Op verzoek van de gemeente Amsterdam schreef socioloog Herman Vuijsje een lesboek voor multiculturele scholen, bedoeld om de rechtszaak toe te lichten tegen de verdachte van de moord op Theo van Gogh. Het idee om scholieren de beginselen van de grondwet en de rechtstaat bij te brengen, is prachtig. Jammer alleen dat de boekjes uitsluitend bedoeld zijn voor multiculturele scholen. Waarom zou je niet alle leerlingen zo’n aanschouwelijk democratisch lesje geven? Ook onder Nederlanders zijn toch vast voldoende scholieren te vinden die baat hebben bij een spoedcursus grondrechten?
Je vindt zulke hulpbehoevende mensen zelfs onder politici. Voorstellen die onze grondrechten eroderen vliegen je tegenwoordig om de oren, met als voorlopig hoogtepunt de plannen om zonder tussenkomst van de rechter beperkingen op te leggen aan mensen die verdacht worden van terroristische plannen. Donner wil beroeps- en straatverboden en een meldingsplicht bij bestuurlijke maatregel opleggen, zonder toetsing bij de rechtbank. Oftewel: zonder dat bewijs tegen zo iemand hoeft te worden overlegd en zonder dat er een aanklacht tegen hem is ingediend. Dat hoort niet.
Mensen hebben het recht te weten waarvan ze verdacht worden en het recht zich tegen verdenkingen te verweren. Ze hebben recht op een advocaat en recht op een eerlijke rechtsgang. Ook mensen die gruwelijke dingen beramen – een moord of een aanslag – hebben die onvervreemdbare rechten. Dat is precies waar de rechtstaat om draait: dat we mensen een eerlijke rechtsgang garanderen, ook als zijzelf niet eerlijk zijn of niet in die rechtstaat geloven.
Zulke principes zijn niet alleen geboren uit de wens moreel juist te handelen, ze zijn ook bedoeld om de burger te garanderen dat de overheid zonder aanziens des persoons optreedt en zich niet aan willekeur bezondigt. In laatste instantie zijn zulke principes ontworpen om te zorgen dat het handelen van de overheid zelf controleerbaar blijft. Welk onderzoek heeft justitie of een inlichtingendienst precies uitgevoerd, hoe duidelijk en overtuigend zijn hun aanwijzingen, is er gerede twijfel mogelijk aan de ten laste gelegde feiten?
Uiteindelijk hebben alle burgers, hoe netjes en rechtschapen ook, er immers belang bij dat de overheid zuiver procedeert. Een rechtszaak draait niet alleen om de vraag welke bewijzen er zijn voor de verdenkingen die op iemand rusten, maar ook hoe die bewijzen verkregen zijn en hoe solide ze zijn. Ook het gedrag van de overheid is in een strafzaak in het geding.
Je hoort het vaker de laatste jaren: wie een al te gruwelijke misdaad heeft verricht, kan zich niet langer beroepen op de rechten die anderen toekomen. Dat klopt: precies daarom mogen zulke mensen ook van hun vrijheid worden beroofd. Maar de rechtstaat vereist dat we ze pas hun grondrechten mogen ontnemen nadat er voldoende rechtsgeldig bewijs tegen hen is verzameld en nadat is gebleken dat zulk bewijs volgens de regels is verkregen – opdat duidelijk is dat de staat zelf niet heeft gerotzooid om ze in het gevang te krijgen. Dat hechten aan die zuivere rechtsgang, dat bewaken van de rechtstaat, doen we niet alleen voor die verdachten, maar ook voor onszelf. We bewaken de rechtstaat om zelf een zuiver blazoen te houden (opdat we zeker weten dat we iemand niet abusievelijk in het cachot zit), maar ook omdat alleen dat ons de middelen in handen geeft de overheid te blijven controleren.
Maar die les moeten sommige politici nog leren.
Hirsi Ali – het gaat haar goed, ze is ondanks de bedreigingen aan haar adres onverdroten strijdbaar, liet ze laatst per brief aan het VVD-congres en per interview in NRC Handelsblad weten – werkt momenteel aan Submission 2 en aan een nieuw boek, waarin ze zal aantonen dat de islam vrouwen onderdrukt. Haar afwezigheid uit de kamer, zo liet ze volk en partij tezelfdertijd weten, is ‘uit vrije wil’.
