|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
new search subscribe guestbook statistics home me |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Die zelfbewustheid ontbreekt de vrouwen: hooguit weten ze dat ze mooi zijn, maar van hun sensuele uitstraling hebben zijzelf geen besef:
Waar in de vroegere damesroman het contact tussen de twee hoofdpersonen langzaam tot stand kwam, en de man in kwestie door de trouw, het geduld en de lieftalligheid van de heldin uiteindelijk tot inkeer kwam en ternauwernood aan de klauwen van de berekenende femme fatale gered kon worden, biedt de Boeketreeks een radicaal ander toneel. In alle gevallen bestaat er een bijzonder vijandige sfeer tussen beiden, die gecreëerd wordt door een conflict of misverstand dat reeds in de eerste pagina's ontstaan is. De kern van dat conflict is dat de een van de ander denkt dat die een onverbeterlijke flirt is. Zowel de mannen als de vrouwen beschuldigen elkaar ervan dat ze alleen maar op seksuele bevrediging uit zijn. De grond van deze beschuldigingen is echter seksegebonden. Van hem is bekend dat hij veel vriendinnen heeft, en op basis daarvan concludeert de heldin dat zijn eventuele interesse voor haar ook oppervlakkig van aard moet zijn. Hij gaat daarentegen af op een algemeen vooroordeel dat hij koestert ten aanzien van alle vrouwen: die zijn slecht, niet te vertrouwen, willen mannen domineren etc. En als alle vrouwen zo zijn, redeneert hij consequent, is ook haar aandacht voor hem dus niet oprecht. Bovendien is aan haar te zien dat ze seks lekker vindt: de hartstocht smeult in haar ogen (iets waarvan ze zichzelf overigens niet bewust is, zoals eerder gesteld). Wanneer haar het verwijt treft dat ze alleen maar op een pleziertje uit is, (2) trekt de vrouw zich in een beledigd stilzwijgen terug zonder zich te verdedigen tegen deze aantijging. Daaruit leidt hij vervolgens af dat hij inderdaad gelijk heeft. Als de vrouw omgekeerd denkt dat hij alleen maar een avontuurtje najaagt, minacht ze hem daarom en ze steekt dat niet onder stoelen of banken. Die aanval pareert hij dan weer door haar te vragen hoe ze het in haar hoofd haalt dat ze hem iets te bieden zou hebben. In beide gevallen vormt dit misverstand een bron van onverkwikkelijke discussies en ingewikkelde complicaties. Zij wil zo iemand niet, of, als ze reeds verliefd is, wil ze hem niet op die manier.
2. Dwang en verzetDat ze ondanks die wederzijdse vijandigheid het contact niet verbreken is slechts te wijten aan de situatie waarin ze zich bevinden: ze kunnen elkaar niet ontlopen. De redenen zijn verschillend: in één geval omdat ze stiefbroer en -zus zijn, in één geval omdat ze voor hem moet poseren, in vier gevallen omdat hij haar werkgever is. Deze lastige situatie is echter niet toevallig tot stand gekomen, maar doelbewust door de mannen gecreëerd; zo kiest Luke er doelbewust voor om juist Sophie te schilderen, en twee van de vier werkgevers hebben het bedrijf waar onze heldin werkt opgekocht om haar. De ingrepen van de Boeketmannen gaan verder dan dat. Drie van hen ontvoeren de dame van hun keuze, na een paar vluchtige ontmoetingen waarbij ze haar ondanks haar verzet wisten te zoenen, en vier dwingen haar met hem te trouwen. In totaal legt in acht van de tien deeltjes de man haar zijn aanwezigheid dwingend op en kan ze hem niet meer ontkomen.' (3) De twee meest exorbitante voorbeelden van dwang zijn te vinden in nr. 451, waarin Ben Clea vijf dagen gevangen houdt in zijn flat en keer op keer dreigt haar te verkrachten, en nr. 373 waarin Slade de schulden en het bedrijf van Patrick overneemt op voorwaarde dat hij diens zus Rosa kan trouwen.
Boeket vrouwen zouden geen Boeketvrouwen zijn als ze zich zonder tegenstribbelen bij deze situatie zouden neerleggen. Ze protesteren, razen, tieren en vechten voor hun vrijheid, en aarzelen niet om te proberen op hun beurt de heren onderuit te halen. Ze zijn bepaald geen passieve slachtoffers. Tijdens ruzies kunnen ze zich doorgaans uitstekend verweren; ze zijn niet op hun mond gevallen en lijken in hun scherpte in niets op de zachtaardige wezentjes die vroeger de driestuiverromannetjes bevolkten. Ze bekritiseren de eigengereidheid en arrogantie van de mannen, en worden boos als naar hun mening niet gevraagd wordt. Opvallend daarbij is dat de schrijfsters hun heldinnen met enige regelmaat feministische uitspraken laten doen. Kit bijvoorbeeld merkt dat de mannen op de ranch het soms maar moeilijk kunnen accepteren dat ze onder haar moeten werken, en ze beseft drommels goed wat de reden daarvan is: 'Kit wist wel waarom. Hoe verdiend het standje ook was, hij kon niet verkroppen dat hij het van een vrouw moest krijgen, vooral een die nauwelijks ouder was dan hij.' (31, p. 22). Johanna constateert iets dergelijks: 'Vrouwen met durf en initiatief kun je niet uitstaan, hè Bannon? Je hebt ze liever met een fluwelen tong en kalmerend. Maar je kunt van mij niet beweren dat ik minder intelligent zou zijn dan welke man dan ook, die je kent!' (31, p. 64). Maar vooral de manier waarop de mannen hen benaderen, als bezit en als seksueel object, moet het ontgelden en is het doelwit van hun woede. Zij staan erop hun eigen wil te hebben, en als het aan hen ligt zal geen man ze dat beletten.
