De verdingelijking van alles

[Verschenen in nrc.next en NRC Handelsblad: recensie van Bert-Jaap Koops e.a. (red): De maakbare mens. Tussen fictie en fascinatie, uig. Bert Bakker, en Tjalling Swierstra e.a.: Leven als bouwpakket, uitg. Klement.]

Wat voor mensen willen we eigenlijk worden?

Over de maakbare samenleving hoor je tegenwoordig zelden, over de maakbare mens des te vaker. Er komen steeds meer technologieën voorhanden waarmee we in de verschijning, de prestaties, de gevoelens en het functioneren van mensen kunnen ingrijpen: cosmetische chirurgie, ivf, preventieve geneeskunde, cybernetische protheses, biotechnologie, gentherapie, embryoselectie, designer drugs, human enhancement.

De meeste mensen haken ergens halverwege die opsomming af. Mensen beter maken is volkomen geaccepteerd, ze verbeteren van een andere orde. Sommigen vrezen dat we al doende voor god gaan spelen of de menselijke waardigheid schenden. Anderen voelen een diffuser moreel ongemak en vrezen een hellend vlak: waar houdt dit op, waar trekken we de grens, en hoe kunnen we die vervolgens bewaken? Sommigen wantrouwen het reductionisme dat inherent is aan de knutselende wetenschap: dat is toch geen fatsoenlijk mensbeeld, zo mechanisch zijn we toch niet? Anderen vrezen onvoorziene consequenties: technologie heeft de neiging bredere effecten te hebben dan de bedenkers ervan voorzagen. Nog weer anderen ten slotte staan te popelen en hopen dat de wetenschap hun leven substantieel kan verlengen of opwindende nieuwe opties biedt.

Iedereen kan zich maar beter schrap zetten. Doordat we genetische structuren beter kunnen uiteenrafelen, steeds kleinere structuren kunnen (na)bouwen, biologische processen kunnen verstaan als informatie-uitwisseling op celniveau en beter leren allerlei informatiesystemen aan elkaar te knopen of op elkaar te laten ingrijpen, is er sprake van een hausse aan nieuwe ideeën en ambities over lichaam en leven. We kunnen inmiddels daadwerkelijk genetische bouwblokken ontwerpen, genetisch materiaal aanpassen en biologische informatie veranderen – zij het nog beperkt.

Alles is ding

Dit nieuwe paradigma – alles is informatie, inclusief het gen; als je informatie kunt lezen, uitwisselen, veranderen en wegschrijven, kun je derhalve ook genetische informatie coderen – zet het oude onderscheid tussen bouwen en scheppen op de helling. Alles, ook dode materie, is informatie geworden en daarmee programmeerbaar; alles, ook levende substraten, is ding geworden en daarmee een potentieel object van manipulatie.

De gedachte dat een mens ooit ‘ding’ zou kunnen zijn, strijkt ons tegen de haren. Tegelijkertijd zijn de stappen die de laatste jaren zijn gezet weliswaar groot, maar bouwen ze voort op noties die we al langer hebben en die gemeengoed zijn. Misschien behoeven een aantal van onze indelingen herziening. Wellicht zijn de strikte conceptuele categorieën die we hanteren (leven versus dood, mens versus materie, lichaam versus machine, keuze versus determinisme) uiteindelijk geen tegengestelden en zijn ze beter te begrijpen als vlottende begrippen, of als gradaties op een schaal. Misschien ook moeten we accepteren dat ontrafelen, ingrijpen en verbeteren een onvervreemdbaar onderdeel van onze natuur is, en technologie van oudsher de biotoop van de mens. Misschien moeten we sommige vergezichten toelaten waar we nu nog erg van schrikken, of juist ontwikkelingen afzweren waaraan we momenteel ons hart hebben verpand.

Zulke vragen worden behandeld in twee recent verschenen boeken. De maakbare mens verkent de geschiedenis, de toekomst en de praktijk van maakbaarheidstechnologiëen; Leven als bouwpakket beschrijft de versmelting van nanotechnologie, synthetische biologie, neurowetenschappen en informatietechnologie. De boeken verschillen vooral in hun blikrichting. De maakbare mens is geestiger en kijkt breder om zich heen. De auteurs trachten lessen te trekken uit science fiction of vragen zich af hoe een toekomstige grondwet, een die rekening houdt met niet-, of minder natuurlijke lichamen, eruit zou kunnen zien. Leven als bouwpakket kijkt dieper in een select aantal gebieden, zoals gedragsturing en preventieve geneeskunde.

