alle boeken

Seks is een glijmddel
Uit: MV - doorhalen wat niet van toepassing is
Nijgh & van Ditmar, 1998


SEKS VERKOOPT, dat weet iedereen; het is een vuistregel in de reclame. De alliantie die tussen nieuwe media en seks is ontstaan, gaat echter een stapje verder dan dat: regelmatig staat of valt de overlevingskracht van nieuwe mediatechnologieën met seks. Voor moderne media lijkt als vuistregel te gelden: if it doesn't make you come, it doesn't stay.

Fabrikanten leren die les soms op hardhandige wijze. Philips ontwikkelde zo'n twintig jaar geleden een vernuftig videosysteem, de V2000, en sloot contracten af met filmmagnaten teneinde voorbespeelde software beschikbaar te hebben voor de kersverse videobezitters. Philips weigerde echter pertinent om in zee te gaan met pornoproducenten. De videotheken hadden voor de eigenaars van dit systeem derhalve alleen min of meer kuise speelfilms op de schappen staan; dat had tot gevolg dat de V2000 in de zo belangrijke introductiejaren sterk aan marktpotentie inboette. Juist pornovideo's werden immers opvallend vaak verhuurd, vermoedelijk door mensen die er nieuwsgierig naar waren maar geen zin hadden in vieze bioscopen in achterafstraatjes.

Betamax, een videosysteem dat eveneens de concurrentie aanging met VHS, bood wél porno en hield het aanzienlijk langer uit dan Philips' vinding. Het V2000-systeem, een superieure techniek volgens mensen die het weten kunnen, ging feitelijk aan preutsheid ten onder.

De cd-rom, die via de computer tekst, beeld en geluid combineert, heeft jarenlang een kwakkelend bestaan geleid; het was porno die het medium op de been hield. Tot voor een paar jaar geleden bestond driekwart van de cd-roms uit zogeheten 'vermaak voor volwassenen'. Nu het medium is doorgebroken, is dat aandeel gedaald tot plusminus dertig procent; niet zozeer omdat er in absolute zin minder seks op cd-rom wordt verkocht, maar doordat er tegenwoordig meer andersoortige cd's op de markt zijn. (1)

Seks redde ook Minitel, een bulletinboard-achtig systeem dat de Franse PTT begin jaren zeventig opzette. Het Franse Télécom zocht naar bezuinigingen en wilde daarom kostbare diensten, zoals het gratis verstrekken van telefoongidsen en het instandhouden van inlichtingencentrales, vervangen door een systeem waarbij de burgers zélf informatie moesten opzoeken via een online verbinding (dat zou Télécom bovendien telefoontikken opleveren: het mes moest voor hen aan twee kanten snijden). Behalve de telefoongids konden de gebruikers tegen betaling - een deel voor Télécom, een deel voor de serviceverlener - ook het weerbericht, de uitgaansagenda en de veilingprijzen raadplegen.

Minitel sloeg aanvankelijk niet bijster aan; van animo was pas sprake toen gebruikers ontdekten dat ze, in plaats van uitsluitend 'naar boven' te bellen, op de bulletin boards ook berichten voor elkaar konden achterlaten. Veel geld leverde Minitel Télécom echter niet op. Totdat een paar pientere jongens seks- en dating-bulletinboards opzetten en een paar franken per minuut vroegen voor hun service; binnen de kortste keren liep het storm en kwam het geld bij bakken binnen.

En seks verkocht in Nederland de 06-nummers. Toen de nieuwe dienst werd opgezet, wist eigenlijk niemand - ook de PTT niet - wat daar nu handig aan was of wat het voordeel was ten opzichte van gewone telefoonnummers. Zelf had de PTT niet veel meer in de aanbieding dan het weerbericht, de tijdmelding en Max Tailleurs geinlijn, oftewel: bestaande diensten in een nieuw, duurder jasje gestoken. De pogingen van de PTT om bedrijven te interesseren voor deze nieuwe optie waren dan ook schuchter en kregen weinig respons.

Een handige jongeman, Menno Büch, kocht in een opwelling vijfentwintig 06-lijnen, hing er een telefooncentrale achter waarop een opname werd afgespeeld van een hitsige vrouwenstem die suggestieve teksten uitsprak, plaatste advertenties voor nulzesseks en zag tot zijn onmetelijke verbazing dat, zodra het 06-net in werking werd gesteld, alle lampjes van zijn centrale tegelijkertijd aanfloepten. Door de publiciteit over zijn noviteit wist heel Nederland op slag wat een 06-nummer was. De PTT had zich geen effectiever introductie kunnen wensen en geen beter bewijs dat er met haar nieuwe service geld viel te verdienen. Büch werd binnen het jaar miljonair.

Promoseks

Inmiddels hebben bedrijven het fenomeen door en gebruiken ze seks, of de belofte ervan, volop als promotiemiddel voor communicatietechnologie. Buzzers, Kermits, Hi!'s en andere varianten op mobiele telefoons worden frequent aangeprezen met dergelijke allusies, vooral wanneer ze zich op jongeren richten. PTT Telecom adverteerde haar nieuwe buzzer - een teksttelefoon waarmee je eenregelige teksten op een schermpje kunt verzenden en ontvangen - per Sterspot als een apparaat om iemand de boodschap 'Kim ik hou van je' te sturen, en beveelt deze methode in het filmpje aan boven de meer bewerkelijke benaderingsmethodes. (Aanvankelijk probeerde de amoureuze jongeman Kim kond te doen van zijn gemoedsgesteldheid via een speciaal voor de gelegenheid opgetrokken grafitti-muur waarop hij diezelfde boodschap in full-colour had gespoten, maar helaas zag Kim die muur over het hoofd.)

Heel praktisch om iemand eenregelig te versieren, en tijdbesparend ook; maar, juist door de geringe inspanning die het intypen van die luttele woorden vergt, weinig geraffineerd en daarom vermoedelijk ineffectief. En dan nóg. Buzzers worden helemaal niet voor zulke dingen gebruikt. Mensen melden er voornamelijk kortaffe dingen mee als: 'Ik kom wat later', 'Haal jij boodschappen?' of 'Film uitverkocht. Wat nu?'

Internet wordt vanzelfsprekend ook geassocieerd met seks, alsof het net van zichzelf niet interessant genoeg is. (Ik denk wel eens dat het accent op seks wordt gelegd om een vooroordeel te weerstreven: namelijk dat mediatechnologie kil is, onbegrijpelijk, zo hard en metalig, met veel knoppen en toetsen en glimmende frontjes, zo ondoordringbaar, zo zonder mensen - zo... zo technisch.) Voor Internet heb je moderne computers nodig, beweren computerfirma's (minstens een met 'Intel inside!'), en als je eenmaal zo'n computer in bezit hebt, zijn de dames binnen handbereik.

Heus! Kijk maar naar de advertenties. Escom drapeert Sylvia-Millecamklonen over haar 'multi-media computers', lardeert haar folders met SM-achtige semi-schoonheden en beeldt vrijwel permanent monitoren af waarop scherp gestoken mevrouwen te zien zijn ('wat een beeldkwaliteit!'). Laser doet het met Katja Schuurman en laat die in hoogsteigen persoon getuigen van haar vergaande verliefdheid op haar 'Internet-computer' die van haar een wereldmeid maakt. ('Laser en Katja - beiden felbegeerd' schreef Laser in juli 1997 in een advertentie waarin meer been was te zien dan computer. Schuurman, in de begeleidende tekst: 'Als ik eenmaal begin weet ik niet meer van ophouden (...) Want ik wil meer. Dat wil jij toch ook?') Internet-accounts worden regelmatig gepromoot met leuzen die de eenzame burger moeten doen geloven dat de contacten hem nu pardoes in de schoot geworpen zullen worden ('Meet interesting people on the Net!'). De verleiding van seks lokt alom.