Wat dergelijke discussies betreft heeft de Boeketreeks een maatschappelijke ontwikkeling geïntegreerd, het onafhankelijker worden van vrouwen, wat een deel van het succes van de serie kan verklaren. Het beeld van vrouwen dat eruit spreekt is zelfbewuster dan dat van de geduldig afwachtende typetjes van vroeger. Deze vrouwen hebben een eigen wil en een eigen mening, en laten niet makkelijk met zich sollen. Deze rebellie oefende tijdens het lezen op mij een onverwachte fascinatie voor de boekjes uit, en ik kan me goed voorstellen dat voor vrouwen die de Boeketreeks voor hun ontspanning lezen, deze weerbarstigheid een groot deel van de charme van de reeks vormt. Daar staan we dan niet alleen in: ook de Boeketmannen trekt het aan. 3. 'Je daagt me uit!'De tegenstand van de vrouwen is voor de mannen geen reden om hun avances stop te zetten; ze worden er wel boos over, en gaan dan vaak over tot meer of minder verhulde dreigementen. 'Ik zou je even makkelijk kunnen breken als de steel van een bloem' (31, p. 152) waarschuwen ze, of 'Ik heb je gewaarschuwd niet meer zo'n toon tegen me aan te slaan. En ik heb je gezegd dat het je zou berouwen. Dat je nu mijn vrouw bent geeft je helemaal geen garantie voor je veiligheid. Juist het tegendeel, in feite.' (309, p. 80). Het verzet geeft zelfs een extra stimulans en vormt aanleiding om krachtiger middelen aan te wenden. 'Natuurlijk beschouwt een echte man zo'n weigering als een uitdaging,' want 'als je boos bent, ben je ontzettend lief. Ik wou dat je nog wat langer boos bleef, maar toch wil ik je, vreemd genoeg, onderwerpen. Je bent opwindend,' om later te kunnen verzuchten: 'Eindelijk passief. Wat heb je veel kracht, kindje, maar dat maakt de overwinning des te bevredigender.' (468, p. 45-46). Om deze overwinning, het seksueel bezitten van de Boeketvrouwen, te bereiken zijn, zoals eerder gesteld, middelen als ontvoeringen en gedwongen huwelijken gelegitimeerd. Maar daarmee hebben de mannen zich slechts de aanwezigheid van de vrouwen veroverd, en nog niet de zo begeerde vrijpartij. Gevangen als ze zijn hebben de vrouwen nauwelijks mogelijkheden om aan de hartstocht der heren te ontkomen, ook al houden ze vol er niet van gediend te zijn. Ze willen immers om zichzelf en niet om hun lichaam bemind worden. Hun verbale verweer is echter machteloos tegenover de fysieke kracht van de mannen: ontelbaar zijn de scènes waarin de vrouwen tegen hun wil in de armen van de mannen gerukt worden en worden gezoend. De momenten die zich bij uitstek lenen voor zo'n onderneming zijn die waarbij ze eerst ruzie maakten: de felle woordenwisseling wordt afgebroken doordat hij haar boos naar zich toetrekt, haar wild kust en haar tegenstand breekt. Een en ander gaat gepaard met allerlei dreigementen:
4. Seksuele lichaamstaalHet feit dat de vrouwen zich verzetten en overduidelijk te kennen geven dat ze niet gezoend willen worden is voor de mannen van generlei waarde. Hun persoonlijke legitimatie om de weigering van de vrouwen niet te accepteren is hun ongeloof ten aanzien van de oprechtheid van deze weigering: het traditionele idee dat als een vrouw nee zegt, ze diep in haar hart wél wil maar dat uit valse schaamte of schroom niet durft te bekennen, leeft sterk bij de Boeketmannen. Binnen de kaders van de Boeketdeeltjes hebben ze nog gelijk ook; de uitstraling van de vrouwen, waarvan zijzelf zich onbewust zijn maar die voor het oog van de kenner maar al te zichtbaar is, weerspreekt de weigering van de vrouwen. In de ogen van de mannen geven de Boeketvrouwen een dubbele, tegenstrijdige boodschap door: ik wil niet, zegt hun stem, terwijl hun lichaam spreekt van verlokking en hartstocht. Luke de schilder:
