Jesus Camp

In de sneak preview gisteren: Jesus Camp, een documentaire die drie born-again christian kinderen volgt. (‘Born-again christianism’ is vergelijkbaar met de Pinkstergemeente, als ik het wel heb.) Levi wordt thuis door zijn moeder geschoold en leert dat ‘science doesn’t prove anything’; Lori vindt dat andere kerken ‘dood’ zijn en dat God daar niet komt; Rachael probeert met haar negen jaar vreemden te bekeren. De drie gaan naar een religieus zomerkamp, waar ‘kinderpastor’ Becky Fisher de scepter zwaait. Becky gelooft dat wie de kinderen heeft, de toekomst heeft en wil een Army of God scheppen. ‘There’s a war out there!’

De kinderen leren dat ze de ‘key generation’ zijn: van hen hangt de tekomst af, alleen zij kunnen Satan tegenhouden. Ze leren dat de overheid kapotgeslagen moet worden, dat er ‘righteous judges’ moeten komen en ze zweren abortus te zullen stoppen. Nu George Bush – zelf een born-again christian – aan de macht is, wordt het beter: Bush wil van Amerika weer ‘one nation under God’ maken. Ze zegenen een bordkartonnen Bush. Becky legt desgevraagd uit dat democratie een goed systeem is maar zichzelf uiteindelijk zal vernietigen, omdat democratie ‘gelijke rechten’ toekent en we uiteindelijk onder God moeten leven, niet onder een regering.

De film is ronduit verontrustend en shockerend. Zulke jonge kinderen – ze zijn tussen de 9 en 12 – die hun zonden moeten opbiechten, die leren dat de regering vernietigd moet worden, die worden ingezet om anderen te bekeren, die leren dat homoseksuelen geen rechten hebben, dat zijzelf zich moeten opofferen voor Jezus en dat wetenschap onzin is. Kinderen die ontdaan raken van hun eigen slechtheid, kinderen aan wie verteld wordt dat ze hypocriet zijn, die geleerd krijgen dat ze soldaten zijn en dat het oorlog is.

De film probeert fair te zijn en slaagt daar goed in (zie ook de user comments bij de IMDB). Opmerkelijk is dat de gefilmde kinderen en volwassenen vinden dat hen recht werd gedaan, en dat ongelovige en niet-zo-fanatiek-gelovige mensen zich grosso modo de klere schrikken. Er zijn plannen om de drie kinderen over een jaar of vijf nog ‘s op te zoeken en te filmen hoe het dan met ze gaat. De ouders van Levi zijn overigens zelf een blog begonnen: Jesus Campers.

Scientology bij de BBC

De BBC zond vanavond een documentaire over Scientology uit. Verslaggever John Sweeney had grote last gedurende zijn onderzoek: hij kon alleen maar met leden van de club praten terwijl die onder strenge supervisie waren (woordvoerder van Scientology erbij, cameraploeg van Scientology erbij, hoezo een open gesprek?, boze uitvallen van de woordvoerder) en merkte dat hijzelf permanent in de gaten werd gehouden. Scientology verscheen in de lobby van zijn hotel, in de ontbijtruimte van zijn hotel, in de garage van zijn hotel, auto’s achtervolgden hem, en de woordvoerder wist telkens waar hij was en gaf hem geregeld verbitterde lezingen over wat Sweeney volgens Scientology wel en niet aan critici van de sekte mocht vragen.

Niet ongewoon. Mijn vuilnis is maandenlang door Scientology gestolen, Felipe Rodriquez – indertijd de directeur van XS4ALL – en ik zijn geruime tijd geschaduwd, de rechter die het eerste kort geding dat Scientology tegen XS4ALL en mij voerde werd in de gaten gehouden (een Nederlands lid, inmiddels ex-lid, kreeg ooit de speech die hij voor zijn hockeyclub hield ter vertaling, dat verhaal moest naar het Scientology hoofdkantoor), en toen ik met Zenon in Zweden zat voor zijn proces zijn we de hele tijd in de gaten gehouden. Rare mensen in cafés, geschaduwd worden op straat, auto’s die onze taxi achternazaten; the works. Toen we uit Stockholm terufgvlogen werden we in Schiphol aangehouden omdat de douane ‘twee onafhankelijke tips’ had gekregen dat wij cocaïne uit Stockholm naar Amsterdam zouden smokkelen. Oh ja, een inval van de auteurspolitie – gewapend en al, zes man sterk – heb ik ook nog gehad. John Sweeney, ik leef met je mee.

