Vousvoyeren

Wanneer het begon herinner ik me niet meer – het zal zich geleidelijk hebben ontwikkeld, eerst nauwelijks merkbaar en nu zo opvallend dat ik het zelf eindelijk doorheb – maar tegenwoordig zeg ik meestal ‘u’ tegen mensen die ik eerder vrijwel zeker zou hebben getutoyeerd., en in dezelfde beweging ‘je’ tegen mensen die ik vroeger met ‘u’ zou hebben aangesproken.

Dat laatste is begrijpelijk. Toen ik twintig was en zij vijftig, was vousvoyeren normaal: de afstand in leeftijd was te groot. Nu ik zelf vijftig ben, zijn oudere mensen relatief minder oud: het verschil tussen twintig en vijftig is immers vele malen groter dan dat tussen vijftig en tachtig. Alleen als ik iemand echt niet ken zal ik nog ‘u’ zeggen. Een enkele keer vousvoyeer ik mensen van gelijke of hogere leeftijd om mijn respect te betuigen, of om nadrukkelijk afstand te houden – bijvoorbeeld als ik iemand echt niet mag of niet vertrouw. Vaker echter is tutoyeren de gelijkmaker. De informele aanspreekvorm dient om aan te geven dat de verschillen tussen ons niet zo groot zijn, tenminste niet in mijn opvatting.

(L., mijn lief, is daarin drastischer. Ze heeft de gewoonte iedereen op haar werk die hoger geplaatst is dan zij, per definitie te tutoyeren, onder het motto: ‘Je mag dan wel meer verdienen dan ik maar daarmee houdt het ook op.’)

So far, so good. Allemaal een teken van ouder worden. Maar wat ik niet helemaal begreep van mezelf was waarom ik het tegenwoordig lastiger vind om jongere mensen met ‘je’ aan te spreken. Tot ik bij de kassa van de supermarkt stond en het mezelf hoorde doen. (Knikkend tegen de kassamevrouw:) ‘Goedemiddag.’ (Geeft bonuskaart:) ‘Alstublieft.’ (Neemt bonnetje aan:) ‘Dank u wel.’ (Weglopend om boodschappen in te pakken:) ‘En een prettige avond.’

Het is niet de onbekendheid die me op ‘u’ doet overstappen, want inmiddels ken ik het meeste winkelpersoneel uiteraard al lang van gezicht, en mijn verse gewoonte wil zich maar niet aanpassen. Er spelen twee motieven, realiseerde ik me na verloop van tijd. Ten eerste wil ik niet dat de kassamevrouw in kwestie denkt dat ik neerbuigend ben of haar niet serieus neem, zuiver omdat ik ouder ben. Dat is precies ook de reden dat ik zowat alle jongere mensen die ik privé niet ken, inmiddels vrijwel vanzelfsprekend vousvoyeer. ‘Ik mag dan wel ouder zijn, maar daarmee houdt het ook op,’ zeg ik eigenlijk met dat ge-u, in een curieus correlaat van L’s radicaal nivellerende gewoonte.

Het tweede motief speelt vooral bij mensen in specifieke beroepen: schoonmakers, kassadames, buschauffeurs, garderobepersoneel. Mensen die gewoonlijk voor vanzelfsprekend worden versleten, die vaak snauwerig worden behandeld, en meestal slecht betaald krijgen ook. Tegen hen zeg ik systematisch ‘u’. Het is het enige dat ik kan doen om hun werk prettiger te maken: ze met enige égards behandelen. Vousvoyeren is een vorm van load balancing, de zwaarte verdelen of het onrecht middelen. Beleefdheid is een vorm van alledaagse, kleine politiek, maar veel meer kun je soms niet doen.

Wat mijn gewoonte raar maakt – het was tevens de reden dat ik hem ontdekte – is dat de meeste mensen die ik met ‘u’ aanspreek, gewoon ‘je’ terugzeggen. ‘Alsjeblieft, dankjewel, jij ook,’ antwoorden de kassadames, geheel in de geest van Ikea die jaren geleden afschafte dat klanten met ‘u’ werden aangesproken. Ergens klopt iets niet maar ik vind het best.

