De weelderige en de weduwe

‘De weelderige’ was mijn bijnaam voor haar: Chris was romig en royaal. Meer dan dertig jaar waren we hartsvriendinnen.

Begin juli belde ze met belazerd nieuws. Ze had kanker, ongeneeslijk en onbehandelbaar, nog van het snelle soort ook. Binnen een kwartier was ik bij haar. We huilden uit, maakten lijstjes van wat ze nog wilde doen, wie er gebeld moesten worden en wat ze moest regelen.

Anderhalve dag later besloten we te trouwen. Deels omdat Chris vreselijk graag wilde dat er de komende maanden iemand naast haar zou staan die nooit meer weg ging, deels omdat echtgenoten wettelijk nu eenmaal meer mogen dan hartsvriendinnen, meer dan broers en zussen. En deels trouwden we omdat we het slechte nieuws zo in een groots afscheidsfeest konden verpakken, en haar vrienden de gelegenheid konden bieden haar nog eenmaal in optima forma te zien. En we trouwden omdat dames onderling dat tegenwoordig eindelijk mochten, en wij nu mooi gebruik konden maken van dat recht.

We noemden het ‘tegendraads trouwen’.

Half augustus, op de warmste dag van de eeuw, kwamen honderdvijftig vrienden bijeen in de Tolhuistuin. Haar broer gaf haar weg aan mij, haar zus was onze getuige. Het werd een wonderschoon, ontroerend feest.

*

Die eerste avond in juli zei Chris al: ‘Dat wordt dus euthanasie, te zijner tijd.’ We tekenden papieren. Het ziekenhuis beloofde mee te werken, evenals de huisarts. Dat stelde haar zeer gerust. Meer nog: juist doordat ze wist dat ze uiteindelijk zelf de grens mocht bepalen, kon ze haar ziekte en haar naderende dood aanzienlijk beter verdragen. Het gaf haar het gevoel dat ze alsnog de controle behield. Ze werd er dapperder door.

Toen de huisarts uiteindelijk aan haar bed verscheen en aan Chris vroeg – zoals de wet hem verplicht – of ze nog steeds euthanasie wilde, antwoordde ze gedecideerd: ‘Ja… gráág!’ Ik hield haar vast toen het gebeurde. Ik voelde haar hart stoppen.

Sindsdien ben ik weduwe.

Uiteindelijk heeft Chris het bijna zeven maanden volgehouden en zijn we bijna een half jaar getrouwd geweest. Het was mooi, het was zwaar, het was vol liefde en zonder enige spijt.

Voor haar – en alleen voor haar – zou ik het zó opnieuw doen.

*

Chris en ik prezen ons gelukkig dat we in een land leven waar euthanasie mag, en waar het huwelijk is opengesteld. Zonder die twee dingen was haar leven in de afgelopen maanden onzegbaar veel moeilijker geweest.

In december beweerde Paus Benedictus XVI dat abortus, euthanasie en het homohuwelijk de wereld in het verderf hebben gestort. Chris en ik lagen dubbel. Twee van de drie: een goede score, vonden we. (Het recht op abortus hebben we altijd verdedigd, maar gelukkig geen van beiden ooit hoeven uitoefenen.)

Zodat ik vreemd voldaan was te horen dat de Paus, drie dagen na Christianes euthanasie, besloten had om af te treden. Hij had het pleit verloren.

Zij en ik niet – wij hebben zelf gekozen. We konden zelf kiezen.

[Bruidsfoto: Reinoud van Leeuwen.]

Valse ridders

De recente commotie over de seksuele intimidaties die jonge allochtonen publiekelijk over vrouwen uitstorten, zint me niet. Nee, het gescheld zelf bevalt me ook niks, maar de verdediging die nu te onzer ere wordt opgezet, bevalt me eigenlijk nog minder.

Want de ondertoon is deze. Dat jonge Arabische mannen hun eigen vrouwen op die manier behandelen is niet in de haak, maar ja, ze komen uit een achterlijke cultuur he, dan krijg je dat, en die vrouwen weten niet beter. Maar nu gaan ze te ver: van onze vrouwen moeten ze afblijven! Op het weblog Sargasso schreef iemand openlijk: “Onze vrouwen zijn daar niet voor bedoeld.”