Nogmaals: de dames weten van niets, realiseren zich niet dat ze de mannen 'uitdagen'. Ze kennen de taal van hun eigen lichaam niet en zijn sowieso onbekend met de geneugten van seksualiteit. Verder dan een kinderlijke zoen op iemands wang zijn ze nog niet gekomen; ze weten niet dat ze naar seks verlangen, laat staan dat ze te kennen zouden kunnen geven dat ze willen vrijen. (5) De mannen, ervaren minnaars als ze zijn, kennen de hartstocht echter wél en 'doorzien' derhalve de lichaamstaal van de vrouwen. Ze hoeven zich dus niet druk te maken om een weigering, omdat ze uit ervaring weten dat die formeel is en niet gehandhaafd blijft. De mannen weten met andere woorden beter dan de Boeketvrouwen zelf wat de dames willen:
Zo zweept de weigering en de kwaadheid van de vrouwen de begeerte van de mannen alleen maar hoger op: ze zien het als een impliciete instemming. De angst van de vrouwen betreft immers slechts hun vrees voor hun eigen seksualiteit, en wordt niet ingegeven door de dreiging dat de mannen hen zullen overweldigen. Hun woede bewijst dat, interpreteren de heren verder. Om die angst te boven te komen en het verborgen verlangen de vrije teugel te geven, moeten de dames dus een handje geholpen worden en is dwang of geweld gelegitimeerd.
De tien boekjes bevatten dan ook vier expliciete en ettelijke verhulde verkrachtingen. (6) Op mysterieuze wijze worden uitbarstingen van woede, angst en geweld omgezet in een vrijpartij. Cruciaal daarbij is dat hun lichaam de vrouwen ook ten opzichte van zichzelf verraadt: nadat de mannen hun wil doorgezet hebben en ze dwingen tot omhelzingen of gemeenschap, vindt er bij hen een omslag plaats en moeten ze, zij het met tegenzin, zichzelf confuus toegeven dat ze zonder dat te willen opgewonden zijn geraakt. Of zoals Clea het uitdrukt: ze breekt in tweeën, haar geest blijft weigeren en verzet zich, maar haar lichaam gehoorzaamt haar niet langer. Hun boosheid ten aanzien van de mannen verandert door dat verraad van karakter en richt zich tegen zichzelf. Ze schamen zich en voelen zich schuldig. De transformatie van hun emoties - van woede en haat, via verwarring, opwinding en hartstocht naar schuld - vindt in een dramatisch tempo plaats:
De integriteit van de vrouwen wordt zo systematisch teniet gedaan. Eerst wordt hun (bewegings)vrijheid ze ontnomen, dan wordt hun mening en wil ontkend of belachelijk gemaakt, en tot slot laat hun eigen lichaam ze in de steek. Er blijft weinig over. 5. 'Ik hield al die tijd van je, maar...'Aan de laatste strohalm die de Boeketvrouw heeft, houdt ze zich krampachtig vast. Ze weet dat ze van hem moet houden - anders zou ze toch niet opgewonden hebben kunnen raken? - en zolang ze die zekerheid heeft, lijkt de situatie iets minder erg en kan ze blijven hopen dat hij wellicht ook om haar geeft. Zijn uitbarstingen en onvermogen om zichzelf te beheersen in haar aanwezigheid is immers tevens op te vatten als een compliment voor haar uiterlijk: blijkbaar is ze onweerstaanbaar voor hem. En wie weet is het meer dan alleen seksuele aantrekkingskracht... Een stille hoop die ze nooit totaal opgeeft. Voor de vrouw die een huwelijk heeft moeten sluiten maakt het feit dat hij, hoewel hij slechts seksueel geïnteresseerd lijkt, haar toch getrouwd heeft terwijl hij talloos veel vriendinnetjes gehad moet hebben, dat ze zichzelf desondanks uitverkoren kan weten. Gaandeweg geven de vrouwen op deze manier ook hun geestelijke weerstand op; de korte ogenblikken van seksueel samenzijn geven haar rust, wakkeren haar hoop aan en bieden haar een glimpje van hoe het had kunnen zijn. Maar toch blijft de onvrede bestaan: hij gedraagt zich onverminderd bot op een paar zeldzame momenten van vredelievendheid na, en ze heeft er niet zélf voor kunnen kiezen om aan zijn zijde te leven. Hij houdt niet echt van haar, realiseert ze zich steeds scherper. Een gesprek dat ze toevallig hoort, waaruit ze opmaakt dat hij van een ander houdt, is vaak de druppel die de emmer doet overlopen. Dan valt het besluit dat ze op deze manier niet verder wil leven. Als ze zich aan hem moet geven, wil ze dat ook helemaal; en hij wil wel haar lichaam, maar haar liefde laat hem koud. Ze neemt zich voor weg te lopen. De vrouwen die niet aan hun beminde zijn gebonden door middel van een huwelijk, nemen een soortgelijk besluit zonder zoveel omhaal en overwegingen vooraf. Bij hen telt vooral dat ze, iedere