De maakbare mens onderzoekt bijvoorbeeld het idee van klonen van mensen, iets dat nu nog onmogelijk is, en in de meeste landen op voorhand verboden. Maar wat als het straks wel kan? Want iemand gaat het ooit doen, verbod of niet. Hoe zou een kloon, die immers in alles een kopie is van zijn origineel, zich ontwikkelen? Is het idee terecht dat we zo een leger van uniforme mensen scheppen? Via een handvol romans over het onderwerp bespreekt het boek die vragen, in acht nemend dat literatuur zowel manier is om zonder risico’s opties te verkennen, als een manier om gestileerd uitdrukking te geven aan onze preoccupaties, onze angst en onze hoop, en daardoor onze ambities meebepaalt. De voorlopige conclusie: terwijl de kloon zelf zich, zodra hij weet dat hij een kopie is, prangend zal afvragen wie hij of zij eigenlijk is– ben ik de ander? – maakt het simpele feit dat geen enkele kloon hetzelfde leven leidt als zijn origineel al voldoende verschil om tot een ander mens te komen.

Nooit meer ziek, zwak of misselijk

De gedachte dat we ziekte de pas kunnen afsnijden, wordt in Leven als bouwpakket uitgebreid terug. Diverse onderzoekers werken aan nanochips die specifieke biomarkers kunnen detecteren en dan al vroeg kunnen waarschuwen dat er een ziekte in aanbouw is, nog voor die zich heeft gemanifesteerd. Zo’n ingebouwde nanochip zou rapporten naar onze arts kunnen sturen en ons kunnen waarschuwen voor het naderende gevaar.

Los ervan of zulke cellen uiteindelijk een goed detectiemiddel blijken te zijn en of ziekte zich wel zo strikt lineair ontwikkelt – veel kankercellen worden gewoon door het lichaam zelf opgeruimd, iedereen heeft overal wel een beetje kanker – is de grote vraag wat zo’n voortdurende monitoring doet met ons idee van ziekte en gezondheid. Gaan we ons lichaam wellicht beschouwen als permanent potentieel ziek? Vinden we inderdaad dat ziekte altijd te voorkomen moet zijn? Zou zulke monitoring verplicht moeten zijn? Gaan we raar aankijken tegen mensen die hun lichaam niet continue in de gaten willen houden? Mogen zij zich dan bijvoorbeeld nog wel verzekeren?

Als we lichamen kunnen uitbouwen – zo peinst een ander in De maakbare mens – bijvoorbeeld door haperende of missende ledematen en zintuigen te vervangen of te compenseren, hoe zit het dan met de lichamelijke integriteit die de grondwet ons garandeert? Is zo’n uitbreiding onderdeel van ons lichaam geworden? Is het afnemen ervan een schending? Als functies van ons lichaam op afstand kunnen worden uitgelezen – bijvoorbeeld wanneer bloedwaardes via een RFID-nanochip kunnen worden doorgeseind – waaronder valt die informatie wettelijk gezien dan? Is zij onderdeel van onze lichamelijke integriteit, van het communicatiegeheim, of van het medisch geheim? Zijn we eigenaar van de informatie die ons lichaam genereert? Is het een privacyschending als iemand zulke informatie stiekem uitleest? Hoe weet je of een onbevoegde je lichaam uitleest? En als zulke informatie voor lange tijd buiten ons lichaam opgeslagen wordt, wie beschermt haar dan?

Leven als bouwpakket gaat uitgebreid in op persuasive environments: elementen in onze omgeving die ons gedrag in de gaten houden en sturen. Aan auto’s met cruise control zijn we inmiddels gewend. Maar wat als we een stap verder gaan en een deel van ons geweten uitbesteden aan de dingen om ons heen en we die inzetten om ons het goede te laten doen? Willen we een boodschappenwagentje dat ‘nee’ knikt wanneer we een pak chips uit de schappen van de supermarkt halen, of een spiegel die ons elke ochtend voortovert hoe we er over tien jaar uitzien indien we onze huidige leefwijze volhouden?

Alleen: wie bepaalt dan wat ‘het goede’ is, en in hoeverre tast een dergelijke omgeving onze vrije wil, onze verantwoordelijkheid en onze aansprakelijkheid aan? Wie draagt schuld als er iets fout gaat? Kunnen we ons voorstellen dat we verplicht worden dergelijke apparaten te gebruiken? Willen we dat de overheid zoiets invoert? Mag je een zekere mate van onaangepastheid vertonen, en zo ja, welke, en wanneer? Zo nee, waarom niet?

Beide boeken wijzen er nadrukkelijk op dat veel van de aanspraken die moderne maakbaarheidstechnologieën doen, nog lang niet zijn bewaarheid. RFID-chips die na injectie in ons lichaam rondzwerven en noodsignalen uitzenden als er biomarkers voor kanker worden gevonden, bestaan nog niet, evenmin als auto’s die zelf ingrijpen als zij vinden dat wij te hard rijden. De claim dat zulke ontwikkelingen nabij zijn, is vaak de enige manier om investeerders te trekken. Wel is dit de richting die veel onderzoek inslaat (en de kant waar fiks geld naartoe gaat: aan nanotechnologie werd in 2007 circa 150 miljard dollar besteed). Alleen daarom al zouden we nadrukkelijker en hardop moeten nadenken over wat we willen, wat we vinden, waarom we dat vinden en waar we grenzen trekken.