Pardon? Zijn ‘hun’ vrouwen daar dan wél voor bedoeld? Me dunkt van niet. Bovendien wordt er gesuggereerd dat oer-Nederlandse mannen zulke dingen nóóit zouden doen jegens vrouwen. Nog daargelaten de akelige suggestie dat er sprake is van ‘hun’ en van ‘onze’ vrouwen.

Het debat over seksuele intimidatie wordt daardoor in een ander kader geduwd. Ineens is de verhouding tussen mannen en vrouwen niet langer het scharnierpunt ervan, maar draait alles om ‘westers’ versus ‘moslim’. Het effect? Westerse mannen zonderen zichzelf uit van het debat. Erger, zij werpen zich nu op als de ridders die vrouwen te hulp snellen. Seksueel geweld gaat hen niet aan hoor, zij doen zulke dingen niet, het zijn alleen ‘andere’ mannen die dat doen.

Voorlopig dieptepunt was de man die – alweer op Sargasso – uitgebreid betoogde dat we toch vooral moesten snappen dat ‘zulke’ mannen zulke dingen alleen maar deden omdat zijzelf maatschappelijk zo’n rotpositie hadden, en dat het dus zaak was eerst te zorgen dat hun situatie verbeterde. Dan kwam dat met die vrouwen ook wel goed.

Het is een redenering die als twee druppels water lijkt op de argumentatie die eerder rondwaarde in de gestaalde kaders van het communisme, en die tot ver in de jaren tachtig in de toenmalige CPN gehoord kon worden: de baas vertrapt de arbeider, en daarom vertrapt de arbeider zijn vrouw. O vrouwen te bevrijden, moeten we dus eerst de arbeider bevrijden.

Leuk bedacht, maar het probleem is dat ook de baas zijn vrouw geregeld vertrapt, en dat mannen – of ze nu baas zijn of arbeider – vrouwen vernederen die de ‘hunne’ helemaal niet zijn. Niemand heeft het recht om zijn mannelijk ego, om het even waardoor het gebutst is geraakt, op te vijzelen door naar vrouwen uit te halen.

Tip

Bij nogal wat afkickcentra op religieuze grondslag blijkt de zorg een rommeltje te zijn: er is amper professionele begeleiding en de omstandigheden zijn er erbarmelijk. Reden waarom de Inspectie voor de Gezondheidszorg nu aankondigt in zulke klinieken verrassingsbezoeken te gaan brengen. (Nooit aankondigen zoiets: gewoon doen!) Mijn tip voor de Inspectie: ga vooral eens langs bij Narconon, prominent onderdeel van Scientology.

Bij Narconon worden verslaafden niet begeleid door medisch personeel; er wordt gewerkt met door henzelf – lees: door Scientology – opgeleid personeel. De organisatie meent zich aan medische vereisten te kunnen onttrekken door haar programma ‘sociaal-educatief’ te noemen. Maar wie enigszins bekend is met verslavingszorg, weet dat afkicken gepaard gaat met zware fysieke klachten: stuiterende bloeddruk, paniekaanvallen, krampen, soms zelfs stuipen. En die weet ook dat verslaafden gewoonlijk sowieso al een belazerde conditie hebben.

Een cruciaal onderdeel van Narconons afkickprogramma is dat cliënten elke dag twee tot vijf uur de sauna bezoeken, een regime dat wel zes weken kan duren. Het doel? ‘De onzuiverheden te lozen en via de poriën uit het lichaam te laten verdwijnen’. Bij afkicken is saunabezoek bepaald riskant: hoge bloeddruk en zo. Overigens is de theorie dat je ‘onzuiverheden’ kunt uitzweten, gebaseerd op een middeleeuwse fysiologie. Verslaving is geen koorts.

Narconon maakt het nog bonter. Wie hun afkickprogramma volgt, krijgt vitamines en mineralen voorgeschreven. Dat klinkt gezond. Totdat je ontdekt om welke doseringen het gaat: gemiddeld tien keer hoger dan het veilig geachte maximum.