keer wanneer hij ze benadert met zo'n seksuele blik en ze verder met minachting behandelt, telkens weer doormidden gekliefd worden als de zeemeermin uit het sprookje: ze zijn wel bij hun prins, maar het leven op het droge doet ze teveel pijn. Liever dan steeds opnieuw die tweestrijd in zichzelf te moeten ervaren, wil ze hem maar nooit meer zien en helemaal uit haar hart proberen te verwijderen. De dames poetsen derhalve de plaat. (8) Althans, ze doen een poging daartoe. Hun minnaars ontdekken de vluchtpoging op het nippertje, of weten ze na vruchteloos zoeken eindelijk weer te vinden. Geschrokken, verbleekt (en als het zoeken lang duurde, onvermijdelijk sterk vermagerd) vragen ze haar waarom ze weg wil (of is gegaan). Snikkend bekent ze hem haar liefde (wat ze eigenlijk helemaal niet van plan was, maar ze is ook zó geschrokken van zijn plotselinge verschijning), of fier vertelt ze hem dat ze hem vrij laat en dat hij maar naar die andere dame toe moet gaan. Dan vindt opeens de omslag bij hém plaats: dat gesprek ging over haar, hij had al die tijd alleen van haar gehouden maar had dat niet willen bekennen. De redenen die hij voor zijn zwijgen opgeeft, zijn interessant. Voor ik de gelieven in elkaars armen laat zakken en ik vooral haar veel sterkte toewens, wil ik eerst nog even zijn motieven onder de loep nemen. 6. Zijn motievenIn de helft van de gevallen (de nrs. 2, 373, 439, 468 en 470) vertelt hij haar in de Finale scène dat hij dacht dat ze niet van hém hield; zijn aanvankelijke motief was inderdaad begeerte geweest, maar gaandeweg was hij van haar gaan houden. De hatelijkheden die hij gedurende het hele boek gedebiteerd heeft, legt hij nu uit als een uiting van een onhandige vorm van zelfbescherming; slechts één van hen, Randall (470), bekent expliciet dat hij een wraakmotief had. Voor de overigen geldt Lukes verklaring:
Zó beschouwd wordt zijn agressie, wanneer beiden daarop terugblikken, bijna vertederend, ontwapenend. Hij bedoelde het zo goed, maar zij had hem diep gekwetst door de schijn te wekken dat ze niet van hem hield; wat kon hij anders, kwetsbaar als hij was geworden door zijn onbeantwoorde liefde voor haar, dan zichzelf daartegen te beschermen? Hij móest haar dus wel op een afstand houden, en zichzelf een pantser van ondoordringbaarheid aanmeten. (9) Zijn geweld wordt zodoende voorgesteld als een vorm van zelfverdediging: hij was bang voor z'n eigen gevoelens, bang voor alles wat ze bij hem opriep. Hij dacht dus al die tijd dat hun relatie uitsluitend een seksuele was, en alleen was gericht op begeerte. Nadat ze elkaar wederzijds van hun liefde hebben getuigd, realiseert hij zich opeens hoe fout die gedachtengang is geweest: 'Ik had moeten weten dat de liefde ook bij jou begon op te bloeien, want je bent er het meisje niet naar om jezelf zuiver uit begeerte aan een man te geven.' (468, p. 151). De geliefde wordt zo op de laatste pagina's alsnog ontdaan van het imago van slet, dat hij haar voorheen consequent heeft voorgehouden: een echte vrouw (en natuurlijk is ze dat) vrijt alleen maar uit liefde. Een uitspraak die volstrekt in tegenstelling is met zijn eerdere interpretatie van haar lichaamstaal: toen beweerde hij dat een echte vrouw een puur lichamelijk verlangen kent, dat hij kon zien dat zijn toenaderingen haar opwonden, ook al mocht ze hem niet. De scheiding tussen haar geest en haar lichaam die hij eerder aanbracht - en die hij noodzakelijkerwijs had moeten aanbrengen om zijn gebruik van geweld en dwang bij het vrijen voor zichzelf te legitimeren - repareert hij nu met een groots gebaar. Nu ze zich volledig aan hem heeft gegeven, is de geliefde weer één, ondeelbaar: de volmaakte vrouw. De vijf overige mannen geven een andere verklaring. Ze waren al vanaf het eerste moment dat ze haar zagen verliefd, en wisten meteen dat zij de vrouw van hun leven was. Althans: kon zijn. Er waren een paar obstakels die eerst uit de weg geruimd dienden te worden, en pas als dat geregeld was kon hij zijn liefde ruim baan geven; tot dat moment aangebroken