond van het commentaar heb ik weer wat aan de site geklust: de kritiek is ter harte genomen!
De afgelopen twee dagen heb ik de website licht verbouwd.
Roadburns derde dag opende met
Na een tip probeerde ik op Roadburns tweede dag welgemoed