Hun zorgwekkendste overdosis is niacine, ook bekend als vitamine B3 of nicotinezuur. De aanvaarde maximale dosis is 15 tot 20 milligram daags. Narconon schrijft per dag vijf gram niacine voor: 250 keer de maximumdosis, en dat weken achtereen. De risico’s van teveel B3? Vaatverwijding, versnelde hartslag, bloed plassen, maagzweren, geelzucht en zelfs leverschade.

Het succespercentage van Narconon is trouwens nogal belazerd. Cliënten afleveren die nadien hartstochtelijk graag Scientologycursussen willen volgen, lukt ze stukken beter. Maar ach, er zijn wel meer clubs die vooral dienen om je ene verslaving voor een andere in te ruilen.

Narconon verkoopt zichzelf als afkickcentrum, terwijl er gevaarlijke behandelingen worden aangeboden en fatsoenlijk medisch toezicht ontbreekt: daarover moet de Inspectie zich wel degelijk buigen. Waarbij ik aanteken dat Scientology datzelfde saunaregime en vitamineoverdosisgedoe ook aan haar leden opdringt (dan heet het de Purification Rundown). Je kunt niet enerzijds iets uitventen als ‘verslavingsbehandeling’ dat je anderzijds als onderdeel van een ‘religie’ bestempelt.

The tree of life

Vanavond zag ik The Tree of Life, een film die zojuist te Cannes de Gouden Palm heeft gewonnen.

Wat een draak van een film! We zien een ouderwets gezin, jaren vijftig: vader is streng, omdat-ie denkt dat dat de beste manier is om zijn kinderen te wapenen tegen de buitenwereld; moeder is liefhebbend en timide, en vult haar dagen met het huishouden en de kinderen; als vader te streng is, doet ze er bedeesd het zwijgen toe. Nu zal dat gerust allemaal hebben bestaan, maar wat is het nut ervan om dat allemaal zonder commentaar, zonder nieuw inzicht en zonder dubbele laag opnieuw te verbeelden? Waarom zou je dat simpelweg, zonder toevoeging, herhalen?

Al in het begin van de film breekt er iets: er komt bericht dat een van de drie zonen is overleden. Daarna krijgen we moeders verhaal over de familie, dan vaders verhaal, en tot slot dat van de oudste zoon. Alledrie de verhalen worden veelvuldig onderbroken door sombere, gefluisterde monologen gericht aan God. Waarom is dit gebeurd, God? Waarom deed U dit, God? Bent U wel rechtvaardig, God? Welk doel dient dit, God? Waarom moeten wij dit leed dragen, God?

De verhalen van moeder en vader zijn vreselijk voorspelbaar. Pas bij het verhaal van de oudste zoon ontstaat er spanning, maar we zijn dan al dik een uur verder. Zoonlief wordt wreed: zijn vader heeft hem zo gehard dat hij zich te weinig aan anderen gelegen laat liggen, en daar zelf van schrikt. Dat deel had interessant kunnen zijn – tenminste, als de film zich daarop had gericht.

Maar nee. De film focust op religie, en op de eeuwigdurende cyclus van groei en verandering. Dat laatste wordt verbeeld door na moeders episode een kort overzicht van de geboorte van het universum te laten zien: kolkende oceanen, lavastromen, planeten, zonnestelsels, wuivend gras, watervallen, dreigende luchten. (Toen we ineens een dinosaurus in beeld kregen, schoot ik onbedaarlijk in de lach.) Dit alles werd muzikaal omlijst met het Lacrimoso en later met Agnus Dei. Zwaar aangezet? Hoezo?

In de apotheose van de film zien we de resterende familieleden verzameld op een strand. Ze lopen doelloos heen en weer, ze zijn omringd door tientallen andere mensen. Ze zijn door de tijd naar deze plek gekomen, ze hebben over rotsen gewandeld om hier te komen. De lucht kolkt en wolkt boven hun hoofden – even dacht ik: krijgen we toch nog The Rapture te zien: alle gelovigen eindelijk opgenomen door de hand Gods! Maar nee. Mams zegt tegen God: ‘Hier, ik geef u mijn kind.’ Wat een nep, dacht ik, dat kind wás al dood, het is allang geen keuze meer.

Het was National Geographic, gelardeerd met reli-porn. Dat de rest van de zaal ook ongemakkelijk schuifelde, was een schrale troost.