Dat je inderdaad seks op het net kunt vinden - zowel legale als illegale - hameren de kranten er verder wel in. Telkens weer verschijnen er krantenberichten over kinderporno die op het net circuleert en over 'pedofielen [die] Internet gebruiken als wereldwijd contactorgaan'. (2) Dat laatste is een hoogst suggestieve opmerking. Want pedofilie is immers niet strafbaar: er bestaat - niet alleen voor de strafwet - een cruciaal verschil tussen voelen en denken enerzijds, en handelen anderzijds.

Belangrijker nog is dat zo'n constatering dat pedofielen het net gebruiken, werkelijk niets zegt over de mate waarin het medium zich beter dan andere leent voor (al dan niet illegale) seks en sekscontacten. Want pedofielen 'gebruiken ook de PTT, de telefoon, de KLM, de fiets ... communicatiemiddelen zijn er nu eenmaal om ermee te communiceren'; (3) en toch tref je nooit eens ergens een artikel waarin mobiele telefoons aan de schandpaal worden genageld vanwege de mogelijkheden die zulke apparatuur pornohandelaren biedt om illegale waar aan de man te brengen.

Dat kinderporno ook in de gewone wereld te bekomen valt - sterker, dat die daar wordt gemáákt - lijkt inmiddels geheel uit zicht geraakt. Ook publiceren de kranten met kennelijke graagte buitenissige verhalen over mensen die via het net een sekscontact dachten te hebben opgedaan en die gruwelijk werden verkracht toen ze hun e-mail- of IRC-partner daadwerkelijk ontmoetten.

De vele verhalen die kranten en tijdschriften publiceren over net-relaties en -verliefdheden maken het er niet beter op. (De eerstvolgende journalist die deze uitgemolken koe opnieuw uit de sloot haalt, ram ik persoonlijk de vurige correspondentie van Héloïse en Abélard, in leer gebonden, door de strot.) Binnen de kortste keren heb je een e-mail correspondentie te pakken waar de vonken van af spatten, zou je op grond van die artikelen gaan geloven; daar hoef je haast niets voor te doen. Zulke dingen gebeuren namelijk vanzelf als je eenmaal op Internet bent.

Legio zijn dan ook de nooddruftige jongemannen die erin trappen en die, nadat ze zich toegang tot het net hebben verworven, in de meest uiteenlopende nieuwsgroepen berichten menen te moeten posten die allemaal op hetzelfde neerkomen: 'Wie wil mij mailen? Alleen leuke meisjes graag.' Soms staat er iets platvloerders dan 'mailen': 'Ik zou wel eens een geil contact willen hebbeb met een geile gabber maar wie kan mij zeggen hoe en waar ik daarvoor terecht kan of wie wil ??' (4)

Alsof je het met zo'n lullige opmerking in de disco of in het café ver zou schoppen. Alsof je op het net niet bij uitstek tekst dient te hebben om iemands aandacht te trekken. Alsof het des vragers geboorterecht is om bedolven te worden onder enthousiaste mail van bereidwillige mensen en hij dat recht wenst te verzilveren - en wel nú. Het is een hitserigheid die minstens ten dele in het leven wordt geroepen door reclamecampagnes en sensationele berichtgeving over het net.

Hetzelfde geldt voor Virtual Reality: schijnbare driedimensionale werelden. De ontwikkelingen daar gaan snel: tegenwoordig oefenen chirurgen complexe operaties via VR-modellen van de binnenkant van lichamen of gebruiken ze VR - nog spectaculairder - om op afstand te opereren: wat ze hier simuleren wordt daar uitgevoerd. Medisch en biologisch onderzoekers gebruiken VR-modellen om DNA te verkennen en het gedrag van virussen of andere levensvormen te bestuderen. Architecten, ingenieurs en bouwtechnici gebruiken het om constructies te testen en ontwerpen op een inzichtelijker manier te presenteren. Je kunt er zelfs een levensgrote denkbeeldige wereld mee scheppen waar mensen zich vervolgens fysiek in kunnen begeven.

Zelf heb ik eens door een kindertekening van een met bloemen bezaaid weiland mogen lopen; ik trof er een uit potloodkleuren opgetrokken vlinder die om mijn hoofd fladderde en op mijn arm wilde landen. Ik voelde me een vleesgeworden Alice in Wonderland. Maar verhalen over VR gaan vrijwel altijd over virtuele seks: hoe men op afstand bevredigd kan worden en zijn of haar ideale partner kan ontwerpen.

Seks, aldoor maar seks. We worden er bekant mee dóódgegooid. Het komt me bijwijlen de neus uit, en gaandeweg ontwikkel ik een steeds groter aversie tegen iedereen die zijn product denkt te moeten slijten door het met seks te associëren. Heus, ik wil die computer of mobiele telefoon best wel kopen: maar mag die seks dan asjeblieft éven uit? Dat niet iedereen daar maar steeds zo de nadruk op legt, alsof seks de voornaamste drijfveer en het interessantste, of zelfs enige, onderwerp aller tijden is? Er zijn toch heus ook andere motieven om met mensen te willen communiceren en jezelf vertrouwd te maken met nieuwe technieken? Het akelige neveneffect is bovendien dat seks zelf erdoor geperverteerd wordt: al dat gelok en gelonk ermee degradeert seks tot een glijmiddel waarmee producenten mensen van alles denken te kunnen laten slikken, en maakt het goedkoop en sleets.

Een filter op nulzes-mevrouwen

Griezelig is dat ook censuur en verboden binnen de nieuwe media met een beroep op seks worden verkocht. Griezelig, omdat enerzijds overheden en beslissende instanties zich lijken te laten bedotten door de hierboven beschreven beeldvorming (en in die zin precies zo naïef denken als producenten hopen dat consumenten zijn) wanneer zij beweren dat wat er op Internet aan seks is te vinden, zo excessief is dat daar nodig paal en perk aan gesteld dient te worden; anderzijds omdat overheden dat vooroordeel ten eigen bate aangrijpen en het misbruiken om vergaande restricties aan het net op te leggen.

Ja, er is rommel op het net te vinden, en voor de twaalfjarige die reuze benieuwd is naar hoe mensen 'het' met elkaar doen of die naakte meisjes wil zien, is seksueel expliciet materiaal door het net makkelijker bereikbaar geworden. Voor de meisjesmisbruiker die foto's van zijn misdaden met collega-criminelen wil uitwisselen of die vers beeldmateriaal wil, is de zaak ook iets eenvoudiger geworden.