zou zijn, moest hij zich inhouden, hoeveel moeite hem dat ook kostte. Het struikelblok was dat ze er wel uitzag als een echte vrouw, als de vrouw die hij hebben wilde, maar zich nog niet zo gedroeg. Ook deze mannen brachten zodoende een scheiding aan tussen lichaam en geest: uiterlijk was de dame in kwestie al perfect, maar haar opvattingen en gedrag behoefden nog enige verandering. Ze moesten zich gaan leren gedragen als een echte vrouw; hun beloning is zijn liefde, hun straf was zijn haat. of zijn geweld. (10) Johanna (31) leek Bannon te verwend en te ijdel; ze moest hem bewijzen dat ze een en ander kon doorstaan, alvorens ze zijn leven met hem zou mogen delen. Simoni (264) treft een ander lot: Kent was er stellig van overtuigd dat alle vrouwen niemendalletjes waren, onbetrouwbaar en oppervlakkige wezentjes. Ze moest beproefd worden, en door haar moed en uithoudingsvermogen tonen dat ze een uitzondering op de regel was. Sara (309) was te onafhankelijk en te fier; Ralph wilde haar eerst 'temmen', zoals hij dat noemt; hij wilde 'een vrouw die spint' en geen tijger die te trots was om te huilen. Kit (397) die op de ranch rondliep in mannenkleren en links en rechts bevelen uitdeelde, was in de ogen van Reese te mannelijk. Hij oordeelde dat ze een pantser om zich heen gebouwd had uit angst om vrouw te zijn, en vertederde dan ook op slag toen ze bij hun weerzien loshangende haren bleek te dragen en weifelend in plaats van resoluut was geworden. Clea tenslotte (451) hing teveel aan haar stiefvader en was te bang voor haar eigen seksualiteit; ze moest leren alleen van hem te houden en haar verlangens te onderkennen. Door gebruik te maken van de liefde die de vrouwen hen toedroegen, konden de mannen de vrouwen leren zelf de afstand tussen lichaam en geest te overbruggen, door ook qua gedrag de vrouw te worden die hij hebben wilde. Zo kon hij ze maken tot wie ze (in zijn ogen) écht waren.
Hooghartig ontkent Ralph ('ik begin nooit aan een onmogelijke taak'), maar in de slotscène vertelt hij haar alsnog dat ze gelijk had. En in plaats van boos te worden, is Sara nu ontroerd:
Of nog kernachtiger, door Tara verwoord wanneer ze spreken over Leons dwangmethoden:
Beide soorten verklaringen hebben, naast de terugkerende lichaam-geest problematiek, een ander gemeenschappelijk kenmerk. Met hun gedrag, waarin agressie een verhuld teken van liefde is en waarin geweld aangewend wordt om liefde te verbergen of juist af te dwingen, creëren de mannen een verwevenheid van liefde en macht die voor de vrouwen - die hun motieven immers niet kenden - tot een onontwarbare knoop werd. Een enkele keer klinkt dat besef door.
Laat de gelieven nu maar in elkaars armen zinken. Eindelijk. En sterkte, meid. Van wie is mijn lichaam?Over het thema lichaam-geest valt meer te zeggen. Lichamelijkheid, in de zin van seksualiteit, speelt een belangrijke rol in de Boeketreeks; ook in de damesroman weerspiegelt zich zo de tegenwoordige nadruk op seksualiteit in relaties. Voor een goed contact tussen man en vrouw zijn deugden als geduld, moederlijkheid en eenvoud van vrouwen niet meer voldoende om een man te boeien: ook seksueel moet ze hem iets te bieden hebben. Een besef van hun eigen seksuele aantrekkingskracht is voor de Boeketvrouwen echter taboe: dat zou immers impliceren dat ze al enige ervaring op dat gebied hebben opgedaan, en zou ze in de ogen van hun aanstaande echtgenoot tot allemans-vriendinnetjes maken. En met sletten trouw je niet. De Boeketvrouwen staan derhalve voor een schier onoplosbaar probleem. Ze moeten seksueel begerenswaardig zijn en bevrediging kunnen geven, maar ze mogen zich niet bewust zijn van hun capaciteiten in die richting. Kennis daarvan hebben zou schuld bekennen wezen. Daarom is haar bewustzijn onschuldig: haar geest weet van niets, kent haar eigen uitstraling niet en raakt in verwarring wanneer ze fysiek op zijn omhelzingen reageert. Uitsluitend zó kan ze het dilemma oplossen. Hij is telkens weer degene die haar lichaam seksualiteit geeft: door op een bepaalde manier