Requiem voor een borst

Als een oude geilaard kijk ik nu naar borsten. Borsten in films, in tijdschriften en op straat. Naar de welving, de deining, de glooiing, de gleuf tussen beide. Naar de stevigheid, de omvang, de massa. En ik hou de mijne steeds in mijn palm. Donderdag gaat-ie eraf.

De gedachte went. Nog geen twee weken geleden hoorde ik dat er een tumor in mijn rechterborst zat en nader onderzoek nodig was wegens het vermoeden van een tweede haard. Kanker hebben is één ding maar de gedachte dat mijn borst eraf moest – bij twee tumoren een vrijwel onvermijdelijke stap – maakte me paniekerig. Dat trek ik niet, een borst eraf, hoe moet ik dan ooit weer naakt tegenover iemand durven te staan, hoe moet ik me in godesnaam kleden?

Ik ben erg gehecht aan mijn sexy jurken en zomerse niemendalletjes met niks eronder. Juist het aantrekkelijk blijven had me indertijd erg geholpen de MS mentaal de baas te blijven, ik ging me er uitdagender door kleden, onder het motto: mijn lichaam werkt niet goed maar het ziet er verder nog best uit. En nu dit. Borst eraf. Straks een groot litteken en een half-kale borstkas, extra naakt wegens een missende tepel.

En ook: mag het nu eens ophouden, eerst MS, toen een hersenbloeding, allemaal netjes van hersteld, en dan nu verdomme kanker? Maar ziekte is niet rechtvaardig en wordt niet netjes verdeeld, ziekte is geen sociaal-democratisch verschijnsel.

Het went. Het went onwaarschijnlijk snel. Ik heb al mijn vrienden ingelicht en mijn tong blauw gepraat. Telkens weer zeggen dat ik iedereen zo vreselijk hard nodig ga hebben omdat ik niet weet hoe ik deze klus moet klaren en met een missende borst in het reine kom. Waarna een warm stortbad van liefde volgde: van Mieke die steeds korte lieve mailtjes stuurde en Hanno die aarzelend een boek vol foto’s van vrouwen net geamputeerde borsten kwam brengen (ze bekijken was moeilijk maar goed, het hielp me een voorstelling te maken), tot Menso en Moz en Barry en Christiane en nog tien anderen die tijdverdrijf voor een avond verzonnen.

Woensdagavond, er was een vriend op bezoek, had ik ineens een bloedende borst. Er was die dag weefsel weggenomen en de snee raakte lek. Mijn beha bleek doorweekt, het werd een vreselijke kliederboel, het bloed drupte maar door. We hebben eindeloos gegoocheld met gaasjes en pleisters en duwen op die plek. De rest van de avond zat ik met blote borsten bij Thijmen op schoot, hij hield mij vast en ik mijn bloed huilende borst. Zondag namen vriendinnen me mee naar de hammam voor een middag masseren, stomen en modderbaden. Tweemaal een mooi afscheid van een gaaf lichaam.

Ook de medici doen hun best. Er is een kans dat ik meteen een implantaat krijg, een siliconending. (Moeten ze hem wel een beetje laten leeglopen om mijn andere, echte borst te matchen.) Zodat ik afgelopen weekend ineens dacht: borst eraf, borst erin, alles in één operatie; sheesh, als het meezit ben ik met een paar weken weer de oude. Alleen nog een tepeltje laten tatoueren. (Of zal ik misschien iets anders nemen? Een roos? Een vleermuis? Een oog van Horus?) Wat heb ik me aangesteld!

Maar dat is ook weer onzin. ‘t Is wel kanker, en als mijn lymfeklieren niet in orde zijn volgt er nog een heel circus van een tweede operatie en wekenlange bestralingen. Laat ik het beste er maar van hopen.

Author: Spaink

beheerder / moderator

14 thoughts on “Requiem voor een borst”

  1. Godver, donderdag dus..
    Ik denk aan je. Niet dat je daar veel aan hebt, maar ik doe het wel.

    Liefs

  2. Gotverdomme, Karin, dat is echt ontzettend klote voor je.
    Niks aangesteld hoor. Je kan dat toch niet maar allemaal stoer gaan wegslikken.
    Ik hoop er ook het beste van voor je.