Maar álles wordt tegenwoordig bereikbaarder, voor iedereen, en dat ligt niet per se aan Internet maar meer aan het feit dat tijden nu eenmaal veranderen en niets hetzelfde blijft, en dat zulks in steeds rapper tempo geschiedt. Nog maar twintig jaar geleden moest je een gesprek naar de VS aanvragen bij een telefoniste en was je afhankelijk van haar bemiddeling; nu kun je rechtstreeks bellen. (Sterker, twintig jaar geleden was het bijzonder om mensen uit de VS te kennen: tegenwoordig is het moeilijk om ze níet tegen het lijf te lopen.) Dertig jaar geleden kon je condooms alleen kopen bij NVSH-depots, moest je met pech naar een andere stad reizen om zo'n depot te bezoeken, en was dat één avond per week open; nu liggen condooms om de hoek bij de Etos en kun je ze in soorten, maten en smaken kopen. Vroeger moest je naar de ranzige delen van grote steden om aan porno te komen, nu liggen de Playboy, de Penthouse en de Hustler op alle stations-AKO's; niet eens op de hoge schappen.

In het gewone leven word ik echter vaker onverhoeds geconfronteerd met porno en platte referenties aan seks dan op het net. De gewone wereld is vergeven van beelden van seks; er is geen ontkomen meer aan. En het is zichtbaar in werkelijk elk segment van de samenleving. In de reclame, op de televisie, in theaters, in boeken en beelden. Prominente theatergroepen doen de laatste jaren niet anders dan de stad laten behangen met seksueel expliciete affiches ter promotie van een nieuw toneelstuk: omdat ze zichzelf als choquerend wensen te profileren (maar onderhand is niets afgezaagder). Vrijwel elke jonge hond die literair wil debuteren gaat zich te buiten aan een uitgebreide beschrijving van het seksuele reilen en zeilen van de hoofdpersonen. Vrouwengroepen overal ten lande organiseren weekends en discussies over erotiek, met een verplicht spannend feest voor toe. In speelfilms draait geen enkele regisseur, acteur of actrice zijn of haar hand nog om voor een flinke dosis seks. De praatshows kunnen hun geluk niet op, want iedereen wil wel vertellen over seks en de variant die hun persoonlijke voorkeur geniet. Muziekclipjes zijn niet af zonder blote schouders, halfnaakte juffrouwen of dito meneren die toenadering tot elkaar zoeken. De dating-shows zijn niet van de televisie af te slaan, en alle presentatoren werpen diezelfde guitige blikken op de kandidaten wanneer ze hen dubbelzinnige opmerkingen wensen te ontlokken. Zelfs voor koffie wordt reclame gemaakt met behulp van hunkerende handen en lonkende blikken.

Het prettige van het net is dat onderwerpen daar sterk gerubriceerd zijn, seks niet als een rode draad door alles heen loopt, en de enigen die seks gebruiken om iets aan de man te brengen, de sekssites zijn. Op het net kun je pornografische beelden en doodgeslagen referenties aan seks derhalve vrij eenvoudig mijden: door sekssites niet te bezoeken, seksnieuwsgroepen niet te volgen en mijn nieuwslezer en mailprogramma zo in te stellen dat die bepaalde onderwerpen negeren. Een kill-file dat berichten met termen als 'sex', 'adults', 'girls', 'babes', 'anal' en 'hot' in de titel overslaat of meteen weggooit, is heel effectief. Glipt er toch zo'n bericht tussendoor, dan zie ik alleen de koppen van de berichten en nooit de inhoud zelf.

Ik kan op Usenet zodoende urenlang over discussies over film lezen zonder dat iemand zich er tetterend tussen wringt om me hun lingeriecatalogus aan te smeren. Maar de zwoegende boezems van de nulzes-mevrouwen waarmee de commerciële zenders hun films onderbreken, kan ik niet uit mijn blikveld wegfilteren, evenmin als ik op straat de platte Publex-affiches waarmee een pizzabedrijf eerder dit jaar z'n 'dozen' wenste te adverteren kon overslaan.

Asiel in de U-bocht

Er wordt veel geredetwist over de grenzeloosheid van Internet: wat hier mag, mag in andere landen niet en omgekeerd. Informatie op het net zoekt bijgevolg de geografische locatie waar ze ongemoeid verblijven kan - de plaats van de minste weerstand - en is van daar af voor eenieder, ongeacht woonplaats, bereikbaar. Die praktijk zorgt ervoor dat sommige landen hun nationale wetten met betrekking tot seks, beeldmateriaal en informatie uitgehold zien worden: in hun eigen land kan de overheid weliswaar afdwingen dat bepaald materiaal niet verspreid wordt, maar zij kan niet eisen dat inwoners van andere landen zich conformeren aan wetten die niet de hunne zijn.

Maar nieuw is die ontwikkeling niet: in tegendeel. In het gewone leven worden verschillen in nationaal recht tussen landen onderling al veel langer benut en uitgebuit. RTL4 en RTL5 resideren officieel te Luxemburg omdat dat de enige manier was om de Nederlandse mediawet te ontwijken; die omweg werd beroemd onder de naam 'U-bocht constructie'. Nederlanders die een draagmoeder willen huren, doen dat in Engeland; uit België komen nog steeds vrouwen naar Nederland omdat abortus daar lastiger is dan hier; wie hier geen open hart-operatie kon krijgen en er wel het geld voor had, reisde eerder naar Engeland; wie in z'n geboorteland op grond van z'n politieke opvatting wordt vervolgd, probeert naar een ander land te komen teneinde daar asiel te zoeken; mannen die het met te jonge meisjes willen doen, reizen naar Thailand of Cambodja; wie hier geen kind kan adopteren, koopt er een in Afrika; bedrijven en mensen vestigen zich pro forma in een ander land om hier minder belasting te hoeven betalen.

Het enige dat nieuw is, is dat nu in principe iedereen een aantal nationale wetten kan passeren, tenminste voor zover die wetten betrekking hebben op beeld en tekst, op informatie en contacten, en mits zo iemand over een computer beschikt. De kwestie is eerder dat zulke - soms bizarre en onwenselijke, soms levensreddende of handige - mogelijkheden thans gedemocratiseerd raken en niet langer aan geprivilegieerde, bemiddelde, invloedrijke of inventieve mensen voorbehouden zijn. Overheden zullen er aan moeten wennen dat burgers zich realiseren dat nationale wetten en normen relatief zijn, dat burgers zich in de praktijk steeds minder hoeven aan te trekken van lokale regels. De U-bocht constructie is, waar het tekst en beeld betreft, binnen ieders bereik gekomen.

De Centrumdemocraten bijvoorbeeld hebben een account bij een Amerikaanse provider en hebben daar een - Nederlandstalige - homepage. De Amerikaanse wet laat de vrijheid van meningsuiting prevaleren boven het verbod op racistische uitlatingen en staat derhalve meer toe dan de Nederlandse wet; de CD voorkomt op deze manier juridisch gelazer over hun teksten. De Nederlandse wetgever heeft immers geen jurisdictie over een homepage die zich fysiek in de VS bevindt, ook niet indien die homepage door Nederlanders is opgezet, zich op Nederland richt en vanuit Nederland wordt onderhouden.

De ontwikkeling waarbij informatie de plek van de minste weerstand opzoekt, verandert evenwel nauwelijks iets aan de Nederlandse praktijk rond seks: in veel gevallen - bijvoorbeeld waar het seksueel expliciet beeldmateriaal en informatie over homoseksualiteit, SM, anticonceptie en geslachtsziektes betreft - is Nederland zélf namelijk die plek, aangezien onze wetten dienaangaande verhoudingsgewijs zeer coulant zijn.