Voorspelling

De eindtijd is nabij! Om precies te zijn, hij begint aanstaande zaterdag al. Op 21 mei zal de hemel splijten en laat de Christus zich zien. Eerst zal hij de doden doen herrijzen (nu ja, alleen de ware gelovigen onder hen), daarna neemt hij zijn levende volgelingen op. Miljoenen mensen zullen die dag van de aarde verdwijnen: zij zweven omhoog en worden naar hun eeuwige woonst in de kamers van de Heer geleid.

Wie denkt dat we het hier gerust zonder de verdwenen ware christenen kunnen stellen, rekent buiten de waard. Wij achterblijvers krijgen het zwaar. Kort na de Opname, the Rapture, zal de Antichrist zich aan de wereld openbaren; op aarde zal de hel heersen. Van schrik tot inkeer komen en dan alsnog gered worden blijft mogelijk, maar deze spijtoptanten wacht de marteldood: de Antichrist zal gelovigen met woeste ijver vervolgen.

De Dag des Oordeels is vaker voorspeld, maar ditmaal zijn de tekenen zeer pregnant. De Rapture Index – volgens de bedenker ervan ‘de Dow Jones van eindtijdse tekenen’ – heeft nooit zo hoog gestaan. De economie stort overal in, goddeloos gedrag wordt tot recht verklaard, natuurrampen volgen elkaar rap op, overal worden UFO’s gesignaleerd, en er is gerede kans dat de president van de EU zich ontpopt als de Antichrist.

De dood van Bin Laden is een kleine tegenslag: helaas nam daardoor de wereldonrust af. Jammer ook dat Frankrijk haar kernwapens wil reduceren, dat scheelt al snel een paar punten. Anderzijds ontbreekt de lancering van de Endeavour van gisteren in de Rapture Index, terwijl haar missie nota bene is om antimaterie te vinden! Dringt heus tot niemand door dat de Endeavour op de Antichrist zal stuiten?

De Opstanders inventariseren gretig de tekenen van de naderende eindtijd. De aardbevingen in Japan, de tsunami, lekkende kernvaten, de Khadaffi’s gekte, de grootscheepse werkloosheid in Amerika – alles dat hun reisschema naar de hemel versnelt wordt met blijdschap genoteerd.
Dat lijkt me zeer onchristelijk: ze maken oorlog en rampspoed tot pasmunt voor hun eigen redding. Daarnaast is die zelfverklaarde uitverkorenheid bepaald hovaardig. Maar zijn ze ook niet ontzettend inconsequent? Waarom dat verzet tegen de openstelling van het huwelijk voor homoseksuelen? Zulke verdorvenheid bespoedt de Opstand.

De weersverwachting voor komende zaterdag: zonnig, met mogelijk wolkvorming door opstijgende christenen.

Kopzorgen

Dat gezeur over hoofddoekjes en het dragen van ‘religieuze symbolen’ hangt me de keel uit. In sommige beroepen is het inderdaad wezenlijk om neutraliteit, herkenbaarheid of gezag uit te stralen. Maar daarvoor hebben we nu juist het uniform uitgevonden.

Daarbij geldt: hoe noodzakelijker de gewenste neutraliteit of rolvastheid, hoe strikter de kledingcode. Postbodes kunnen kiezen tussen broek, rok of shorts; soldaten, agenten en advocaten niet. Maar of baliemedewerkers, HEMA-verkoopsters of ambulancepersoneel een hoofddoek bij hun uniform dragen, doet weinig ter zake; wat telt is uitsluitend of ze goed werk leveren.

Al roepen we om ’t hardst dat het hoofddoekjesdebat gaat over de ‘algemene’ vraag of religieuze overtuigingen publiek beleden mogen worden in iemands uitoefening van z’n beroep, gaat het natuurlijk helemaal niet over religies in hun algemeenheid. Nog nooit heeft iemand bezwaar gemaakt tegen een ambtenaar met een kruisje om zijn nek of tegen een rechter met een sticker van een vis achterop haar auto.

Om niettemin de schijn van objectiviteit te bewaren, is het debat inmiddels opgesmukt tot het publiekelijk tentoonspreiden van persoonlijke overtuigingen. Misschien horen ambtenaren evenmin politieke t-shirts te dragen? Dat kan immers provocerend of aanstootgevend zijn, en is sowieso niet neutraal. Ah, ok.