naar haar te kijken, door haar gedrag op een specifieke wijze te interpreteren, door haar te initiëren in het vrijen. Eigen verlangens kent de Boeketvrouw niet, ze ontstaan uitsluitend in reactie op zijn aanraking. Dan ontwaakt haar lichaam, als was ze Doornroosje die met een zoen uit haar honderdjarige slaap wordt gewekt. Ik heb al eerder beschreven dat voor hem alleen haar seksuele lichaamstaal geldt; aan verbaal verweer of fysiek verzet stoort hij zich niet. Dat alleen haar seksuele lichaam telt, en dat haar lichaam alleen voor hem telt wordt in de reeks ook op een andere manier uitgedrukt. Aanrakingen van andere mannen - vroegere vriendjes, semi-concurrenten van de geliefde en verloofden die de vrouwen in een aantal gevallen hebben op het momet dat ze hém tegenkomen - doen haar niets, brengen niet zulke verwarrende gevoelens in haar teweeg. Hij is de enige die haar lichaam kan veranderen van kinderlijk of meisjesachtig naar seksueel en vrouwelijk. In de Boeketreeks is hij tevens de eerste en enige aan wie ze zich geeft: hij ontvangt haar maagdelijkheid als kostbaar cadeau of rooft die als grootste schat. (11) Met die roof vernietigt hij tegelijkertijd haar geestelijke integriteit, door haar wil en haar liefde te negeren; hij kan zich daar echter niet bijzonder druk over maken, want de vraag of zij haar lichaam wellicht eerder aan een ander heeft gegeven baart hem meer zorgen. ` (12) 71)Niet zij, maar hij beheert haar seksuele lichaam. Hij ontvreemdt haar lichaam door het zichzelf toe te eigenen en seksueel te maken; zij raakt vervreemd van haar lichaam, het reageert niet meer zoals ze wil. Die vervreemding ten aanzien van haar eigen lijf wordt consequent voortgezet in de vrijscènes. Ook daar waar ze zich uiteindelijk vol overgave - dat wil zeggen zonder geestelijk verzet - laat beminnen, is haar lichaam er voornamelijk voor hem. Ze is passief en handelt niet zelf: hij streelt, hij kust, hij raakt aan, hij neukt, hij vrijt; zij laat slechts haar handen over zijn borst of schouders dwalen. Wanneer ze actief zou zijn - haar lichaam actief zou gebruiken om genot te krijgen of te geven - zou ze daarmee weliswaar haar lichaam heroveren en zich dat weer eigen maken, maar ze zou hem verliezen; het zou al te veel kennis omtrent seksualiteit impliceren, haar lichaam zou zich dan ten aanzien van hém verraden. Derhalve blijft ze passief en gebruikt alleen hij haar lichaam. Voor beiden is haar lichaam dus object: voor hem datgene wat hij bemint en bezit (en waarlangs hij haar geest breekt), voor haar is het een doorgeefluik voor hun beider emoties bij gebrek aan geestelijk contact en iets waarover ze iedere zeggenschap heeft verloren. Ook al geeft ze haar geestelijke weerstand op, de splitsing tussen geest en lichaam blijft bestaan. Haar bewustzijn is niet bij de vrijpartij betrokken, ze is onthecht van zichzelf. Dat wordt in de boekjes op twee manieren uitgedrukt. (13) In het ene geval ontstijgt ze als het ware aan haar lichaam - van verrukking, uiteraard - en haar bewustzijn verdwijnt in het niets, het verraderlijke lichaam in zijn armen achterlatend. Dat wordt uitgedrukt middels een veelvuldig gebruik van termen als 'ze vergat zichzelf', 'ze gleed in nevelige diepten weg', 'ze werd meegesleept in een wervelende storm van genot' of in 'de draaikolk van zijn hartstocht'. De andere weg waarlangs haar bewustzijn verdwijnt is gecompliceerder en vindt plaats via een wisseling van het perspectief van het verhaal. De hele Boeketreeks is geschreven in de derde persoon en beschrijft vanuit haar gezichtspunt haar emoties, haar gedachten, haar activiteiten, de mensen om haar heen etc. Er zijn echter in bijna ieder deeltje scènes aan te wijzen waarin dat perspectief plotseling verandert: hij neemt haar plaats in en doet waarnemingen die zij nooit had kunnen maken, vanuit een seksuele blik die de hare niet is. Zijn blik keurt haar lichaam seksueel en geeft het een kwaliteit die ze zelf niet kent, en maakt haar tot object van de handeling in plaats van het subject dat ze was.