Dat betekent dat veel buitenlanders Nederlandse homepages bezoeken, dat andere overheden bezwaar aantekenen tegen de Nederlandse regels, en soms aandringen op verscherping daarvan, In de nabije toekomst zou dat problemen kunnen veroorzaken, net zoals het Nederlandse softdrugs-beleid thans onder vuur ligt vanwege de onderlinge afstemming van nationale wetten.

Bovendien, kinderporno is wereldwijd verboden: voor zover er op dat vlak sprake kan zijn van een locatie van de minste weerstand en U-bocht constructies, komt dat doordat sommige nationale overheden laks zijn in het handhaven van hun wetten, niet omdat kinderporno er legaal is.

Zeven vieze woorden

De aanwezigheid van seks en porno op het net lijkt als breekijzer gebruikt te worden: er worden wetten ontworpen en maatregelen genomen die beweren ten doel te hebben zulk materiaal te weren, doch die in de praktijk aanzienlijk meer blijken te verbieden dan porno alleen. Soms is die overkill het gevolg van domheid, kortzichtigheid en verwijtbare onwetendheid, maar soms is er meer aan de hand en is het doelbewust beleid.

Onder welk van die twee categorieën de Amerikaanse Communications Decency Act valt, is nog geen uitgemaakte zaak; vooralsnog houd ik het op vergaande stupiditeit en verblinding. Senator Exon, die de wet voorbereidde, zag in het net een virtueel Sodom en Gomorra en ontwierp verstrekkende regels om het net te kuisen. In tegenstelling tot de 'normale' zedelijkheidswetten, die betrekking hebben op analoge media, verbood de CDA niet alleen 'obsceniteiten', maar tevens 'onzedelijkheden'. (5) De betekenis en de reikwijdte van de term 'obsceen' is in allerlei wetten, arresten en toelichtingen vastgelegd; voor het begrip 'onzedelijkheid' geldt dat echter niet. Het was voor het eerst dat zo'n brede en onnauwkeurige term per wet op tekst en beeld werd losgelaten.

Het netto effect van de CDA was dat het bijbelse Hooglied in boekvorm acceptabel bleef, maar op het net de facto verboden werd, en dat een reproductie van Michelangelo's David nog steeds op een billboard mocht maar niet langer op iemands homepage. Nu zal iemand niet snel op het idee komen de houder van een homepage met daarop de tekst van de King James' Bible aan te klagen, ook al is zo'n pagina binnen de regels die de CDA stelt wel degelijk een overtreding.

Het wordt echter al een stuk lastiger wanneer het een homepage betreft waar informatie wordt verschaft over veilig vrijen of waar voorlichting wordt gegeven over vruchtbaarheid, impotentie of homoseksualiteit. In de ogen van veel mensen druist zulke informatie immers rechtstreeks in tegen 'de zedelijkheid', zeker wanneer die informatie in gewone-mensentaal is vervat in plaats van in medisch jargon. En juist zulke conservatieve opvattingen werden via de CDA tot wet verheven. In de voorbereiding van de CDA stelde de Federale Commissie voor de volledigheid een lijst samen van op het net verboden te verklaren woorden. De opsomming - beroemd geworden als 'the seven dirty words' - bestempelde de volgende woorden tot illegaal: fuck, shit, piss, motherfucker, cocksucker, cunt en tit.

De Electronic Frontier Foundation, een organisatie die opkomt voor de vrijheid van meningsuiting op het net, stelde op grond van de parlementaire discussies - en die zeven woorden - een lijst samen van homepages die binnen de brede termen die de CDA hanteerde, strafbaar werden. Die lijst is schrikbarend en bevat veel zinnige, verheven, esthetisch verantwoorde of doodnormale onderwerpen: de digitale versie van Salingers Catcher in the Rye en Sofokles' Oedipus Rex vallen eronder, honderden medische homepages, discussiegroepen van en voor borstkankerpatiënten, digitale anatomische gidsen, popteksten van Pearl Jam, Alanis Morisette en The Smashing Pumpkins, filmscripts van Tarantino, diverse juridische uitspraken (waaronder het beroemde abortusvonnis Roe vs Wade, waarin abortus gelegaliseerd werd) en tienduizenden gedigitaliseerde krantenartikelen. (6)

De CDA werd ondanks wereldwijde protesten begin 1996 ingevoerd. Diverse organisaties begonnen proefprocessen en prompt werd de CDA door de rechter opgeschort: de wet was vrijwel zeker ongrondwettelijk. De Amerikaanse Hoge Raad moest daarop de houdbaarheid van de wet toetsen.

In juli 1997 kwam het eindoordeel: de CDA werd unaniem verworpen. De negen rechters van het Hooggerechtshof wezen de CDA onder meer af vanwege 'het overduidelijke nadelige effect van de wet op de vrijheid van meningsuiting ... het zou zonder twijfel mensen wier berichten grondwettelijke bescherming genieten, de mond snoeren'. (7) De rechters stellen in hun vonnis herhaaldelijk dat de CDA 'overbreadth' is, oftewel zijn doel ver voorbij schoot. Bovendien oordeelde het Hooggerechtshof dat op Internet, 'in tegenstelling tot radio en televisie, de gebruiker controle heeft over wat er op het beeldscherm verschijnt en dat er dus voor de overheid niet echt een reden is om zich daarmee te bemoeien'. (8)

Net Nannies en vleestint-testen

Sommige providers namen een voorschot op de CDA en deden, nog voor het wetsvoorstel was ingevoerd, pogingen om het net op te schonen; daarbij hanteerden ze een schrikbarend ruime interpretatie van het begrip 'onzedelijkheid'. AOL - de grootste Amerikaanse internet-provider - nam bijvoorbeeld de zeven 'vieze' woorden als leidraad en voegde daar voor de zekerheid nog enkele woorden aan toe; zo belandde ook het woord 'breast' op hun zwarte lijst.

Die maatregel censureerde discussiegroepen over borstkanker, wierpen critici tegen; wat waar was, maar het is een te weinig principieel protest. Een dergelijke vorm van kritiek laat immers de mogelijkheid open dat wanneer zo'n discussiegroep niet kanker maar de schoonheid van de borst zou bespreken, censuur wél acceptabel (of althans onderhandelbaar) zou zijn. De idiotie ervan: het woord borst censureren. Een heel normaal woord toch: niet eens vulgair, laat staan onzedelijk. (Wij hebben nota bene een minister die zo heet.) Wat is er in hemelsnaam seksueel expliciet aan zo'n woord?

Compuserve in Duitsland deed iets vergelijkbaars: om doorgifte van porno via Usenet te voorkomen, sloot het bedrijf alle seks-discussiegroepen voor haar abonnees af. Maar door diezelfde maatregel sneuvelden ook discussiegroepen waar slachtoffers van seksueel misbruik met elkaar van gedachten wisselden, en soc.motts (members of the same sex), een discussiegroep over homoseksualiteit.

Beide maatregelen werden na korte tijd teruggedraaid vanwege de heftige protesten die losbrandden. Maar hetzelfde probleem - er wordt aanzienlijk meer om zeep geholpen dan porno alleen, en het zijn vaak minderheidsgroeperingen of beschaafd-progressieve ideeën die de dupe van zulke 'beschermingsmaatregelen' worden - keert telkens terug. Momenteel speelt het probleem rond beschermende software. Er zijn tegenwoordig filterprogramma's in omloop waarmee je ongewenste informatie kunt uitsluiten; het zijn een soort killfiles, maar dan voor het Web. Bepaalde homepages kunnen, nadat zo'n filter is geïnstalleerd, niet meer opgehaald worden. Dergelijke browsers worden aanbevolen aan ouders die willen voorkomen dat hun kinderen bepaalde typen informatie zien; het gaat - uiteraard - meestal om seks en geweld.