Maar waar trekken we de grens? Mag een broche met een roze driehoek wel? Is een potteus uiterlijk toegestaan? Een deathmetal t-shirtje? Persoonlijk haat ik roze borstkankerlintjes (beargumenteerd, en op goede gronden); kan ik voortaan bezwaar maken tegen ambtenaren die ze dragen?

Laten we elkaar geen mietje noemen. Er ligt in dit debat maar één religie en één overtuiging onder vuur: de islam. In een manoeuvre die herinnert aan de spagaat van het Amerikaanse leger – soldaten mogen gerust homoseksueel zijn, ze mogen het alleen niet laten merken – wil de PVV de islam uit de openbaarheid wegdringen: niemand mag kunnen zien dat je moslim bent. Wie dat xenofobe debat wil ‘abstraheren’ en daartoe gaat zaniken over persoonlijke overtuigingen van ambtenaren die publiekelijk achterwege moeten blijven, is hypocriet.

Want wie oprecht vindt dat ambtenaren in functie uiterlijk ontbloot dienen te zijn van hun persoonlijke overtuigingen, rest maar een oplossing: overheidsbrede herinvoering van het uniform. Elke kledingstijl – inclusief de bloemetjesjurk – heeft immers zijn eigen culturele en politieke connotaties; alleen een strikt gereguleerde dracht kan neutraliteit uitstralen.

Maar uniformen voorschrijven willen we niet. Dat zou draconisch zijn! Bovendien, iedereen moet kunnen dragen wat-ie wil: Nederland is immers een vrij land. Tenzij zo’n Nederlander islamitisch is, natuurlijk.

Lessen

De Egyptische revolutie heeft ons veel geleerd. Het schouwspel van honderdduizenden mensen die dag in, dat uit de straat opgingen om met gevaar voor eigen leven hun vrijheid en hun burgerrechten op te eisen, was schrijnend mooi – en een fikse terechtwijzing voor al die mensen hier die menen dat ‘ze’, die moslims daar, allemaal zowat half achterlijk zijn.

Dit waren dappere, respectabele, vreedzame, welbespraakte mensen, die uitsluitend democratische eisen stelden: opheffing van de noodtoestand, hervorming van de grondwet, vrije verkiezingen, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting en een einde aan de corruptie.

(Daarom ook dat de PVV geen woord heeft gewijd aan de opstand: zowat alles wat de Egyptische demonstranten zeiden en deden, haalde Wilders’ stereotypes en stellingen onderuit. Dit is een opstand die Wilders grondig in het ongelijk stelt.)

We leerden dat wij jarenlang een dictator hebben gesteund onder wiens regime tienduizenden mensen werden gearresteerd zonder ooit een proces te krijgen, waar marteling aan de orde van de dag was, waar de pers werd geïntimideerd en verkiezingen vervalst werden – zonder dat wij ooit een kik gaven. Erger, we noemden Mubarak een ‘bevriend’ staatshoofd en bejegenden hem met eerbetoon.

We leerden dat ons idee van het leger wellicht niet overal opgaat. In Arabische landen is het leger over het algemeen rechtvaardiger dan de politie, die er gewoonlijk corrupt is. Terwijl de politie er aanvankelijk op los sloeg, met busjes op de demonstranten inreed, en zich later undercover bij de huurlingen voegde die met messen en zwaarden door de menigte galoppeerden, heeft het leger steeds haar kalmte bewaard en geweigerd op de bevolking te schieten.

We leerden dat het kortwieken van de communicatie van mensen een dictatoriale ingreep is, en dat het nauwgezet volgen wie met wie communiceert, doodgevaarlijk kan zijn. Als we menen dat Mubarak of Achmedinejad dat niet mogen, waarom vinden we het dan wel goed dat onze eigen overheden zichzelf juist die bevoegdheden willen aanmeten? Waarom is internet filteren, van een kill-switch voorzien en de herkomst van berichten traceren in het westen wél in orde?