Dat-ie uitviel tegen ze, kan ik me voorstellen. (Hier is het YouTube-filmpje van die uitval, dat Scientology heeft gemaakt en verspreid.) Maar er was meer met die uitval van ‘m. Volgens mij heeft Sweeney Scientology’s materiaal goed bestudeerd. Wat Scientology doet als ze iemand omver willen praten, is dit:
– te dichtbij staan
– niet luisteren maar gewoon doorpraten
– iemand geen tijd geven om te antwoorden
– en, als ze heel boos zijn, in een harde vlakke toon tegen je praten.
Ze geloven – sorry, dat komt niet van mij maar van hen, dat je daarmee ‘control’ over iemand krijgt. Wat Sweeney deed was ‘Tone 40’ tegen ze gebruiken. Niet dat het werkt, overigens, maar dat is Scientology’s probleem.

Wat ik jammer vond is dat Sweeney wel allerlei beroemdheden ondervroeg over Xenu, maar Scientology ermee weg liet komen dat ze nog nooit van Xenu hebben gehoord. Terwijl hun tien jaar durende rechtszaak tegen mij en XS4ALL bewijst dat ze nota bene copyright op dat verhaal opeisen. Maar ja. De Scientology-woordvoerder die moppert dat het stom is om in te gaan op intergalactic warlords omdat dat zo’n beroemdheid als een halve gek doet ogen, is ook wat waard :)

Landmark: ‘gek van geluk’

logo LandmarkVanavond (22:05 – 22:45) heeft Zembla een uitzending over Landmark, een sekte die een rechtstreekse afstammeling van Scientology is.

“Met steeds meer succes weten organisaties als Landmark en CSA Europe nieuwe cursisten te trekken voor hun groepstrainingen in het zoeken naar een gelukkiger leven. Helemaal ongevaarlijk zijn deze trainingen echter niet. Deelnemers kunnen in ernstige psychische problemen raken en soms komen cursisten zelfs in een acute psychose terecht. Voor de aflevering ‘Gek van geluk’ sprak ZEMBLA met ex-cursisten, een voormalige medewerker en psychiaters over de gevaren van deze trainingen. Ook ging een psychologe namens ZEMBLA naar een training van Landmark en volgde een researcher van het programma zelf een cursus van CSA.” Meer over de uitzending vind je op de website van Zembla.

Ik heb eerder iets over Landmark geschreven voor het blad XL: De Tupperware-handel in geluk (augustus 1999). Mijn stukje kwam me toen op een woedende reactie van Landmark zelf te staan. Gaap. Ja hoor jongens. Wie meer wil lezen over Landmark/CSA verwijs ik van harte naar de uitgebreide pagina’s van De Stelling, die overigens om hun kritische artikelen over Landmark met rechtszaken werden gedreigd. De site geeft tevens een goed overzicht van Landmarks andere dreigementen aan het adres van tijdschriften en journalisten.

Nachtmerries aan de macht II

Sinds 9/11 wordt de wereld verscheurd door een moslimfanaat zonder leger maar met een groeiende aanhang en een wedergeboren Christen, die de wereld angst aanpraat en oorlog voert. Beiden zien alles in het licht van een wereldomspannende strijd tussen Goed en Kwaad, tussen Licht en Donker, tussen God of Allah en de Satan. In fundamentalisme ontlopen die twee elkaar niet veel, en hoewel ze beiden een voortbrengsel van de Verlichting zijn, is dat bepaald niet in de zin die Voltaire voor ogen stond.

Bush opponeert tegen de Verlichting: hij spreekt haar taal wel – ‘we brengen democratie, riolering en de vrije markt’ – maar leeft die niet na. Bush gelooft in een wrekende god, laat bijstandsuitkeringen verdelen door de kerken in plaats van door de overheid, wil de evolutieleer uit de scholen bannen of minstens op gelijke voet behandelen als het religieuze dogma van het scheppingsverhaal, en vindt dat het Westen inherent christelijk is. Bin Laden vindt dat allemaal ook, alleen leest hij Allah voor God en is zijn bijbel de Koran.