Deze ingreep wordt ook buiten de vrijscènes toegepast, en vindt vooral plaats als haar lichaam beschreven wordt:
Deze dubbele blik - de zijne die in de hare besloten ligt - is voor vrouwen uiteraard geen ongewoon verschijnsel. Vrouwen zijn gewend bekeken te worden en bezien zichzelf doorgaans ook met de kritische blik van de toeschouwer. Ze observeren zichzelf en worden object. Hun geestesoog neemt hun lichaam waar en kijkt met mannelijke ogen. In de Boeketreeks hebben de mannen zich dat geestesoog van de vrouwen toegeëigend; haar lichaam hadden ze al genomen. Er blijft de Boeketvrouwen niet veel anders over dan het bewustzijn te verliezen, zichzelf aan hem te verliezen. Pas als zijn liefde en zijn blik haar gemaakt hebben tot wie ze moet zijn, kan ze weer een eenheid zijn. In zijn armen. Ik zie ik zie wat jij niet zietHet tweede motief waarop ik terug wil komen is dat van de frequente koppeling van geweld aan liefde. Hoe het mogelijk is dat de heldin na zijn brute optreden toch een siddering van geluk door haar lijf voelt trekken is in het voorafgaande al enigszins toegelicht. Een volledig begrip van de vraag hoe zoveel geweld acceptabel kan zijn, is denk ik alleen mogelijk wanneer we het geweld weer in de context van het lezen plaatsen, en zo de positie van de lezeres bij de analyse betrekken. De Boeketdeeltjes worden verkocht als romantische liefdesverhalen. De lezeres leest de boekjes met de verwachting dat de gelieven elkaar, liefst na enige verwikkelingen en een paar wanhopige momenten, uiteindelijk liefdevol in de armen zullen sluiten. Als het een gladgesmeerde en probleemloze relatie zou zijn, zou het boekje voor haar een groot deel van zijn waarde verliezen: alleen maar lezen dat ze elkaar zien, verliefd worden en met elkaar trouwen is niet spannend en bovendien niet voldoende om honderdzestig pagina's mee te vullen. Je wéét dat ze elkaar zullen krijgen, maar de boeiende vraag is natuurlijk hóe; en naarmate de afstand tussen de gelieven groter lijkt, wekt de oplossing meer interesse en wordt die ontroerender. (14) Dat de problemen onoverkomelijk lijken is dus in het belang van de lezeres. (15) Het lijden van de heldin verhoogt haar leesplezier. Een tweede gevolg van het gegeven dat de lezeres de Boeketdeeltjes leest als liefdesverhalen, is dat ze door deze romantische context ook alle gebeurtenissen als zodanig zal interpreteren. Haar wetenschap dat de twee hoofdpersonen waarschijnlijk van begin af aan verliefd op elkaar zijn en uiteindelijk wederzijds hun liefde zullen verklaren, kleurt haar lezing van de gebeurtenissen. Haar blik geeft de scènes hun definitieve betekenis: een romantische. Zo weet de lezeres bijvoorbeeld eerder dan de Boeketvrouw zelf dat die verliefd is op de held. Terwijl de heldin zich nog verbijsterd afvraagt wat er met haar aan de hand is en hoe het toch komt dat ze aangetrokken wordt tot de held, weet de lezeres allang dat ze verliefd is. Al vanaf de eerste ontmoeting: in de openingsscène wordt dikwijls beschreven hoe de heldin als 'gehypnotiseerd' of 'als in een droom' naar de held kijkt. Liefde op het eerste gezicht, concludeert de lezeres. Als de handelingen van de man, die haar zoent en met haar vrijt zonder verder een emotioneel of intellectueel contact te leggen, de Boeketvrouw doen besluiten dat haar gevoelens eveneens uitsluitend seksueel moeten zijn, doorziet de lezeres haar 'ware' gevoelens. Domoor, denkt ze geamuseerd wanneer de heldin weer eens uitroept dat ze die man haat. Evenzo weet ze dat de heldin opgewonden is geraakt omdat ze van hem houdt. Bovendien is de lezeres vanuit haar positie van meerwetendheid in staat om, beter dan de Boeketvrouw, het gedrag van de held te doorzien. Al diens handelingen komen voor de lezeres in het teken van zijn liefde voor de heldin te staan, terwijl de heldin zelf zich nog in opperste verwarring (of woede) afvraagt waarom hij zich zo gedraagt. Daarmee schaart de lezeres zich aan de zijde van de held: ze kan zich verkneukelen over het protest en het verweer van de heldin ('meid, doe niet zo suf en geef nu maar toe, jullie zijn alletwee verliefd') en kan zich er tegelijkertijd op verheugen dat de held zich niet laat afschrikken door het protest maar juist doorzet. Ze hoopt dat hij zal winnen. Bovendien kan ze vanuit haar superieure kennis het gedrag van de held vergoelijken ze weet immers dat hij overloopt van liefde voor de heldin en excuseert daarom zijn geweldsmisbruik. Hij kan zich gewoon niet langer inhouden, heel vergeeflijk. Als hij uitroept 'ik kan me niet langer beheersen, ik moetje hebben!' (een veelvuldig voorkomende uitspraak) weet de lezeres dat de held al die tijd in stilte moet hebben geleden onder de afstandelijkheid van de heldin. (16) Ze heeft medelijden met hem en begrijpt hem volkomen. De blik van de lezeres verandert zo een scène, die los van deze romantische context gelezen als een verkrachting gezien zou worden, in een liefdesscène. De overige verklaringen die de lezeres mogelijk aanvoert ter verontschuldiging van het gedrag van de man, behalve die van de tomeloze en niet meer te beheersen liefde, worden op diverse plaatsen in de deeltjes ondersteund. Het zijn de gangbare, niet-feministische verklaringen voor seksueel geweld: hij kan zijn emoties niet tonen uit angst of onvermogen, en zijn geweldsmisbruik kan worden opgevat als een teken van interesse of jaloezie. Hij slaat haar uit liefde.