  3. You write, therefore you are. Dat blijft. Maar het is godverdomme wel een zwaar plengoffer om bij de goden genade af te smeken. De cijfers zijn goed, met borstkanker, dat wel, het aantal mensen dat het gehad heeft is ook hoog. Dat heb ik allemaal uitgeplozen toen mijn moeder borstkanker kreeg. Het is een zwaar offer dat je moet brengen, maar heel vaak nemen de goden er genoegen mee. Ik steek een kaarsje voor je op.

    En blijf schrijven…

  4. Onvoorstelbaar wreed van het leven, dit … maar na alles wat je al hebt doorgemaakt zal ook dit zeker lukken :D Sterkte en ook hier brandt een kaarsje voor geen okselklieren, geen bestralingen en geen chemo-ellende …

  5. > mijn lichaam werkt niet goed maar het ziet er verder nog best uit.

    Madame ! Vous êtes supèr !

    XXX

  6. Lieve Mevr. Spaink,

    Dit is inderdaad méér dan één mens zou moeten meemaken.
    Ik wens u het allerbeste en – misschien – wordt de implantaat geplaatst mèt tepel?

    Vandaag is de dag.
    Ik denk aan u.

    Liefs,
    een Parool lezer.

  7. Jij houdt van schrijven maar ook van lezen. Lees ‘White Glasses’ in het boek _Tendencies_ van queer theoretica Eve Sedgwick, daarin heeft ze het over haar eigen borstamputatie (en haar kanker).

  8. Jouw woorden hebben mij getroost op moeilijke momenten.
    Je kritische blik op de wereld en je heldere manier van schrijven,
    de standpunten die je inneemt,
    daar herkende ik iets van mijzelf in terug en ik voelde me daardoor minder alleen.
    Karin, veel sterkte, ik zal aan je denken
    en laat iets van je horen op het wereldwijde web.
    Liefs,
    van een lezer

  9. One of the first things I felt when I was facing the diagnosis of breast cancer was, ‘shit, now I guess I really must be a woman’. A lot of what I was responding to was the way the formal and folk ideologies around breast cancer not only construct it as a secret, but construct it as the secret whose sharing defines women as such. All of this as if the most obvious thing in the world were the defining centrality of her breasts to any woman’s sense of her gender identity and integrity!

    This did not happen to be my situation: as a person who has been nonprocreative by choice, and whose sense of feminity, whatever it may consist in, has never been routed through a pretty appearance in the imagined view of heterosexual men – as a woman moreover whose breast eroticism wasn’t strong – I was someone to whom these mammary globes, though pleasing in myself and in others who sported them, were nonetheless relatively peripheral to the complex places where sexuality and gender identity really happen.

    Something similar has seemed true, moreover, to many other very different women I have talked with, including the other women who sat angrily through a meeting of the hospital-organized breast cancer support group, being told by a social worker that with proper toning exercise, makeup, wigs, and a well-fitting prosthesis, we could feel just as feminine as we ever had and no one (i.e., no man) need ever know that anything had happened.

    Eve Segdwick, ‘White Glasses’, _Tendencies_, p. 262.

  10. Onwaarschijnlijk denk je in eerste instantie wanneer iemand die je sympatisch is kanker ontmoet. Bij een kennis wees ik het milieu aan als dader. Het was ook erfelijk. Lag ook aan de genen vertelde hij me. Daarop voelde ik me nog kleiner. Hij voelde. Niet ik. Enige tijd geleden zag ik je op zo een videoclipding tijdens een speech. Je kruk gebruikte je nauwelijks. Wat een schrik dus na het lezen van dit berichtje. Nu weet ik dat je een sterke wilskracht bezit. Wij zijn dus vol goede moed.
    groetjes Karin van
    Bert

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Hou me per e-mail op de hoogte van nieuwe reacties op dit artikel.
      (U kunt zich hier abonneren zonder zelf te hoeven reageren.)

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.