Bin Laden op zijn beurt staat een strikte versie van de islam voor, een rigoreuze interpretatie die pas in de laatste decennia van de twintigste eeuw is ontstaan. Al even eigentijds is zijn afhankelijkheid van moderne communicatiemiddelen en mediahypes: Bin Laden zou nergens zijn zonder mediatechnologie. Zijn van Hollywood afgekeken media-teasers zijn de natte droom van elke reclame-agent, de aanslag op WTC de rampenfilm die niemand had durven maken. Het meest moderne aan Bin Ladens islam, een onmisbaar onderdeel erin, is het verzet tegen het Westerse liberalisme – waarbij dat liberalisme verwrongen wordt voorgesteld natuurlijk, alsof wij hier allemaal in zonde leven en gesticht moeten worden. Maar dat laatste vindt Bush ook, die heeft een even grote hekel aan een liberale moraal als Bin Laden.

Daar zitten we dan, caught between a rock and hard place. Wat we nu meemaken is niets meer of minder dan een moderne godsdienstoorlog, zei hoogleraar informatierecht Egbert Dommering vorige week, en hoe naargeestig en sombermakend de situatie ook is, die beschrijving vond ik verfrissend. Oh, een godsdienstoorlog, ja natuurlijk! Wij vinden dat zij niet aan onze waarden mogen tornen en zij vinden precies hetzelfde. En dus staan ‘we’ recht tegenover elkaar.

Het helpt altijd erg om posities en kampen te ontleden, dan zie je dat ‘wij’ en ‘zij’ niet zulke stevige blokken zijn als de vechtersbazen beweren. De meeste moslims moeten niks hebben van Bin Laden (en ook niet van Bush, maar met dat laatste zijn miljoenen westerlingen het erg eens). De meeste moslims belegeren geen Deense ambassades vanwege spotprenten. Veel moslims zijn niet erg geporteerd van dergelijke cartoons maar accepteren ze liever dan de straat op te gaan. En zijn we vergeten hoe nog geen twintig jaar geleden in het ‘liberale’ Westen christenen te hoop liepen tegen Scorceses film The last temptation of Christ? Er werd van de kansels gepredikt tegen de film, nog voordat-ie uit was; de film werd als pornografisch en blasfemisch beschreven, de maker werd bedreigd, er werd opgeroepen vertoningen te verhinderen. Nee, er werden geen ambassades bestormd, maar dat was omdat Scorcese niet als vertegenwoordiger van een natie werd gezien.

Soms denk ik dat dat het enige verschil is; en dat Bush erg zijn best heeft gedaan dat belangrijke verschil teniet te doen. Die viel immers een land binnen om een man.

Nachtmerries aan de macht I

‘Vroeger beloofden politici ons een betere wereld. Ze hadden uiteenlopende ideeën over hoe die kon worden bereikt, maar hun macht en autoriteit dankten ze aan de optimistische perspectieven die ze ons boden. Die dromen zijn mislukt en mensen zijn hun geloof in ideologieën verloren. Politici werden gaandeweg beschouwd als de ‘managers’ van het openbare leven. Maar nu hebben ze een nieuwe rol ontdekt die hun macht en autoriteit herstelt. In plaats van dromen te bieden, beloven politici nu ons te bevrijden van nachtmerries. Ze beweren ons te zullen redden van immense gevaren die we niet kunnen zien of begrijpen. En het allergrootste gevaar van alles is internationaal terrorisme, een krachtig en sinister netwerk met slapende cellen in landen overal ter wereld.’

Zo opent een drie uur durende BBC-documentaire over de parallelle opkomst van de neo-conservatieven en de moslimfundamentalisten, The power of nightmares. Beide groeperingen verzetten in de jaren zestig en zeventig tegen de liberalisering die in het Oosten en Westen gaande was en die mensen losmaakte uit de greep van al te strakke gebruiken, geloven en wetten. In Nederland trachtte Van Agt met zijn Ethisch Reveil een vergelijkbare dam op te werpen tegen ‘losse’ zeden en de vermeende teloorgang van het gezin. Ze kregen geen voet aan de grond.

