Kamervragen over Scientology
Bakker (D66), 8 februari 1996


Op 8 februari stelde Tweede Kamerlid Bakker, D66, vragen over Scientology. Hij refereerde aan een in 1984 verschenen rapport over sekten, dat niet bijster positief was over Scientology. (Zie Rapport Commissie Witteveen)


Bakker, D'66, aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 8 feb. 1996:

  1. Herinnert u zich het rapport van de subcommissie sekten van de vaste commissie voor de volksgezondheid uiy 1984? Herinnert u zich met name de opvatting uit dit rapport dat de organisatie en het gedrag van de Scientology Kerk Amsterdam op gespannen voet staat met twee grondrechten, te weten de vrijheid van godsdienst en de eerbiedinging van de persoonlijke levenssfeer, waarna de commissie het volgende concludeert: "Zou de Kerk niet bereid blijken daarin metterdaad verandering te brengen, dan zou de vraag gesteld moeten worden of zij daarmee niet binnen de wettelijke termen van een verboden rechtspersoon zou vallen"?
  2. Heeft sinds het verschijnen van dit rapport en de bespreking ervan in de Tweede Kamer contact of overleg plaatsgevonden met Scientology? Zo ja, wat is daarvan het resultaat? Zo nee, ziet u dan aanleiding om een dergelijk contact alsnog te doen plaatsvinden?
  3. Bent u bereid om te onderzoeken of de conclcusie van de subcommissie uit 1984 dat sprake is van een organisatie die op gespannen voet staat met de genoemde grondrechten, nog altijd actueel is?
top