We leerden dat Egypte voor een derde bestaat uit jonge mensen die helemaal niet zoveel om religie geven als wij denken, en al helemaal niet fanatiek. Ja, ze bidden en ze geloven, maar dat doen CDA’ers ook. En die zie ik nog niet zo snel een andere religie de ruimte geven voor een dienst (op Tahrir werd anderhalve week geleden de allereerste publieke christelijke mis ooit georganiseerd), laat staan dat ze met gevaar voor eigen leven biddende moslims willen beschermen.

We leerden dat live televisie dagen achtereen boeiend kan zijn, als je tenminste goede verslaggevers hebt en overal ter wereld mensen weet die je kunt uitnodigen voor commentaar en debat. En dat zo’n gesprek dan gerust langer mag duren dan anderhalve minuut – sterker, dat de kwaliteit van een gesprek er fors op vooruit gaat wanneer je er een kwartier of half uur voor uittrekt. We leerden dat de emotie van verslaggevers of geïnterviewden niet het allerbelangrijkste is en er niks ‘door iemand heen’ hoeft te gaan om een gesprek boeiend te maken. We leerden bovenal dat het mogelijk is om gedegen geëngageerde journalistiek te bedrijven.

En we leerden hopen – hopen op de goede afloop. Laten we dat laatste blijven doen. Want de democratie hebben ze hard verdiend, in Egypte.

Hullie & historie

Onder homoseksuelen bestaat zorg over het veranderende klimaat. Het leek erop dat homoseksualiteit gaandeweg geaccepteerd raakte, maar op straat en op het werk is het de laatste jaren juist moeilijker geworden openlijk homoseksueel te zijn. Onderwijzers hebben last op school; valse en denigrerende opmerkingen nemen toe; op straat worden homoseksuele stellen vaker lastig gevallen of zelfs in elkaar geslagen.

De zorg deel ik, de analyse erachter niet. De oorzaak wordt gezocht in de invloed van de Islam. Het zouden vooral moslimouders en -scholieren zijn die zeuren over homoseksuele leraren, en vooral Marokkanen die zich op straat agressief betonen jegens homo’s. Zelden wijst iemand daarbij op katholieke en protestantse schoolbesturen die homoseksuele onderwijzers publiekelijk afwijzen, terwijl die toch hard meehelpen dat vijandige klimaat te legitimeren. Net als directies van openbare scholen die hun eigen personeel niet openlijk steunen en die homohatelijkheden laten passeren met het excuus dat ‘anderen’ nog niet zo ver zouden zijn.

Wijzen op de Islam is goedkoop. Het legt het probleem ten onrechte bij ‘anderen’. Het schept een valse tweedeling: alsof homoseksualiteit uitsluitend hier voorkomt en niet bij hullie. Het doet het voorkomen of ongenoegen, ongemak, rancune, vijandigheid of verzet jegens homoseksualiteit uitsluitend van ‘daar’ komt en ‘ons’ vreemd zou zijn. Maar potenrammen is helaas een oud fenomeen, een kwalijke sport die sinds jaar en dag in Nederland wordt beoefend.

Twee, nee drie andere dingen steken me in het debat: de klagerigheid, de a-historische blik en het gebrek aan solidariteit.

Tot ver in de jaren negentig ontbrak de gebelgde, zielige toon. Ja, homo’s werden soms in elkaar geslagen zuiver om wie of wat ze waren. Dat was ernstig. Daar moest je dus wat tegen doen, vonden we. Dat betekende: debatten opzetten, het gesprek aangaan, publiekelijk je bestaansrecht opeisen en aanspraak maken op plichtsbesef, hulp & benul van anderen (beleidsmakers, politie, voorbijgangers). Het betekende ook: weerbaarheidscursussen opzetten, op zelfverdediging gaan, en een roze knokploeg organiseren die ’s nachts langs riskante straten trok om in geval van nood lik op stuk te kunnen geven, en passant bewijzend dat een flikker nog geen mietje was.

Van die baaierd aan antwoorden is nu geen sprake. Weerbaarheid en inventiviteit zijn ingeruild voor afhankelijkheid, het probleem wordt beschouwd als Fremdkorper. De overheid moet het voor ons oplossen: wij zijn zielig en behoeven bescherming, het probleem ligt buiten onze cultuur en de oplossing gaat onze macht te boven.