Splintergroepen in Arabische landen die het ‘ware’ geloof meenden te kennen, keerden zich steeds meer tegen hun eigen geloofs- en landgenoten en voerden aanslagen uit. Ze hoopten een revolutie los te maken, maar ook dat mislukte: de massa kwam in opstand tegen hen. Er werd op grote schaal gedemonstreerd tegen religieus radicalisme en de liberalen hielden de overhand.

Tot Khomeiny. Iran was het eerste land ter wereld waar de radicalen aan de macht kwamen. Amerika steunde buurland Irak en hoopte zich langs die weg van een griezelige ideologie te ontdoen, een gedachtegang die – helaas – ook wonderwel aansloot bij de desastreuze gedachte dat Amerika overal ter wereld het licht zou brengen. En dan was er nog die oorlog in Afghanistan, waar de mujaheddin zich verzette tegen de Russische overheersing. De Amerikanen stuurden wapens, trainden mensen – waaronder ook Bin Laden – en gaven geld aan extreme moslims die zich bij de mujaheddin wilden aansluiten. Rusland werd uit Afghanistan verdreven. Naar de fundamentele moslims meenden, door hen; naar de Amerikanen meenden, door hen; maar in werkelijkheid omdat de Sovjet-Unie intern wankelde. Het land stortte nadien inderdaad ineen.

Die valse, narcistische overwinningsroes gaf zowel de moslimfundamentalisten als de neo-conservatieven de gedachte dat ze nu rijp waren de wereld naar hun hand te zetten. Dat lukte pas na 11 september 2001, toen de angst aan de macht kwam. Sindsdien wordt de wereld verscheurd door een moslimfanaat die eigenlijk weinig macht heeft – Bin Ladens macht wordt door de Amerikanen ernstig opgeklopt, van het bestaan van een wereldwijd netwerk van Al Qa’ida is, ondanks een heksenjacht van jewelste, nog steeds geen bewijs geleverd – en een wedergeboren Christen, die de wereld angst aanpraat en erop staat alles in het licht te zien van een wereldomvattende strijd tussen Goed en Kwaad, tussen Licht en Donker, tussen God en de Satan.

De opkomst van deze twee groepen fundamentalisten is niet alleen parallel. Ze zijn uit elkaar geboren. Bush heeft Bin Laden even hard nodig als Bin Laden Bush. (wordt vervolgd)

Hoge Raad doet uitspraak in Scientology vs XS4ALL & Spaink

Zojuist kregen XS4ALL en ik bericht dat de Hoge Raad aanstaande vrijdag uitspraak doet in de zaak Scientology cs XS4ALL / Spaink. Dat is verrassend, want die uitspraak stond gepland voor 27 januari 2006. We hebben veel uitstel meegemaakt in deze zaak, maar nog nooit vervroeging :)

Het gaat vrijdag niet om een inhoudelijk oordeel over de zaak, maar over de vraag of de Hoge Raad zich al dan niet zal uitlaten over de kwestie. In juni van dit jaar, een paar dagen voordat de Hoge Raad inhoudelijk arrest zou wijzen, trok Scientology haar cassatie namelijk in. Wij hebben daar bezwaar tegen aangetekend, omdat het raar is de zaak in een dergelijk laat stadium te laten vallen.

De Hoge Raad besliste toen dat ze op 27 januari zou besluiten of ze al dan niet uitspraak zou gaan doen. Intussen heeft advocaat- generaal Verkade de Hoge Raad van advies in deze laatste kwestie voorzien, en hij raadde aan de cassatie te verwerpen (die is immers ingetrokken) en toch inhoudelijk een oordeel te vellen. inhoudelijk adviseerde Verkade de Hoge Raad al eerder om alle vorderingen van Scientology tegen XS4ALL en mij te verwerpen.

Vrijdag om 10:10 weten we of de Hoge Raad het advies van Verkade heeft gevolgd of niet.

* * *

We zitten in een rare win-win situatie. Als de HR vrijdag besluit de cassatie te verwerpen en geen inhoudelijk oordeel te vellen, dan vallen we terug op de vorige uitspraak: en die hebben we gewonnen. Besluit de HR wel een inyhoudelijk oordeel te vellen, dan is dat vrijwel zeker in ons voordeel, dus dan zouden we opnieuw winnen.