Een deel van zulke filterprogramma's - browsers als CyberSitter en Net Nanny - werkt met algemene filters, die door een instantie dagelijks of wekelijks worden bijgewerkt en die je als gebruiker vanzelf aangeleverd krijgt. Maar CyberSitter bleek niet alleen pornopagina's te blokkeren: ook de homepage van de in-en-inkeurige National Organization of Women en werkelijk alle pagina's over homoseksualiteit werden er volautomatisch door weggefilterd.

Nadat een oplettende jonge netbewoner zulks op het net bekend maakte, nam CyberSitter razendsnel de homepage van de student in kwestie in z'n censuur-filters op en vlak daarna tevens die van de organisatie die zijn artikel over de kwestie overnam. (9) Momenteel is CyberSitter bezig met een campagne om de jongen van het net af te krijgen. (10) Wie gebruik maakt van CyberSitter, mag kennelijk alleen maar zien wat CyberSitter goed dunkt; en kritiek op CyberSitter valt daar pertinent niet onder.

Ook de criteria die Net Nanny hanteert, blijken regelmatig zeer dubieus te zijn; maar zij stellen eigenaars van de homepages die ze op hun zwarte lijst zetten, tenminste nog op de hoogte van hun plaatsing op die lijst en bieden hun de kans om in beroep te gaan. CyberSitter doet geen van beide. Het wrange aan deze kwestie is dat CyberSitter, Net Nanny en dergelijke furore wisten te maken doordat ze zich opwierpen als instanties die ouders de mogelijkheid boden controle uit te oefenen over het doen en laten van hun kinderen op het net. In de praktijk zijn het echter niet de ouders, maar CyberSitter en Net Nanny zélf die wensen te bepalen wat mensen mogen zien.

Er zijn aanzienlijk slimmer en meer open filterprotocollen in omloop. Browsers die op basis van PICS werken, (11) stellen gebruikers in staat zelf filters te definiëren (en die te beveiligen met een wachtwoord: anders heeft een handig kind voor je 't weet het filterprogramma gekraakt (12)). Het aardige aan PICS-browsers is dat ze via een genuanceerd beoordelingssysteem werken: je kunt voor verschillende aspecten invullen - seks, geweld, drugs - wat je geschikt vind voor je kind, en dat bovendien per kind doen. Voor PICS geschikt gemaakte pagina's hebben hun eigen informatie gecategoriseerd en van (onzichtbare) labels voorzien. Haalt iemand met PICS vervolgens een bestand of plaatje op, dan informeert de browser razendsnel welk label er aan het gevraagde bestand is gehecht en beoordeelt aan de hand van de voor deze gebruiker vastgestelde criteria of het bestand al of niet getoond kan worden.

Zo'n systeem leek nauwer aan te sluiten op de geest van het net: het werkt via overreding en vertrouwen, niet via censuur en verbod. Deelname is niet verplicht; het uitgangspunt is dat mensen de informatie op hun eigen homepages eerlijk zullen rubriceren; gebruikers kunnen zelf bepalen wat zij en hun kinderen onder ogen krijgen en wat niet, en bovendien hun keuzes gaandeweg aanpassen.

Doch ook PICS blijkt akelige consequenties te hebben. Gedeeltelijk omdat er vergaande sociale dwang van uitgaat - er zijn inmiddels al systemen in omloop die homepages zonder PICS-label standaard weren, ervan uitgaande dat die 'dus' verdacht zouden zijn, zonder nog de vraag te stellen of labelling inderdaad aan de orde is. Want waarom zou je een pagina over zeilboten, over postzegels verzamelen of over moleculaire biologie van labels over seks en geweld voorzien? Toch komen zulke pagina's dan niet door.

Erger is dat sommige providers ertoe overgaan PICS - of andere filters - op hun eigen systeem te installeren, en zodoende de aard van het verkeer tussen hun gebruikers en de rest van het net censureren. Tref je zo'n provider, dan kun je als gebruiker je eigen normen niet meer stellen: je provider maakt voor jou uit welke pagina's worden geweerd en welke je kunt zien. (13)

Inmiddels zijn er een aantal landen waar de overheid de nationale providers ertoe hebben verplicht zulke filters te installeren. Singapore heeft op deze manier sinds juli 1996 alle pagina's over religie, politiek en pornografie ontoegankelijk gemaakt voor haar burgers. Ook Dubai is zo'n land. Vraag je daar een pagina op die je als gebruiker van de overheid niet mag zien, dan krijg je de volgende mededeling op je computerscherm te zien: 'Emirates Internet Control List: Access to this site is denied.' (14) Via deze maatregel zijn alle alt.* discussiegroepen onbereikbaar geworden voor inwoners van Dubai, is vrijwel geen enkele pagina over seks of politiek nog toegankelijk, en worden alle pagina's die 'niet in overeenstemming zijn met de nationale morele waarden en tradities' tegengehouden. Het is niet ondenkbaar dat het filtersysteem tevens bijhoudt welke mensen hebben getracht een gecensureerde pagina op te vragen, en hun adressen bewaart. Of doorgeeft aan de politie.

Er wordt tegenwoordig idioot veel tijd, geld, menskracht en technisch vernuft gestoken in de vraag hoe 'ongewenste' informatie - hoe ook gedefinieerd - te weren is, en hoe dat proces kan worden geautomatiseerd. De Japanse politie ontwikkelt momenteel bijvoorbeeld software die hen in staat moet stellen naaktfoto's op het net te identificeren: dat kan door de diverse kleuren die een foto bevat te analyseren en vervolgens te berekenen wat het percentage 'vleeskleur' ervan is. Komt dat boven een bepaald niveau, dan wordt een foto als 'verdacht' beschouwd en aan nader onderzoek onderworpen. Het is de bedoeling om op die manier uiteindelijk alle plaatjes die vanuit Japan in nieuwsgroepen worden gepost of die op Japanse homepages staan, automatisch te screenen. (15)

Kortom, de aandacht richt zich overmatig op wat niet mag, niet hoort, of ongewenst wordt geacht - vanwege de teerheid van kinderzieltjes (16), de moraal van ouders, de zeden der natie of de politiek van de regering. De gedachte dat zulke processen te automatiseren zijn en dat politieke of ethische vraagstukken vallen op te lossen door naar technologie te grijpen, is echter een misvatting van de eerste orde, en komt voort uit een schromelijke - bureaucratische - overschatting van technologie. Kennelijk heerst de gedachte dat wat geautomatiseerd is per definitie 'kleurloos' of neutraal zou zijn en zonder aanziens des persoons zou werken, en voorts dat zo'n blind oordeel goed en prijzenswaardig is.

Maar een van de altijd terugkerende dilemma's van democratische maatschappijen is nu juist dat daarin telkens weer lastige afwegingen dienen te worden gemaakt: bijvoorbeeld tussen het recht van de een om te spreken of te laten zien en het recht van de ander om het apert oneens te zijn met het gezegde of het getoonde en er een weerwoord op te formuleren.

