Zowat alles ging mis bij die race om de corona-app, die mensen moest vertellen dat ze in de buurt waren geweest bij iemand die besmet blijkt te zijn. De ene app was lek. De andere gaf je telefoonnummer prijs, en verbrak zo je anonimiteit. De derde was helemaal niet aangeprezen door het deskundigenpanel: die hadden het ding expliciet afgewezen. De vierde waarborgde niet dat uitsluitend besmette mensen alerts konden versturen.
Belangrijker: alle apps hingen in een beleidsmatig vacuüm. Ze staan of vallen met de beschikbaarheid van testen: alleen dan kan de waarschuwing die zo’n ding verstuurt, betrouwbaar zijn. Maar er is geen flankerend beleid. Zelfs huisgenoten van een erkende patiënt kunnen zich zelden laten testen. Wil je heus dat mensen zelf waarschuwingen kunnen versturen, en dat een cascade van vermoedens en ‘mogelijke’ besmettingen zich door ieders mobiele netwerk verspreidt? Dan belanden we alsnog allemaal in zelfquarantaine en zijn we geen sikkepit verder.
Voor die aanpak is een term: techno-optimisme. Als je beleidsmatig met je handen in het haar zit, besteed je het probleem uit. Je laat er software voor maken: dan komt het vast goed! Mislukt dat, dan kun je de schuld voor je eigen falen op de programmeurs afschuiven. Altijd prijs.
Ik ben allang blij dat het kabinet zichzelf had laten overhalen zijn aanpak publiekelijk te laten onderzoeken, en de hulp van externe deskundigen had ingeroepen. (En zoals Brenno de Winter, een van de betrokken experts, maandagavond in Op1 zei: liet de overheid al haar ict-plannen maar zo breed testen. Dat zou een boel vergeefs uitgegeven geld, moeizame trajecten en krankjoreme ict-plannen schelen.)
Maar je mag toch hopen dat het kabinet vanavond aankondigt dat ze die app op de lange baan schuift, en eerst zelf een grondig testbeleid implementeert. Want te vaak heeft de regering keuzes die ze als een kat in het nauw heeft gemaakt, gepoogd ons als doordacht beleid te slijten.
Er was te weinig testcapaciteit. Prompt wilde het kabinet ons dat verkopen als bewuste strategie: het ‘testen, testen, testen’ waarop de rest van de wereld ostentatief hamerde, zou niet zinvol zijn. Er waren te weinig hightech beademingsapparaten op de IC’s. Het zou niet zo’n vaart lopen, zei de regering, maar dat deed het wel. In het wilde weg bestelde ze duizend van die dingen bij Philips, maar die voldoen niet: ze zijn prima om iemand onder narcose asem te geven, maar helpen geen zier voor mensen wier longen kapot dreigen te gaan.
We hoefden volgens de regering aanvankelijk niet in lockdown: vrij rondlopend zouden we volgens hen sneller ‘groepsimmuniteit’ verwerven. Toen liepen de ziekenhuizen vol, en de IC’s over. Tests voor verpleegtehuis- en thuiszorgpersoneel waren volgens de regering niet nodig, maar nu sterven cliënten daar bij bosjes, en betreft een derde van alle besmettingen het zorgpersoneel. Mondkapjes voor burgers zouden ‘valse veiligheid’ bieden, maar juist die strategie werkte elders opperbest. Alleen: wij hebben die dingen niet.
De nood verkopen als weloverwogen beleid is dodelijk voor het vertrouwen in de overheid.
[Beeld: Pixabay]
	
	
Nog geen twee dagen nadat het idee van overheidswege werd geopperd, betoonde half Nederland zich al voorstander van zo’n ding: een app op je mobiele telefoon die bijhoudt bij welke andere telefoons je in de buurt bent geweest, opdat mensen automatisch aan elkaar kunnen doorgeven dat ze besmet zijn geraakt, en dat jijzelf dan – omdat je in hun buurt was – maar beter in quarantaine kunt gaan. Dit als onderdeel van een exit-strategie: de manier om uit de lockdown te komen.
	
De druk neemt toe. Het moet af. Nog een paar uurtjes extra doorwerken, dan krijg je het vast voor elkaar. Uitpuffen komt later wel. Toch maar op zondag aan de slag. Weer geen tijd om te ontspannen. Verdorie, zo laat al? Kom zeg, gewoon doorpakken, nog even de schouders eronder. Op het nippertje. Klaar, toch weer gelukt!
	
	
In New York, momenteel een brandhaard van het coronavirus, begint vandaag een klinische test met bestaande medicijnen, die samen mogelijk helpen tegen corona. Dat 
	
Daar zijn we mooi klaar mee: een heuse pandemie. Welke strategie je overheid ook kiest: iedereen moet er doorheen, we hebben weinig keus. Individueel en als groep moeten we immuniteit opbouwen, en onderwijl iedereen die ziek en zwak is naar vermogen beschermen. Pas als dik de helft van de bevolking een besmetting heeft doorgemaakt, hebben we de eerste klap achter de rug.
	
De VPRO had zondag een 
	
‘Hoeveel waren het er ook alweer?’ vroeg ik de goede vriend die mijn halfslachtig ziekbed was komen verlichten. ‘Zeven, toch?’
	
Hoe besmettelijk dat nieuwe coronavirus is, vragen we ons af. Moeten we hier in Nederland mondkapjes gaan dagen? Kunnen we nog wel veilig naar godweetwaar reizen? Maar dat zijn voor Nederland de verkeerde vragen – ze spitsen zich toe op het individuele risico besmet te raken. (Mondkapjes dragen heeft echt alleen zin in gebieden waar het virus rondwaart. Ze nu kopen, zorgt vooral dat mensen die ze nodig hebben, ze niet meer kunnen bemachtigen.)
	
Het was volgens de CIA zelf de ‘inlichtingencoup van de eeuw’: West-Duitsland (de BRD) en de VS waren de geheime eigenaren van een Zwitsers bedrijf, Crypto AG, opgericht in 1952. Crypto AG verkocht overheden machines waarmee berichten konden worden versleuteld. Ze bouwden een achterdeur in. Zo aten de VS en de BRD van twee walletjes: ze verdienden goud geld aan de machines, die aan bijna 130 staten werden verkocht; én ze konden op hun gemak de veilig gewaande communicatie van vriend en vijand doorspitten.