In het tweede scenario – de HR doet inhoudelijk uitspraak – is overigens niet gezegd dat ze dat oordeel dan ook meteen vrijdag geven, dat kan dan gerust maanden later komen.

Laten we hopen op een feestje :)

Schietstoel naar het paradijs?

De paus is dood. “De meer dan 50.000 gelovigen op het Sint Pietersplein in Rome reageerden verslagen op het nieuws,” meldde het ANP zondag. Die verslagenheid begrijp ik eerlijk gezegd niet goed, evenmin als het fervente bidden der gelovigen dat de paus vooral zou blijven leven. Wie een goed christen is, gaat volgens de kerk naar de hemel: dat moet binnen de leer toch een prachtig en benijdenswaardig iets zijn? Het leven hier is een tijdelijk verschijnsel, dat weet elke gelovige, een voorbereiding op het hiernamaals. Om dat hiernamaals draait het, en de paus is daar volgens de katholieken nu.

Waarom dan toch dat verdriet? Waarom geen blijdschap dat hun leidsman te bestemder plekke is aangekomen en eindelijk God zelf in het gelaat mag schouwen? Misschien dat individuele christenen aarzelen of zijzelf, als puntje bij paaltje komt, hun entrée hebben verdiend, maar in geval van de paus kan – nee: mag – daar geen twijfel over bestaan. Als Gods plaatsvervanger op aarde heeft hij qualitate qua recht op een zetel, anders was hij geen plaatsvervanger. Als er één schietstoel naar het paradijs is, moet dat de zetel in Vaticaanstad zijn.

Misschien gunnen de gelovigen de paus zijn plekje in de hemelen weliswaar van harte, maar hadden ze hem nog graag wat bij zich gehouden. Dat lijkt me echter een zelfzuchtig verlangen, en daarmee fundamenteel onchristelijk. De man was oud en al jaren ernstig ziek, zijn dood komt zelfs een agnost als mij voor als een langverwachte verlossing voor de man persoonlijk.

Ook zorgen over Wojtyla’s opvolging kunnen moeilijk de oorzaak zijn van dit massale verdriet, of tenminste: zulke zorgen zijn in strijd met de theorie. De paus is onfeilbaar, dat ligt in het ambt besloten, en de gelovige die in twijfel trekt of de volgende paus het ambt op juiste wijze zal vervullen, trekt feitelijk het hele instituut in twijfel. Elke paus is een goede paus. Voor rechtgeaarde katholieken, dan.

Als ongelovige mag ik daar anders over denken en hopen op een verlichter paus. Wojtyla heeft zich tot een der strengste, rigide pausen van de laatste eeuwen ontwikkeld en heeft daarmee veel mensen kwaad berokkend. Zijn straffe veroordeling van het gebruik van condooms heeft hem medeverantwoordelijk gemaakt voor de aidsramp die zich met name in Afrika voltrekt, een ravage die honderdduizenden doden en evenzovele wezen in haar kielzog voert.

Zijn eigen clerus heeft hij op schandalige wijze de hand boven het hoofd gehouden toen de verhalen loskwamen over misbruik van kinderen door Amerikaanse priesters. Rome heeft rechtszaken geschikt, schadevergoedingen betaald, en uiteindelijk, toen de mediarel te groot werd, schuld bekend: maar bijna alle schuldigen en medeplichtigen zijn intern herplaatst. Tot een poging te doorgronden hoe degenen die zich als hoeders hadden moeten gedragen tot dergelijk wangedrag in staat waren, is het nooit gekomen, laat staan tot de wens te begrijpen hoe het in hemelsnaam kon gebeuren dat de plaatselijke clerus de verschillende zaken zo lang in de doofpot had weten te houden.

De paus heeft daarnaast vrouwen en homoseksuelen herhaaldelijk voor het hoofd gestoten: de eerste groep door ze stelselmatig als kerkfunctionaris te weigeren, de tweede door ze uit te sluiten van het huwelijk.

Ik mag hopen dat God minder rooms is dan de paus was en dat hij Wojtyla genadeloos op zijn donder geeft. In het vagevuur met die man!