Er is geen vaste uitkomst voor dergelijke dilemma's, daar valt geen algoritme of vuistregel voor te verzinnen. Het enige dat enigszins recht doet aan het dilemma is het debat erover, en de focus van die discussie wordt nu juist verschoven door dergelijke software. Er wordt niet meer geredetwist over de vraag of informatie over safe seks 'gevaarlijk' is voor kinderen en of ze pornoplaatjes mogen zien, maar over de vraag of de software inderdaad uitsluitend doet wat de makers ervan beweren.

Kinderporno als schaamlap

Singapore en Dubai plegen onmiskenbaar politieke en sociale censuur. Van de CDA, de AOL- en de Compuserve-censuur kun je nog geloven dat geen machtsmisbruik doch stupiditeit was: mogelijk overzagen beleidsmakers de reikwijdte van hun maatregelen niet (maar ze weigerden onderwijl naar de waarschuwende woorden van critici te luisteren), of vonden ze dat de voordelen dusdanig opwogen tegen de nadelen dat ze ongewenste effecten voor lief namen. Bij CyberSitter is een dergelijke onbedoelde onnozelheid niet aannemelijk: immers, zodra CyberSitter erop gewezen werden dat ze aanzienlijk meer afschermden dan alleen seksueel expliciet materiaal, maakten ze die kritiek onbereikbaar voor hun eigen gebruikers. CyberSitters beleid is tot op heden onveranderd.

Bij recentere ontwikkelingen is het moeilijk om geen nattigheid te gaan voelen: het beroep op de aperte onwenselijkheid van sommige vormen van seks fungeert daarbij als schaamlap, wordt ingezet als hét argument waarmee ongewenste maatregelen kunnen worden verkocht en waarmee beleidsmakers regels en verboden trachten door te drukken. Kinderporno blijkt een attractief glijmiddel te zijn om te maken dat mensen zware restricties, machtsmiddelen en censuur slikken.

In Nederland wordt relatief veel gedaan aan de bestrijding van kinderporno op het net. Internet-provider XS4all nam in juni 1996 het initiatief om een meldpunt op te richten: wie vanuit Nederland geposte kinderporno op het net treft, kan terecht bij <meldpunt@xs4all.nl>. (17) Daar onderzoekt men de melding en stelt, indien het inderdaad een overtreding betreft, zowel de betreffende gebruiker als diens provider op de hoogte van het misdrijf. Het is zaak voorzichtig om te springen met zulke meldingen: afzenders zijn heel eenvoudig te vervalsen, en dat een bericht afkomstig lijkt te zijn van <kspaink@xs4all.nl> wil helemaal niet zeggen dat ik daadwerkelijk de bron ervan ben, ook al is dit mijn e-mail adres. Als de kennelijke afzender niet reageert en geen maatregelen treft (bijvoorbeeld door het bericht te cancelen of de foto's van zijn homepage te verwijderen), licht het Meldpunt uiteindelijk justitie in, die de zaak dan moet overnemen.

Uitzoeken wie de echte verstuurder is, is alleen mogelijk door bij de provider, aan de hand van de log waarin is vastgelegd wie wanneer on-line was, gegevens met elkaar te vergelijken. De privacy-wetgeving verbiedt providers echter om zulke gegevens zonder meer aan derden te geven of anderszins openbaar te maken. Logs worden derhalve alleen aan justitie overhandigd en alleen dan wanneer er gegronde reden is om een misdrijf te veronderstellen. Justitie moet de betreffende provider daartoe bovendien sommeren.

Het Meldpunt Kinderporno was het eerste in zijn soort. Het initiatief werd door minister Sorgdrager geloofd en geprezen, en het voorbeeld is sindsdien door andere landen overgenomen. De procedure heeft in Nederland al een paar maal tot arrestaties en veroordelingen geleid: dat suggereert op z'n minst dat de werkwijze van het Meldpunt effectief is, en dat deze vorm van zelfregulering - waarbij netgebruikers en providers uit vrije wil samenwerken met justitie - bevredigend is.

Maar justitie was níet tevreden. Het Openbaar Ministerie argumenteert dat providers die alle nieuwsgroepen doorgegeven - dat wil zeggen, inclusief de groepen waarin regelmatig kinderporno wordt gepost, zoals alt.binaries.pictures.erotica.pre-teen, alt.binaries.pictures.erotica.children, alt.sex.pre-teens en alt.sex.pedophilia - zulke plaatjes derhalve op hun eigen harde schijven hebben staan. Daarmee zouden providers zulk materiaal officieel 'in bezit' hebben, ook al is dat bezit tijdelijk en onderdeel van een enorme, gigabytes grote, ongemediëerde stroom van nieuwsgroepberichten (de zogeheten 'newsfeed'); en in Nederland is het bezit van kinderporno strafbaar. Ergo: zulke providers zijn strafbaar, redeneerde het Openbaar Ministerie.

XS4all - in Nederland bij uitstek de provider die zich heeft ingezet om de verspreiders van kinderporno klem te zetten en het leven zuur te maken - kreeg begin 1997 in min of meer onverhulde termen te horen dat hen op korte termijn vervolging boven het hoofd hing. XS4all besloot daarop in te grijpen en heeft haar software sindsdien zo ingesteld dat álle plaatjes die in de verdachte groepen worden gepost, automatisch uit haar newsfeed worden geweerd. (18)

Dat kwam XS4all op een fikse ruzie met Nederlandse netgebruikers te staan. Niet dat XS4alls opponenten in deze discussie kinderporno verdedigden, maar nogal wat mensen zijn bevreesd dat kinderporno op deze manier ondergronds zal duiken, zodat helemaal niet meer na te gaan is wie wat verstuurt, of dat andere nieuwsgroepen gebruikt zullen worden voor de verspreiding ervan. Bovendien zijn de meeste netgebruikers - niet zonder reden - weinig gecharmeerd van dergelijke intimidaties door het Openbaar Ministerie, en hadden ze liever gezien dat XS4all justitie het hoofd bood en de zaak uitvocht.

Want justitie beweert nu wel dat providers de 'eigenaar' zijn van wat op hun harddisks staat, maar dat is vooralsnog niets dan een aanname hunnerzijds: zoiets hoort eerst in een proefproces getoetst te worden. Ik kan me echter levendig voorstellen dat XS4all weinig behoefte had om in deze discussie als proefkonijn annex Kop van Jut te functioneren. Het is nogal veelgevraagd om van iemand te eisen dat ze een halszaak maken van een kwestie waar ze inhoudelijk in het geheel niet achter staan (en XS4all heeft vaker hete kolen uit het vuur gehaald; lafheid valt ze allesbehalve te verwijten). Bovendien, je zult maar directeur van XS4all zijn en vanwege een algemeen principe dat je hoog wilt houden, een strafblad krijgen met daarop een veroordeling wegens de verspreiding van kinderporno. Er zijn nogal wat landen waar je daarna van je leven niet meer in komt.

Maar wrang is het wel. Want XS4all heeft zich diverse keren beklaagd over de laksheid van Openbaar Ministerie met betrekking tot het optreden tegen kinderporno, en nu worden juist zijzélf moreel en praktisch verantwoordelijk gesteld. Bovendien heeft het er alle schijn van dat Justitie de grenzen van haar - door dreigementen kracht bijgezette - overredingskracht tracht te testen dan wel uit te breiden, en zich op het net veel meer bevoegdheden permitteert of aanmeet dan ze elders heeft.