TV-kijken werd weer leuk toen ik een groter toestel kreeg. Eerder had ik door mijn slechte ogen – blinde vlekken vanwege de ms – vaak moeite te zien wat ik zag. Prompt raakte ik verslingerd aan Sex & the City. Dat was rijkelijk laat, de serie begon net aan zijn vijfde seizoen, en heel toepasselijk: ik had net besloten dat mijn vriendje zijn zesde seizoen niet mocht afmaken.
Natuurlijk waren de hoofdrolspeelsters licht overtrokken: Samantha leek werkelijk aan niets dan seks te denken (maar wist ondertussen een goedlopend PR-bedrijf op de been te houden), Carrie vond ik te meisjesachtig met teveel poppenkleertjes, Charlotte was al te romantisch en snobistisch. In Miranda kon ik me nog het meest vinden, minus kind dan: licht cynisch, adrem en professioneel. Met die vier karakters kon je elke situatie vanuit verschillende standpunten bekijken.
Maar dan nog kun je een flauwe serie maken. De kracht van Sex & the City was juist dat ze alle heimelijkheden op tafel legden, niet alleen seksuele kwesties. Zoals Miranda die zich wekenlang te buiten ging aan taart eten toen ze zich rot voelde, de zoetigheid uiteindelijk wanhopig maar manmoedig in de vuilnisbak flikkerde en toen zo laag zakte dat ze uit de vuilnisbak vrat. (Bevrijdende lach aan mijn kant: oh god ja been there done that, ineens slaat oude gêne over in zelfleedvermaak, wat veel gezonder is.) Charlottes gedoe met een echtgenoot die impotent blijkt, en haar aanvankelijke pogingen de schone schijn van een gelukkig huwelijk op te houden. Samantha die zich soms afvraagt hoe dat nu moet met haar versierdrift als ze oud wordt (want oudere mannen zijn aanzienlijk meer in tel dan oudere vrouwen).
En tussendoor steeds weer die belangrijke vragen, die nooit sluitend beantwoord kunnen worden en zich telkens opnieuw aandienen: wat wil ik in een verhouding, tot waar ga ik om iemand te houden, waar slaat liefde om in gewenning en kun je daartegen, wat geef je op als je iemand de bons geeft, kun je liefde en vrijheid combineren? Het prettige was dat al die vragen gesteld werden tegen de achtergrond van een volkomen vanzelfsprekendheid van werken en blijven werken (dat ze allemaal zulke riante inkomens hadden was minder realistisch, maar in de context vergeeflijk) en in het besef dat vriendschap de enige constante is in een wereld waar liefdes komen en gaan. In die zin was Sex & the City een glamourversie van het feminisme: wees financieel onafhankelijk, slik niet alles, zorg voor jezelf, neem je eigen motieven onder de loep en blijf slim.
Bij de aanstaande Amerikaanse verkiezingen telt elke stem. Maar niet iedereen mag stemmen: je moet je eerst registeren, en in sommige staten wordt iedereen die ooit in de gevangenis heeft gezeten, uitgesloten van stemming. Die uitsluiting gebeurt niet altijd secuur: in Florida werd de vorige keer ten onrechte een groep van 22.000 mensen uitgesloten.
Hoeveel is er nodig om een tekst van internet te laten verdwijnen? De wet stelt dat als providers in kennis worden gesteld van een onmiskenbare auteursrechtschending die via hun systemen plaatsvindt, ze zijn gehouden om in te grijpen (lees: die tekst te verwijderen). Hoe zorgvuldig springen providers met die plicht om?
Internet bestond nog niet echt. Er was één netwerk dat zowel militaire als wetenschappelijke computers in de Verenigde Staten met elkaar verbond. Mail en nieuws ophalen ging langzaam: data kwam met 120 tekens per seconde binnen. De ruggengraat van het netwerk had een maximale snelheid van 56 Kb. Die snelheid haal je tegenwoordig wanneer je inbelt naar je provider; toen was dat de capaciteit van het hele netwerk. We schrijven 1981.