De traditionele uitleg van seksueel geweld en minachtend gedrag wordt telkens in aanzet gekoppeld aan een feministische analyse. De heldin roept dat hij haar alleen maar gebruikt, dat hij zijn zin doordrijft; de lezeres leest dat en weet dat de heldin oppervlakkig gezien gelijk heeft maar dat ze in laatste instantie de plank misslaat. ConclusiesOm dan nu eindelijk terug te komen op de vragen die ik mijzelf (en u, lieve lezeressen en lezers) aan het begin van dit stuk stelde: zijn de normen met betrekking tot seksualiteit in de Boeketreeks minder traditioneel geworden dan die in de vroegere damesroman, en is de Boeketreeks een vorm van pornografie? Nee, en nogmaals nee. Hoewel er openlijker wordt geschreven over seksualiteit zijn de opvattingen over seksualiteit niet wezenlijk veranderd. Er wordt weliswaar meer nadruk gelegd op het belang van goede seksuele contacten tussen de partners, maar verder barst het van de traditionele opvattingen. Seks vindt plaats op zijn initiatief en binnen het huwelijk (of vooruitlopend daarop), een vrouw hoort een, onervaren maagd te wezen en zich alleen aan die éne te geven, en ook al zegt een vrouw nee toch wil ze wel - een kwestie van even doorzetten, heren. Traditioneel ook in die zin dat seksueel geweld als volstrekt normaal wordt voorgesteld en eerder als een uiting van liefde dan van macht wordt beschreven. Allerlei opvattingen omtrent seksualiteit die ook in de pornografie worden aangetroffen - en met name de vermenging van seks en geweld - komen in de Boeketreeks terug, maar waar pornografie mannen leert dat het toepassen van dergelijke normen aanvaardbaar is, leert de Boeketreeks vrouwen ten eerste dat ze dergelijk gedrag maar beter kunnen accepteren, op straffe van een aframmeling of het verliezen van zijn liefde, en ten tweede dat agressief gedrag een verborgen romantische betekenis bezit. In die zin kun je stellen dat de Boeketreeks de andere kant van de medaille is: pornografie beschrijft de traditionele mannelijke ervaring van seksualiteit en seksueel geweld, de Boeketreeks geeft weer hoe vrouwen daarop (horen te) reageren en biedt een voor hen positieve lezing daarvan. Op die manier wordt de lezeres een interpretatie geboden voor gebeurtenissen die ook zijzelf in het dagelijks leven tegenkomt en die problematisch voor haar kunnen zijn. De analyse die in de Boeketreeks wordt geboden, kan haar helpen die gebeurtenissen - het als seksueel lichaam, als object behandeld worden - te verwerken zonder dat ze in conflict hoeft te komen met haar omgeving. Ze wordt er nadrukkelijk op gewezen dat een en ander als een vorm van liefde en aandacht opgevat dient te worden. De ideologische verwarring die in de maatschappij bestaat omtrent seksualiteit en seksueel geweld wordt zo in de Boeketreeks consequent volgehouden en in een bepaald daglicht gesteld: beide zijn een uiting van liefde. De Boeketreeks zelf is naar mijn mening niet pornografisch te noemen; zoals elders betoogd is vooral de intentie waarmee een blad of boek gekocht wordt en de blik van de lezer/es bepalend. De lezeres koopt de Boeketdeeltjes niet om op klaar te komen, noch gebruikt ze mannen als object. Eerder leert de reeks haar dat vrouwen, zijzelf inclusief, object voor mannen zijn. De Boeketreeks houdt haar voor dat ze de heersende ideologie, waarin vrouwen als ondergeschikt aan mannen worden gezien, heeft te aanvaarden en houdt haar een positief beeld van de slachtofferrol voor. Haar perspectief is dat ze, als ze haar weerstand tegen zijn dominante gedrag opgeeft en besluit zich naar hem te voegen, als beloning daarvoor zijn liefde zal ontvangen. Er is ook een hoopgevend aspect aan de Boeketreeks te ontdekken. (Ik wil u niet met alleen droefenis opzadelen; nog een opbeurend woord. Wanhoop niet, dames.) De uitgangspositie van de Boeket-vrouw, de eerste beelden van haar, zijn uitermate krachtig en sterk in vergelijking met de poppetjes uit de dokters- of kasteelroman. Zó krachtig, dat ze ten val moet worden gebracht voor de held (van) haar wil houden. Er wordt inderdaad aanpassing gepredikt, maar blijkbaar zijn vrouwen zo onafhankelijk geworden dat ze nog moeten leren dat ze volgzaam moeten zijn. En vroeger waren ze dat al bij voorbaat. Noten
Copyright Karin Spaink. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
top | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||