Author: Spaink

beheerder / moderator

12 thoughts on “Vousvoyeren”

  1. “Mensen die gewoonlijk voor vanzelfsprekend worden versleten, die vaak snauwerig worden behandeld, en meestal slecht betaald krijgen ook. Tegen hen zeg ik systematisch ‘u’.”

    “zelfs” ik doe dat, terwijl ik pertinent tegen alle vormen van dandyisme ben. Het een sluit het andere niet uit.

  2. Ach, wanhoop maar niet. Waarschijnlijk is het doodgewoon een aanval van beschaving. Ik zou graag zien dat meer mensen daar last van kregen.

  3. Ik zeg alleen maar U tegen mensen met U in hun naam. Zoals JuZo maar niet nee@niet.grom. Tegen Karin zeg ik je en ik verwacht ook dat ze dat bij mij doet.

  4. Nou, tegen mij mag je wel je zeggen hoor dan zeg ik tegen je jij. En wat K doet dat interesseert me niet.

    De leeftijd, en de onontkoombaar nu veel en veel sterker wordende sociale controle, brengen voor iedereen met zich mee dat men absoluut een bepaalde beroeps-, leeftijds- gedrags- en karakterdeformatie moet hebben. Althans aankweken.

    Het is nu eenmaal niet anders. Dus over K: “Ze is een beetje gek, hoor, maar wel aardig.” Goedkeuring alom. Een pillecijn na de geprangde zelfmoordartikelen.Heeft men de gekte niet, dan valt men in de societas onherroepelijk in ongenade, en wordt men afgezonderd, opgesloten. Geen eer meer aan te behalen. Het is dus goed, K’s U-deformatie (vousvoyering) terdege te cultiveren en te sublimeren.

    De enige toegelaten extensie is dan nog, het spoorslags aanwennen van een soort korte lichte hoofse hoofdknik, heel even met geloken ogen, zo boven het rode sjaaltje en licht soepel vanuit de lendenen. Uiterst charmant. Vertederend, en ook verkwikkend.

    Wat kan ik daar zwevend van door de stad lopen. Alleen bij de gedachte alleen al. Ik moet kijken dat ik niet tegen een lantaarnpaal botsknots.

    Men wane, men stelle zich daarbij herboren, welverdiend en ook gedcoreerd heel even op een voetstuk. De gewaardeerde interrupt: “ik wens U een goede dag. Dan heb ik het ook.” Het hoofd van K zit nog te los om goed te kunnen neigen. Het moet strakker. Maar dat komt wel.

    Deze onschuldige abberatie is nu eenmaal onvermijdelijk in het alledaagse hoofdstedelijke straat- en pleinenleven. De survival of the fittest. Mooier, en gezelliger kunnen we ‘t elkaar niet maken in de gekte.

    ‘\^_^/’

    Alleen door zijn / haar afwijkingen valt de mens op in de waardering.

  5. Nou Jezo, het liefst spreek ik je helemaal niet aan want dat heeft mijn moeder mij verboden toen ik klein was. En een hand geef ik je liever ook niet als je het niet erg vindt.

  6. Wat vreemd. Wat gek. Wat eigenaardig. Er zijn wel aard-magnetische therapiëen voor je hoor, daar niet van. Maar wij oude mannen van beneden de grote rivieren, in een kleine clan van goede vertrouwelingen uit het werk, spreken elkaar ook op msn altijd met U aan. Uit persoonlijke gekte. En omdat het in België heel gewoon en doodnormaal is. Daar doet iedereen het. Van alle leeftijden. Belgen zijn een lief en vriendelijk volk. Heel anders dan het onze.

    Het duidt een beetje op automatisch blindelings respect voor elkaar. Een elders geheel afgestorven vorm van savoir vivre. Een beetje half weggestopte aard en soort van bewondering. Voor elkaar. Wie het ook betreft. En al dan niet terecht. Altijd automatisch.