Waarmee we ons lot leggen in de handen van dezelfde overheid die soms zo verrekte ‘hullie’ is. Die weigerambtenaren een rechtspositie geeft, die meent dat religie een geldige grond is om homoseksuelen in het onderwijs te discrimineren, die homofobie in de Koran veroordeelt maar ’m in de Bijbel en vanaf de kansel volkomen acceptabel vindt.

Dan die a-historische blik. Als feminist heb ik geleerd dat emancipatie in golven komt en helaas ook in golven wijkt. Je moet verworven rechten blijven verdedigen: anders wint de contramine terrein en eroderen ze, en ontdek je later dat je winst als zand tussen je vingers is weggeglipt. Wie strijdt voor zijn rechten kan nooit op zijn lauweren rusten. (Ter troost: verdedigen wat je hebt gewonnen kost gewoonlijk minder moeite dan iets centimetersgewijs veroveren.)

Anders dan de vrouwenbeweging heeft de homobeweging die les duidelijk niet geleerd. Feministen weten dat na winst onherroepelijk terugval volgt, en dat na elke vooruitgang de restauratie logischerwijs aan zet is. Wij weten dat veel winst uiteindelijk cosmetisch blijkt te zijn. Dus vanwaar dat geklaag van de heren homo’s? Niet zeuren. Stroop op, die mouwen!

Tot slot steekt me het gebrek aan solidariteit, het gebrek aan een breder besef dat vrijheid en rechten ondeelbaar zijn. De heren homoseksuelen die nu klagen over de afnemende sociale tolerantie voor hun positie en belangen, hoor je nimmer gewag maken van de dalende maatschappelijke affiniteit met feminisme. Dat vrouwenbelangen steeds vaker worden afgedaan als ‘gezeur’, daar hoor je ze niet over. Toen Pim Fortuyns ster rijzende was en half mannelijk homo-Nederland geilde op het idee van een nicht als premier, maakte geen hunner zich ook maar een seconde boos over het dedain waarmee Fortuyn vrouwen afserveerde en hen naar de keuken terugwenste.

4 oktober 2010 / Lover, december 2010

Hoeder, moeder & broeder

Al geruime tijd doet onder technologiegezinde mensen de theorie van de Singularity opgeld. (Eigenlijk is ‘t meer een hypothese, want van een coherent uitgewerkt stelsel van ideeën is geen sprake.) De leidende gedachte is dat technologie zich momenteel zo snel ontwikkelt, onder meer omdat we tegenwoordig geavanceerde technologieën gebruiken om nieuwe technologieën te ontwikkelen, dat zich op afzienbare tijd (twee, hooguit drie decennia in de toekomst) een cruciale, onomkeerbare verandering zal voordoen. De technologie die we hebben gemaakt, zal dan op eigen benen staan; hij zal bewustzijn hebben, zo u wilt.

Die nieuwe technologie zal ons veel goeds brengen. Via nanotechnologie kunnen we straks bijvoorbeeld organen maken (of repliceren). Er zal nooit meer een tekort zijn aan donornieren, je kunt een nieuwe nier laten ‘uitprinten’ door een nanodeeltjesmaker, die alle bouwstenen vervaardigt en ze in de goede volgorde en samenhang ordent. Grondstoffen hoeven we voortaan niet te delven maar kunnen we zelf maken, alweer via nanotechnologie. Want uit nanodeeltjes (minuscule brokjes informatie) kun je alles bouwen, je hoeft ze alleen maar de juiste informatie en de juiste connecties mee te geven. Ze zullen zichzelf dan tot de gewenste formatie ordenen en kunnen zichzelf eindeloos repliceren.

Van schone brandstof tot onuitputtelijke voedselbronnen, van lichaamsverjonging en –herstel tot genezing – alles ligt dan ineens binnen bereik. Sommige aanhangers van de Singularity-gedachte – waaronder haar voornaamste woordvoerder, Ray Kurzweil – geloven zelfs dat de mens dan onsterfelijk zal worden.

Na de Singularity ‘weet’ de technologie bovendien wat wij nodig hebben en zal zij onze wensen en noden vervullen. De technologie zal op onze verlangens anticiperen en zal ons beschermen tegen de elementen, tegen elkaar en tegen alles dat ons kwaad berokkent. De technologie zal onze hoeder, moeder en broeder zijn.