Leve het getob en gepieker

Op 20 maart 1995 lieten vijf leden van Aum Shinrikyo tijdens de ochtendspits sarin vrij in drie metro’s in Tokyo. Twaalf mensen stierven door het zenuwgas, vijfduizend raakten (soms zeer ernstig) gewond. De leider van Aum, Shoko Asahara, werd eerder dit jaar tot de doodstraf veroordeeld.

Het ergerde Haruki Murakami, een geweldig romanschrijver die ooit de Nobelprjs voor de literatuur zal winnen, dat er veel over de sekte werd geschreven en weinig over de slachtoffers. Wat hebben zij die dag – en de jaren erna – gedacht, gevoeld, meegemaakt? Zijn ze wraakzuchtig? Zijn ze bang geworden voor de metro? Hoe werkt de aanslag op hun leven door? Hij traceerde zestig mensen die de aanslag hebben meegemaakt en sprak uitgebreid met hen. Daarna ondernam hij een tweede queeste: een serie interviews met leden van Aum Shinrikyo. Een selectie van beide series is gebundeld in het boek Underground.

Uit het boek rijst een verbluffend en onrustbarend beeld op: de slachtoffers lijken op de sekteleden. Anders gezegd: de Aumleden zijn niet de verblinde lieden waarvoor we sekte-aanhangers gewoonlijk verslijten, niet de fanatici de we met terroristische groeperingen associëren. De slachtoffers zijn gewone mensen die elke dag naar hun werk gaan, daar braaf doen wat van hen wordt verwacht, zich afvragen of lange dagen op kantoor maken nu alles is, die sterk aan gezin en vrienden hangen en die zouden willen dat het leven meer te bieden had. De sekteleden waren wellicht op voorhand meer Einzelgängers dan hun slachtoffers en hadden een iets sterker gevoel van maatschappelijke ontheemding. In Aum vonden ze een gezin, een hechte familie, en een dagelijkse routine. Ze kwamen er omdat ze de wereld (en zichzelf) wilden verbeteren, ze hadden de oprechte wens goed te doen. En ze deden braaf wat er van hen werd verwacht. Eindeloos brood bakken voor de sektegemeenschap, boeken binden of buizen lassen.

Ergens rond 1991 veranderde Aum, vertellen ze. Het werd harder. Maar ondertussen hadden de leden – waarvan veel ingetreden waren en als monniken leefden – zoveel in Aum geïnvesteerd en zoveel buitenwereld opgegeven dat ze er niet meer uit durfden of konden. Sterker: het besef dat je weg kon was verdwenen, hoewel het onbehagen groeide. Hetzelfde onbehagen waarvan de slachtoffers, hoewel iets minder geprononceerd, verhalen: dat hun werk een sleur was, dat ze afgebuffeld werden, dat de wereld een kant op ging die ze niet prettig vonden zonder dat ze het idee hadden dat ze dat konden stoppen, of zelfs maar remmen.

In het midden van zijn interviewboek, als een scharnier tussen slachtoffers en sekteleden, tracht Murakami in een essay te achterhalen wat de essentiële vragen zijn die het ontstaan van een terroristische sekte als Aum oproept (en wellicht kun je voor ‘Aum’ ook andere terroristische sektes invullen, zoals Al Qa’ida). Hij laat daarin zien dat er geen sprake kan zijn van een eenvoudige tegenstelling tussen ‘wij’, de normale, de goede mensen, en ‘zij’: de slechteriken, de gekken. Er bestaat geen hersenspoeling door een leider. Er bestaan wel mensen die hun eigen ik graag uitleveren aan een ander, die zichzelf met graagte laten herschrijven door een dwingend verhaal.

Wat Aum deed was vragen uitroeien, ambivalenties en incongruenties met abstracte logica gladstrijken. Aums ijzeren rationaliteit maakte haar gevaarlijk. Het is juist het dagelijkse getob dat de metroreizigers menselijk hield en ons aan de banale realiteit kleeft.

