
Wie mag er eerst, wie pas later? Wie wordt er plots tussendoor geschoven? Wie kruipt voor? Wie zakt er stilletjes op de lijst? Wie priemt er een vinger in de lucht, krijtend: ‘Ik ook, ik mag ook eerst?’ Wie wint de afweging tussen zielig genoeg zijn en sociaaleconomisch onmisbaar zijn?
De voorrang voor het smaldeel van de zorg dat zich intensief met coronapatiënten bezighoudt, was goed te billijken. Maar door die ene exceptie ging de rest van het land prompt los: belangenorganisaties kregen door dat wanneer je de onmisbaarheid van je beroepsgroep maar voldoende benadrukte, je kennelijk aanspraak kon maken op privileges. Waarna zowat iedereen ging bedelen om eerder dan de kwetsbare mensen gevaccineerd te mogen worden. Onderwijzend personeel wilde ook, net als de politie en de boa’s, de medewerkers in de kinderopvang, de doktersassistenten, ja zelfs de rijschoolhouders maakten aanspraak om eerder geprikt te mogen worden dan de oude en kwetsbare mensen. En toen wilden de obese middelbare mannen ook nog eerst.
Geen wonder dat de chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zo snel kelderden op de lijst. Wie oud is of chronisch makke heeft, kan zich moeilijk op maatschappelijke onmisbaarheid beroepen. Die moet sowieso vaak genoegen nemen met de kruimpjes.
Het levert een schril beeld op: wie zijn maatschappelijk nut maar genoeg weet op te pimpen – rijschoolinstructeurs, god bewaar me – heeft meer rechten. Maar was het doel van de hele operatie niet om de mensen die het meest ziek werden van corona, als eerste in te enten en zo de overstroming van de zorg tegen te gaan?
Intussen mochten de écht oudere mensen die eindelijk aan de beurt waren, zich vervoegen bij een centraal vaccinatiepunt dat soms anderhalf uur rijden verderop was.
Los van deze akelige wedstrijd om voorrang: zo’n gesegmenteerde aanpak remt de zaak alleen maar en leidt tot een logistieke nachtmerrie: meer regels, meer lastige selecties, en per vers geïdentificeerde doelgroep kleinere groepjes die zich stads- en streeksgewijs moeten vervoegen bij een prikpunt een paar uur reizen verderop.
Terwijl er een zoveel slimmere – en jarenlang beproefde – strategie klaarlag: die van de griepprik. De huisartsen roepen elk jaar alle ouderen en alle mensen met, zoals dat tegenwoordig heet, ‘onderliggend lijden’ uit hun praktijk op en geven die in twee dagen tijd een vaccinatie. Klaar. Fluitje van een cent. Het dondert niet of je Down hebt, suikerziekte of copd, of je 80 bent, obees of kankerpatiënt: je huisarts weet je zo te vinden, en zit bovendien dichtbij.
Daarna kun je streeksgewijs en per huisartsenpraktijk de rest inenten, en dan eerst de regio’s waar veel besmettingen rondwaren: want zolang er een tekort is aan vaccins, zet je het schaarse spul in waar dat het nuttigst is.
Dat is, dunkt me, het beste recept voor een efficiënte aanpak.
[Beeld: Pixabay /
In 2006 besloot de overheid het sofinummer, bedoeld voor sociale verzekeringen en de belastingdienst, op te waarderen tot een burgerservicenummer. Dat BSN zou je voortaan ‘overheidsbreed’ kunnen gebruiken, ‘met het oog op een meer klantgerichte, geïntegreerde dienstverlening’. Zo geschiedde. Dus tegenwoordig vraagt Jan en alleman je om je BSN, en is dat het snoer geworden waarmee je persoonlijke informatie overal aan elkaar wordt geregen.
Al drie weken krijg ik leugenachtige berichten doorgestuurd. Het is een snood netwerk dat dit fake news uur na uur rondpompt: mijn eigen lichaam is de afzender. Eerst zei het nieuws dat mijn kruis en zitvlak dood waren – geen wonder, dacht ik nog: ik zit te veel, en sinds ik thuis werk is dat alleen maar erger geworden – maar na een paar dagen schoot die gevoelloosheid in een paar uur tijd achterlangs van mijn bovenbeen via mijn kuit naar mijn voet. Toen was mijn rechterbeen achter van bil tot hak dood.
De misstanden die boven water zijn gekomen bij de toeslagenaffaire zijn heftig. Mensen werden op grond van hun ‘on-Nederlandse’ achternaam als verdacht bestempeld, en kregen dat zelf niet te horen – zodat ze zich niet konden verdedigen. Ze werden geregeld al als fraudeur aangemerkt indien ze niet alle papieren konden aanleveren die de fiscus van hen vorderde – ongeacht hoe absurd die eis soms ook was. Zo moesten sommige ouders presentielijsten van de kinderopvang overleggen: met wie was hun kindje daar op dag X of Y geweest?
Och, hij heeft al verloren, zeggen sommigen, dan is impeachment overbodig. Een curieus argument: dat over een week de echtscheiding wordt uitgesproken, betekent niet dat je aankomende ex je kort daarvoor straffeloos kan mishandelen.
Gisteren heeft het kabinet eindelijk een soortement van rooster
Zelden heb ik zo uitgekeken naar het einde van een jaar. Niet dat ik erop reken dat alles volgend jaar beter zal gaan, maar op een beetje beter hoop ik toch wel – al is het maar omdat er vaccins in aantocht zijn, al blijken we in de logistieke operatie die de verstrekking ervan behelst, het sloomste jongetje van de hele klas te zijn. Moge dat de laatste blunder van Hugo de Jonge zijn.
Het was het meest gehoorde en meest oppervlakkige argument van 2020: ‘ik ben er wel klaar mee.’ Waar ik persoonlijk klaar mee ben: zijn mensen die ‘geen zin’ hebben om hun eigen gedrag aan te passen, hoewel ze anderen daarmee grote schade berokkenen. Hun ‘coronamoeheid’ is een van de redenen dat de zorg nu al driekwart jaar overuren maakt en toch alsnog uit zijn voegen barst. Hun onwil om voorzorgsmaatregelen in acht te nemen, bevordert dat mensen die buitengewoon kwetsbaar zijn voor het virus, amper hun huis uit kunnen en vrijwel niemand durven te zien.
Had het
Vervloekt zij de mensen die ministers en parlementsleden op straat belagen, omdat ze het niet eens zijn met hun beleid. Die hen de vrije doorgang belemmeren, of hen lukraak