Kortom, de Singularity is voor technofielen wat The Rapture is voor christenfundamentalisten: het moment waarop de hemel openbreekt, God over ons neerdaalt en ons in zijn eindeloos wijze armen opneemt, en alles op slag goed en heel maakt. Het enige verschil is dat bij de Singularity iederéén mee de zaligheid in mag, terwijl The Rapture alleen op uitverkorenen mikt en de rest in het hellevuur werpt.

’t Is buitengewoon naïef. Dat technologie zich exponentieel ontwikkelt en dusdanige reuzensprongen maakt dat ’t niet meer valt bij te houden, laat staan dat we kunnen voorspellen wat er over tien of twintig jaar mogelijk is, is waar. Maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat alles wat wij zodoende in het leven roepen ‘goed’ zal zijn, integendeel: de geschiedenis leert ons dat technologie ook vele rampen heeft veroorzaakt. (‘Maar dat was onvolkomen technologie,’ werpen de gelovigen dan tegen.)

Daarnaast negeert de Singularity-gedachte dat er al veel systemen zijn ontworpen die zelfstandig functioneren en die ‘voor ons aller bestwil’ min of meer eigenstandig beslissingen nemen. Niet dat zulke systemen bewustzijn hebben, maar wel hebben we ze zoveel autoriteit toegekend dat we onszelf afhankelijk hebben gemaakt van hun oordeel. Van alcoholdetectiesystemen in auto’s (niet blazen betekent niet kunnen rijden) tot geautomatiseerde beslissingen wie ‘gevlagd’ wordt als verdachte, als mogelijke borstkankerpatiënt of als potentiële wanbetaler – de technologie beslist.

Ook dat hebben Singularity-aanhangers gemeen met andere gelovigen: ze kijken nooit naar het hier en nu, maar verlaten zich op een verre toekomst waar alles roze is.

[Beeld gekopieerd van een blog over Transhumanisme, een gedachte die nauw verwant is aan The Singularity.]

Sekte gaat voor goud

Scientology doet tegenwoordig niet alleen meer in windhandel. Het Parool meldde vandaag dat de sekte zich in de goudhandel heeft gestort. Nu ja, handel… Wie geïnteresseerd is in het idee, moet al betalen om überhaupt te mogen beluisteren hoe de plannen in elkaar steken. En afgaande op hoe Scientology gewoonlijk te werk gaat, vermoed ik dat de toehoorders het object van een hard sell zullen zijn.

De verkoop wordt geleid door twee Nederlandse die-hards van Scientology: Manuel Nugteren en Joop van der Linden. Beiden zijn al minstens sinds de jaren negentig lid van de sekte. Beiden waren indertijd al IAS patron, wat betekent dat ze minstens 40.000 USD aan de sekte hadden gedoneerd. Nugteren is daarnaast directeur of directielid van allerlei Scientology managementbedrijfjes, zoals Silhouet.

Uit het artikel:


Twee vooraanstaande functionarissen van Scientology, Manuel Nugteren en Joop van der Linde, zijn actief binnen een ondoorzichtige organisatie die via internet particulieren probeert te interesseren in goud; dergelijke kandidaat-investeerders wordt voorgehouden dat de economische ondergang aanstaande is, en dat goud nog de enige veilige belegging is.

In hotels in het hele land worden vervolgens bijeenkomsten georganiseerd, zogeheten Freedom Events, waarvoor per keer rond de honderd belangstellenden worden uitgenodigd. Onlangs werden dergelijke vrijheidsevenementen – die niet vrij toegankelijk zijn, de deelnemers moeten betalen – gehouden in hotel De Witte Bergen in Hilversum en conferentiecentrum Koningshof in Veldhoven.

Nugteren en Van der Linde hebben, bevestigen bronnen, tot taak twijfelaars over de streep te trekken en te bewegen zo veel mogelijk geld via het netwerk te beleggen. Manuel Nugteren is ook te zien op promotiefilmpjes op internet van het goudnetwerk.

PS: Ik hoor net dat ook Quote een artikel aan de kwestie heeft gewijd. Quote legt uit dat het bij deze ‘handel’ om woekerrentes gaat.