Pak de prelaten

Dezelfde linkse mensen die eerder de katholieken op de korrel namen, maken zich nu boos op degenen die kritiek hebben op de islam, schreef Joost Zwagerman zaterdag in de Volkskrant. ‘Vroeger stal je als cabaretier en columnist de show met grappen over benepen confessionelen in het algemeen en roomse gluiperds in het bijzonder. (..) Staat er nu echter een ander op om de moslims onder ons eens op een soortgelijke manier te wijzen op de archaïsche dogma’s van hun religieuze mores, dan zijn het diezelfde columnisten die klaarstaan met een breed uitgemeten morele verontwaardiging over stigmatisering en vernedering van een bevolkingsgroep.’ Da’s buitengewoon hypocriet, zegt Zwagerman, en een bizarre travestie: juist degenen die indertijd van harte meehielpen aan de ontkerkelijking, piepen nu het hardst als iemand iets scherps zegt over de islam.

Volgens mij slaat Zwagerman de plank wat mis. Critici en columnisten zeggen zelden iets scherps over de islam: de meesten, ikzelf inclusief, hebben zich simpelweg nooit voldoende in dat geloof verdiept om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Het commentaar van mensen die erin thuis zijn (zoals Hafid Bouazza) wordt verwelkomd, niet afgedaan als stigmatiserend. Wat wel te makkelijk gebeurt is dat individuele aanhangers van de islam in de hoek worden gezet als inherent achterlijk, anti-democratisch en anti-liberaal, alsof islamitisch zijn zich per definitie niet laat verenigen met moderniteit. Daartegen bezwaar aantekenen lijkt me niet meer dan normaal, zeker voor wie ingezien heeft dat linkse kritikasters indertijd bijwijlen erg lomp konden zijn met hun kastijdingen van de katholieken.

Daarnaast – en dat lijkt me een cruciaal verschil – waren de confessionelen aan de macht in de jaren die Zwagerman ons als spiegel voorhoudt. De KVP maakte de dienst uit en legde haar maatschappelijke moraal unverfroren op, ook aan al wie niet gelovig was: vrouwen werd het werken belet, seks zonder boterbriefje was verwerpelijk, abortus, de pil en homoseksualiteit waren doodzonden. In zo’n context is het logisch om de prelaten van de religie die zulke waarden beheerden te bekritiseren of in hun hemd te zetten. Giechelig doen is trouwens altijd een goede strategie om macht te ondermijnen en dat is precies waar het toen om ging: de macht van het geloof op de maatschappij verzwakken.

De islam ontbeert die macht hier, en daarmee vervalt de grondslag van Zwagermans betoog. De stukjes- en ingezondenbrievenschrijvers die nu ten strijde trekken tegen de islam, hebben het voorts zelden over de islam zelf (of een van de stromingen daarbinnen) en vrijwel altijd over individuele gelovigen. Dat is alsof je de macht die de Paus een halve eeuw geleden had, aan de kaak zou stellen door kritiek te leveren op de mensen die bidden voor het eten. Daar zat ‘m de pijn niet, in dat godsvruchtig of ritueel vouwen der handen door de kleine luiden. De pijn zat ‘m in het opleggen van de praktische consequenties van dat geloof aan derden. De pijn zat ‘m in de prelaten.

Zo lang kritiek op de islam wordt geuit in de vorm van gezeur en misbaar over haar kleine luiden, acht ik het niet meer dan terecht om te waarschuwen voor stigmatisering. Daarnaast helpt het geen zier om alle islamieten over één kam te scheren, en te doen of elke moslim ouderwets is. De relativering van het katholicisme kwam goeddeels van binnenuit. Die kritikasters van toen schreeuwden ook maar wat vanaf de zijlijn.

Moslims en waarden & normen

De zoon van een goede vriendin – laat ik hem Piet noemen en haar Anna – is een tijdje terug moslim geworden. Hij vat zijn geloof serieus op: geen alcohol of varkensvlees, vasten tijdens de Ramadan en voor dag en dauw bidden. Overdag werkt hij hard en ‘s avonds lopen hij en zijn vrienden de deur bij elkaar plat. Hij had altijd al een hang naar het religieuze, en aangezien hij op straat vriendjes werd met moslims en zodoende veel over hun godsdienst hoorde, leek hem dat een logische keus. De moskeegangers zijn reuzetrots op hem: witte jongens die lid worden zijn zeldzaam. Piet zelf vindt het niet zo bijzonder: hij is gewoon gelovig, net als de meeste van zijn vrienden. Daar praat je verder niet over.