    Daar moet je in Nederland niet mee komen. Maar gelukkig. Wij horen niet bij Nederland. Beneden de grote rivieren. Dat is maar heel goed ook. Het zou afschuwelijk zijn. Dat het nog lang zo blijve.

    ‘\*_*/’

  7. De Engelsen hebben dat simpel opgelost, iedereen is You.
    Ik gebruik ook U, gewoon uit gewoonte, maar ook om afstand te creeëren bij sommigen.

  8. Interessant blogje… Iets waar ik me namelijk geregeld mee bezig houdt. In mijn ogen heeft vousvoyeren (vooral van mensen die ofwel ouder zijn, ofwel je ze simpelweg niet kent, of in “het openbaar”=winkel oid) met respect te maken.

    Ik zeg altijd maar zo: “heb ik met je/u geknikkerd?” bij wijzen van spreken dus, en zeggen we gewoon u tegen elkaar; of iemand nu wel of niet ouder dan ikzelf ben. Tot je iemand leert kennen en het simpel is: tutoyeren. En nu werk ik op een nogal informeel bedrijf en daar tutoyeert iedereen elkaar (terecht).

    En dan ligt het er inderdaad maar aan hoe, waar en wanneer. Het viel mij op toen ik eens met de stadsbus richting centrum ging, dat mensen geen malle moer tegen de chauffeur zeggen. Al zou een “goedemorgen” niet eens gemeend zijn, het is wel zo beleefd.

    Het gaat bij mij nog een klein stapje verder. Als iemand (die niet mijn vriend(in) of dierbare is/zijn) mijn naam verbasterd tot koos- of bijnaam, dan grijp ik direct in. Het is “Kitty” en als je dat niet kunt onthouden dan zeg je maar mevrouw. Het heeft met respect te maken. Niet of iemand beter/slechter hoger/lager is. Maar da’s geheel mijn mening.

  9. Wilt U alstublieft niet zulke mooie stukjes schrijven? Straks wil ik die krant nog en ik kom uit Den Haag.

  10. In Belgie, het Vlaamse deel dan, zegt iedereen gij of u. Zelfs ouders zeggen tegen hun kinderen u. Dat bevalt me wel. Zelf zeg ik alleen tegen echt heel jonge mensen, kinderen noch eigenlijk, jij. En wat ze tegen mij zeggen maakt me niet uit. Ik kan me herinneren dat ik ooit, ik was een jaar of 25, tegen een werkgever Roel en jij moest zeggen, terwijl die man zeker 60 was. Als ik me vergiste en toch u of meneer zei, werd ik daar op aangesproken. Ik ging toen hele vermijdingszinnen construeren waarin noch een naam, noch een aanspreektitel voorkwam en dat ongemakkelijke gevoel wil ik zelf, nu ik ruimschoots de mevrouw-leeftijd ben gepasseerd, anderen niet aan doen.

  11. Ha, ik herken me in jouw vriendin, ik neig sowieso naar tutoyeren (waarschijnlijk uit recalcitrantie haha, ‘we zijn toch allemaal gelijk…!’) , al merk ik meer en meer het ‘handige’ effect van het afstand houden door te vousvoyeren en gebruik dat dan zo nu en dan (ik moet nog even wennen ;-) )

    Het grappige is dat ik tegenwoordig ook steeds vaker met ‘u’ aangesproken wordt. Voor mij meer een confrontatie met mijn leeftijd dan met het feit dat men mij zou respecteren of op afstand wil houden (maar misschien heb ik daarvoor een blinde vlek :D?)
    Leuk om daarover te filosoferen en bij jezelf (of uzelf!) uit te pluizen hoe het voor je werkt (of niet)

    Groetjes!
    Mien

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Hou me per e-mail op de hoogte van nieuwe reacties op dit artikel.
      (U kunt zich hier abonneren zonder zelf te hoeven reageren.)

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.