Dat gebeurde in juli 1997 weer. Een gebruiker van De Digitale Stad Amsterdam (DDS) verspreidde via zijn account vermoedelijk kinderporno; de Utrechtse politie eiste dat DDS haar de persoonsgegevens van de betreffende Internet-gebruiker zou overhandigen. Maar zoiets mag op grond van de privacy-wetgeving alleen nadat de rechter-commissaris daartoe bevel heeft gegeven, en een dergelijk bevel ontbrak in dit geval. DDS weigerde.

De Utrechtse politie deed daarop een inval bij DDS; die hield echter voet bij stuk, wat haar op een proces-verbaal kwam te staan. De directeur van DDS: 'Als we dit accepteren, kan straks iedere agent met een enkel telefoontje alle gegevens opvragen van iedereen die een e-mailadres bij ons heeft.' (19)

Niettemin probeerde justitie het later nog een keer. In november 1997 eiste het Openbaar Ministerie dat XS4all een 'internet tap' voor een van haar gebruikers zou installeren, zodat het verkeer dat die gebruiker genereerde getraceerd kon worden. In de praktijk betekent dat dat justitie wilde weten met wie hij mailde, en wanneer; met wie hij op IRC sprak; welke webpagina's hij bekeek; welke nieuwsgroepen hij opvroeg. XS4all weigerde een dergelijke tap in te stellen aangezien er geen enkele wettelijke grondslag was voor het bevel, en antwoordde justitie dat zij daarover maar eerst een proefproces moest voeren. Justitie droop prompt af. (20)

Opvallend is overigens dat Justitie zich op 't oog immens druk maakt over kinderporno en bij de bestrijding ervan ineens juridische bevoegdheden opeist die ze niet bezit of niet mag gebruiken, maar in de praktijk geen enkele aandacht besteedt aan het probleem en weigert er ook maar een cent voor uit te geven. Er worden geen rechercheurs opgeleid in Internet-gebruik, niemand wordt getraind om naspeuringen te verrichten, noch zijn er mensen aangesteld om kinderporno op het net te (leren) traceren. De enige rechercheur van de Criminele Recherche Inlichtingendienst die deel uitmaakt van het Meldpunt Kinderpornografie doet dat in z'n vrije tijd, als vrijwilliger, en werd nota bene door XS4all uitgenodigd zitting te nemen in het comité.

Heus, zo moeilijk is het niet om kinderporno-verspreiders te vinden. Internet-journalist Francisco van Jole liet Justitie laatst zien hoe het ook kan. Een gebruiker van de Digitale Stad Leiden (DSL) bleek een homepage met kinderporno te hebben, en Van Jole deed daarvan in mei 1997 verslag in de internetkrant Daily Planet. Justitie deed niets. Een week later wist Van Jole in een paar uur tijd te achterhalen wie de gebruiker in kwestie was. Justitie deed nog steeds niets. Pas toen de man in augustus 1997 zijn homepage opnieuw opsierde met kinderporno en Van Jole daar ten derde male verslag van deed, werd hij gearresteerd. (21)

PGP onder vuur

Het heeft er alle schijn van dat Justitie binnenkort, onder het mom van de bestrijding van kinderporno, het vuur zal openen op PGP. PGP - Pretty Good Privacy, een betrouwbare en tot op heden onkraakbare vorm van encryptie - is een methode om e-mail en nieuwsberichten te versleutelen, zodat die alleen leesbaar zijn voor selecte geadresseerden. Met PGP doe je als het ware een verzegelde envelop om een bericht, zodat niet iedereen kan meelezen. Tevens is het een methode om de afzender van een bericht te verifiëren.

PGP is vaak noodzakelijk: mailservers zijn tot op zekere hoogte onbetrouwbaar; e-mail kan worden onderschept en gelezen worden door mensen die zo'n correspondentie niets aangaat; adressen van de verstuurder van e-mail of een posting kunnen eenvoudig worden vervalst, en sommige gegevens moet je simpelweg niet open en bloot versturen. Wanneer ik met mensen strategieën doorneem in de diverse rechtszaken die Scientology over Internet heeft lopen, versleutel ik zulke berichten bij voorkeur. Ik wil uitsluiten dat Scientology - dat nogal eens computers in beslag neemt of via de rechter bestanden opeist - op enigerlei wijze e-mail van mij in handen kan krijgen. Ze hebben immers ook twee zaken tegen mij lopen. En uiteraard versleutel ik mail waarin ik mijn creditcard-nummer geef; zulke informatie hoort nergens anders te belanden dan bij de geadresseerde.

Overheden - geobsedeerd in hun verlangen naar de transparante burger als ze zijn - houden echter niet van PGP en doen tal van pogingen om PGP hetzij te verbieden, hetzij zo in te kleden dat gebruikers verplicht worden gesteld om hun sleutel bij een overheidsinstantie te deponeren, zodat de overheid te allen tijde een bericht kan ontcijferen. Tegen zulke voorstellen wordt wereldwijd geprotesteerd: mensen hebben immers recht op privacy, en de telefoon mag de overheid ook niet zomaar aftappen, evenmin als een overheidsdienst in je brievenbus mag hengelen en je gewone post onderscheppen.

Alle pogingen om PGP verboden te krijgen zijn tot nu toe afgeketst; maar de VS is een nieuw offensief begonnen en kleedt dat in met, hoe voorspelbaar, een beroep op haar innige verlangen om ongewenste vormen van seks - in casu kinderporno - uit te bannen. Kinderporno kan immers óók versleuteld verzonden worden, en deze encryptie verhindert de ontdekking, de rechtsgang, het verzamelen van bewijs en wat dies meer zij - beweert men. Zodat de FBI, hamerend op de gruwelen van kinderporno op het net, er thans érg op aandringt PGP te verbieden.

Maar juist in de zaak die telkenmale als aanleiding voor dat argument wordt opgevoerd, zijn inmiddels al ettelijke arrestaties verricht: een paar dozijn zelfs. (22) Encryptie blijkt helemaal geen onoverkomelijke hindernis te vormen om netwerken te ontmantelen waarbinnen kinderporno wordt verspreid. Tenminste: niet wanneer de verschillende nationale opsporingsinstanties daadwerkelijk gebruik zouden maken van de mogelijkheden die ze allang hebben.

Maar het argument werkt. Natuurlijk: het is beproefd. Seks verkoopt altijd, en iedereen lijkt er gevoelig voor te zijn wanneer seks als argument wordt ingezet - zowel degenen die er méér van willen als degenen die er alleen hun eigen nette variant van willen zien. Er worden zelfs maatregelen mee verkocht die censuur bevorderen en die een ieders privacy aantasten. Seks is een glijmiddel - ook voor censuur.