Piet was jarig: hij werd achttien en dus volwassen. Het feest werd gevierd met al zijn vrienden en familie. ‘Uhm, ik moest toch wel even slikken,’ vertelde een familielid later aan mijn vriendin. ‘Zoveel Marokkanen in je huis. Ik greep meteen naar mijn portemonnee.’ Anna ontplofte beheerst: ‘Je moest je diep schamen. Het zijn de vrienden van mijn kind. Waar zie je hen, waar zie je mijn kind voor aan? Wat denk je toch allemaal, geloof je nu heus dat alle Marokkanen dieven zijn?’

Anna’s familielid werd wat ongemakkelijk na haar uitval, want nee, dat had hij nu ook weer niet bedoeld. Maar ja, je hoort van die rare dingen he, en dat blijft hangen. Die Marokkaanse jongens, hoe keken die nu eigenlijk naar haar, vroeg hij bedeesd verder. Vonden ze haar geen hoer, zo zonder man? Anna lachte. ‘Ze zeggen meestal heel beleefd: “Dag moeder van Piet,” en ze staan geregeld met z’n allen in de keuken te koken en dan vragen ze of ik ook iets wil.’

Van een ander familielid kreeg Anna een krantenknipsel overhandigd waarin werd beschreven dat binnen moskeeën soms jongeren werden geronseld voor de Jihad. Ze kreeg dat stukje uit zorg toegespeeld, het was lief en goed bedoeld, maar behalve dat sprak er ook angst uit. Je weet het maar nooit, met die moskeeën… Voor je het weet gaat zoiets mis.

Waarna Anna vriendelijk uitlegde dat voor jonge kinderen en jongvolwassenen overal gevaar dreigt. Op school hadden Piets (Nederlandse) vrienden hem de coffeeshops ingesleept waar altijd wel een paar (witte) volwassenen andere dingen begonnen te pushen. Op de sportschool liepen geregeld (witte) mannen met steroïde anabolen te leuren. Overal zit gespuis, maar als het om moslims of Noord-Afrikanen gaat scheren we plots iedereen over een kam en verdenken we ze en masse van van alles.

Piet wordt niet met de nek aangekeken en in zijn buurt grijpen witte mensen niet naar hun portemonnee. Hij ziet er immers niet uit als moslim. Maar veel van zijn vrienden wel. En waar Anna Piets geloof zo nodig kan verdedigen en al doende die angsten en vooroordelen misschien een beetje kan ontwrichten, krijgen zij die kans niet: Anna’s familieleden en al die andere Nederlanders die islamieten niet vertrouwen, praten daarover niet met die islamieten zelf. Zo gaan die dingen helaas: wat je vreest, dat schuw je. Waarmee je je angst in stand houdt, ook als die op niets geschraagd is.

Die verdenkingen en vooroordelen blijven. En ze worden gevoeld. Pierre Bokma gelezen in het PS van afgelopen zaterdag, die zich boos maakte dat de koran alle andere godsdiensten afwees en vooral in geboden en verboden handelde? Doet de bijbel anders? Nee, maar als de koran hetzelfde doet is het ineens vreselijk eng.

Moslims ervaren het klimaat jegens hen als gaandeweg vijandiger, meldden de inlichtingendiensten eerder deze maand. Het erge is dat daardoor ook de grote groep moslims die zich democraat acht, zich ontheemd begint te voelen: ”Te constateren valt dat een groeiend aantal moslims zich door opiniemakers en opinieleiders in het maatschappelijk verkeer onheus bejegend voelt. Hierbij komt dat in hun ogen de overheid zich niet – of onvoldoende – als onpartijdige arbiter opstelt. Deze gedachte leeft onder de kleine groep van politiek radicale moslims maar ook binnen een groot deel van moslims dat zich wel verbonden voelt met – en gebonden acht aan – de principes van de democratische rechtsstaat,’ schrijft de AIVD.

Naarmate de islam en haar gelovigen meer worden gewantrouwd en geweerd, verhardden de linies zich. Juist in de uitstoting die zo op gang gebracht wordt ligt een grote voedingsbron voor radicalisering, waarschuwt de AIVD. Anders gezegd: de radicalisering waarvoor we hier zo bang zijn komt niet uit de islam voort, maar uit onze argwanende behandeling van haar aanhangers. Wat gij niet wilt dat u geschiedt…