Noten

  1. Gerard Gerardts, 'Tussen Beethoven en Busty Babes', de Volkskrant, 17 september 1994. (terug)
  2. Frank Kuitenbrouwer, 'Een virtueel voetbalstadion met pasjes en knuppels', NRC Handelsblad, 2 mei 1997. (terug)
  3. Rik Smits, 'Pasjes en knuppels', NRC Handelsblad, 10 mei 1997. (terug)
  4. Bericht (inclusief spelfout en kromme taal) aangetroffen in de nieuwsgroep nl.roze; ronaldus <ronaldus@dds.nl>, GABBERS, 23 juni 1997, message-ID: <33AEDF12.5447@dds.nl>. Van zulke berichten tref je er tientallen per week als je je nieuws niet filtert. (terug)
  5. 'Whoever ... by means of a telecommunications device knowingly (i) makes, creates, or solicits, and (ii) initiates the transmission of, any comment, request, suggestion, proposal, image, or other communication which is obscene, lewd, lascivious, filthy, or indecent, with intent to annoy, abuse, threaten, or harass an other person ... [or] (i) makes, creates, or solicits, and (ii) initiates the transmission of, any comment, request, suggestion, proposal, image, or other communication which is obscene or indecent knowing that the recipient of the communication is under 18 years of age regardless of whether the maker of such communication placed the call or initiated the communication ... shall be fined under title 18, United States Code, or imprisoned not more than two years, or both.' Communications Decency Act of 1995. De volledige wettekst staat op www.eff.org/pub/Alerts/s652_hr1555_96_draft_bill.excerpt. (terug)
  6. De voorbeeldlijst die de Electronic Frontier Foundation (EFF) opstelde, staat op www.eff.org/BlueRibbon/sites.html. (terug)
  7. 'its obvious chilling effect on free speech ... it unquestionably silences some speakers whose messages would be entitled to constitutional protection.' De volledige uitspraak van het Hooggerechtshof over de CDA is te vinden op www2.epic.org/cda/cda_decision.html. Voor commentaar en nieuws naar aanleiding van deze uitspraak, zie onder meer de burgerrechtenbeweging ACLU, www.aclu.org/court/renovacludec.html en CNN, www.cnn.com/US/9706/26/scotus.cda/index.html. (terug)
  8. Samenvatting en commentaar van de Daily Planet op de verwerping van de CDA, 26 juli 1997: www.pi.net/archief/daily/dp581.html. (terug)
  9. Het bewuste artikel staat op www.spectacle.org/alert/peace.html. (terug)
  10. Solid Oak, de makers van CyberSitter, hebben hun programma inmiddels zo geconfigureerd dat wie eerder de homepage van Peacefire - de organisatie die zich rond de student in kwestie heeft gevormd - heeft bezocht, CyberSitter niet meer kan installeren. CyberSitter doorzoekt daartoe eerst de harddisk van netgebruikers; een praktijk die allerwegen wordt verworpen. Zie Wired www.wired.com/news/news/politics/story/4856.html en de Daily Planet van 2 juli 1997, www.pi.net/archief/daily/dp584.html. (terug)
  11. PICS is een acroniem van Platform for Internet Content Selection. PICS is onder meer ingebouwd in Cyber Patrol. Meer informatie over PICS is te vinden bij het World Wide Web Consortium, de instantie waar afspraken worden vastgelegd over html, de taal die wordt gebruikt om homepages mee te maken: www.w3.org/pub/WWW/PICS. (terug)
  12. Slimme kinderen zijn bovendien in staat zelf ergens een vers exemplaar van Netscape op te halen, een zonder geïnstalleerd filterprogramma, en al doende de bescherming van hun ouders te ontduiken. (terug)
  13. Voor de technici: providers doen dat door een filterprogramma op de proxy te installeren. De proxy is de harde schijf die providers in hun netwerk gebruiken om tijdelijke kopieën van homepages op te parkeren; ze dienen om het internetverkeer te versnellen en niet onnodig veel gegevens heen en weer te sturen. Van elke pagina die een gebruiker opvraagt, moet namelijk een kopie van de originele pagina worden gemaakt die vanaf het opgevraagde adres, via de schijven van de provider, naar jou toe wordt gestuurd. Indien een provider met een proxy werkt, wordt die kopie nadat hij de schijf van de provider is gepasseerd, niet weggegooid maar daar opgeslagen. Vraagt kort daarna een andere gebruiker toevallig diezelfde pagina op, dan kan deze ditmaal van de proxy worden gehaald in plaats van dat er opnieuw een kopie bij de oorspronkelijke lokatie moet worden opgehaald. Veelgevraagde pagina's komen zodoende een stuk sneller bij de gebruiker binnen: ze komen van dichterbij. (Om het anders te formuleren: proxies zijn een soort cache, maar dan niet op individueel niveau doch op providersniveau.) (terug)
  14. George d'Arnaud, Internetbeperkingen in Dubai, 10 november 1997, xs4all.general, message-ID: <34698854.1990690@news.xs4all.nl>. Uit de uit dit bericht voortvloeiende discussie bleek dat het uiterst lastig is, en enig technisch vernuft vergt, om deze nationale censuurmaatregel te omzeilen. (terug)
  15. Mededeling uit een gesprek in april 1997 met Joichi Ito, onder meer president van de providers Digital Garage en Eccosys, en tevens een van de eigenaars van Infoseek. Hoe de programmatuur rekening moet houden met verschillen in huidskleur is volstrekt onduidelijk. (terug)
  16. Jammer is dat vrijwel niemand zich opwerpt om iets voor kinderen te ontwikkelen dat aantrekkelijk, spannend en zinnig is: iets dat ze gráag willen bezoeken, waar ze iets van leren, dat onderhoudend is, hun fantasie prikkelt en hun denkvermogen stimuleert. (terug)
  17. Internet Meldpunt Kinderpornografie: www.xs4all.nl/~meldpunt. (terug)
  18. Felipe Rodriquez: Xs4all probeert verspreiding van kinderporno te voorkomen, xs4all.announce, 13 mei, message-ID: <5la81c$t0l$1@news0.xs4all.nl>.
    Nieuw is zo'n methode niet, noch staat de Nederlandse justitie er alleen in. Rodriquez had eerder verslag gedaan van een EG-conferentie begin 1997 over pornografie en Internet, waaruit bleek dat precies dezelfde aanpak in Engeland gebruikt wordt: 'Martin Jauch, superintendent of the metropolitan police, clubs and vice, gave the most revealing lecture of the conference. He explained how British providers were threatened by his unit, in order to censor their newsfeed. The providers were assembled and were told that if they would not comply with the demands of Jauchs unit, their offices would be raided and essential equipment would be confiscated as evidence. This is the British interpretation of industry self-regulation: if the providers do not comply with the demands of the police, they'll be prosecuted. These methods resulted in a removal of a number of adult newsgroups, like alt.sex.anal, on the servers of British providers. It did not matter that most of the articles in these groups would not be considered a violation of British law: the groups had to be completely removed.' Felipe Rodriquez, 'Conference report - policing the internet', Nettime mailinglist, 16 februari 1997, message-ID: <199702161753.SAA22895@xs1.xs4all.nl>. (terug)
  19. WebWereld: 'Politie valt Digitale Stad binnen', 10-07-1997. (terug)
  20. Maurice Wessling: XS4ALL weigert een Internet tap, xs4all.general, 14 november 1997, message-ID: <346c579d.7248243@news.xs4all.nl>. (terug)
  21. Francisco van Jole, 'Daily Planet traceert kinderporno-verspreider', 30 mei 1997 www.pi.net/archief/daily/dp561.html; Francisco van Jole, Leidse kinderpornograaf bekent, 5 september 1997, www.pi.net/archief/daily/dp631.html. (terug)
  22. Een verslag van en commentaar op het optreden van FBI-directeur Louis Freeh bij een conferentie van het International Cryptography Institute is te vinden op www.eff.org/pub/Censorship/epic_fbi_crypto_childporn.alert. (terug)

Copyright Karin Spaink.
Deze tekst wordt uitsluitend
voor persoonlijk gebruik aangeboden.