Want uiteindelijk is de vraag wat voor mensen we willen zijn, hetzelfde als de vraag in welke maatschappij we willen leven. De maakbare maatschappij is terug van weggeweest: hij zit in onszelf. En ditmaal is het niet de politiek die ons daarop wijst, maar de wetenschap.

Inzet: Toepassingen van nanotechnlogie

Nanotechnologie werkt met deeltjes van een miljardste meter klein. Zo kunnen piepkleine laboratoria in een minuscule chip worden ingebouwd; de chip verricht metingen en kan signalen uitsturen, die bijvoorbeeld door een mobieltje of een MRI worden ontvangen. Veel onderzoek richt zich op medicijnen verpakt in nanobolletjes die zich uitsluitend aan kankercellen hechten en die pas oplossen op de plek des onheils. Er wordt zowel geëxperimenteerd met afbreekbare nanodeeltjes (liposomen) als met niet-afbreekbare nanodeeltjes, zoals nanokristallijne zilverdeeltjes.

Vooral over die laatste groep maken mensen zich zorgen. Het is nog onduidelijk wat losse, niet-afbreekbare nanodeeltjes in een mensenlichaam doen als ze zwerven of zich ophopen. De halfwaardetijd voor uitscheiding van zulke deeltjes lijkt lang te zijn: bij muizen ruim vier maanden. Er zijn (omstreden) aanwijzingen dat zeer hoge concentraties nanokoolstofbuisjes een vergelijkbaar effect hebben als asbestvezels.

Author: Spaink

beheerder / moderator

13 thoughts on “De verdingelijking van alles”

  1. I liked & I grok.

    De boeken klinken interessant, alleen ik zal ze niet lezen; tussen Farscape, Slapstick or lonesome no more en een hyperactief koppie lijken de gerecenseerde boeken voor mij persoonlijk een beetje preaching to the choir.

    Over dat alles informatie is maak ik me voorlopig nog niet te veel zorgen. Het lukt nog steeds niet om het weer verder dan enkele dagen vooruit goed te voorspellen, en dat terwijl het weer – complex dat het is – niet het meest gecompliceerde systeem is op dit aardklootje.

    Ik ben benieuwd wat de toekomst brengt, maar dat zie ik tzt wel.

  2. Oorlog blijft altijd, zolang de wereld bestaat,

    en alleen en niets anders dan de middelmaat, zal altijd overwinnen.

    Dat is ‘n spijkerharde wet,

    waar nooit op ook maar de geringste wijze aan getornd of beinvloed, veranderd kan worden.

    Voor het overige is alles humbug, koffiedikkijkerij en puur en alleen maar eigenbelang.

    Iets anders bestaat er niet, en kan ook nooit bestaan.

    ‘Ô_Ô/’

    En dat zeg ik, niemand anders als ik.

  3. Zeer tot teleurstelling van enkelen, die boven het maaiveld uitsteken, is het zo, dat beroepsfilosofen niet het wereldbeeld, en ook niet de gang der kudde bepalen.

    Zij veranderen niet.
    En zij beinvloeden niet.

    Helaas. Zij roepen, maar zij bevinden zich door de eeuwen heen, in de woestijn. Naar hun, en dus ook naar de NRC consorten, wordt niet geluisterd.

    Als je de massa wil besturen, en de massa is de enige die wint, en die overleeft, en overblijft, dan zal je ‘t anders moeten aanpakken.

    Dat zal via veel verschillende, uitgekookte, opportunistische, conspicieuze microscopische middelen en methoden in de massapsychologie moeten gaan.

    De massa is dom, en men zal zich in die domheid moeten verplaatsen, totaal ermee vereenzelvigen, wil men de massa, de kudde in beweging brengen.
    De meesten verstaan en spreken de taal van de massa niet. Hun leven is ten einde.

    Men vereenzelvige zich. En anders dan gebeurt het gewoon domweg niet. Dan gebeurt er niet alleen niets, er verandert niets.
    In de cybernetica zijn al velen op hun platte bek gevallen.

    Men blijft een roepende. In de woestijn. Waar in de kwade tijden (en die zijn er alleen maar) domweg overheen wordt gewalst.
    Men heeft dan niets gemaakt, van het aardse bestaan.
    Men had er net zo goed niet zijn kunnen geweest.
    Men is er zelfs niet eens, geweest. Het bestaan wordt daarna ontkend.

    Daarbij is het zo, dat de massa zichzelf saneert.
    Dat wil zeggen alle kwade ontwikkelingen en vormverschijnselen saneren zichzelve uit, in het zelfreinigend vermogen, van de maatschappij. Verdwijnen vanzelf, autonoom, en onbestuurd.

    Doet men niets, dan is dat altijd, het allerbeste.

    Niet, nooit duidelijk is, wat goed is, en wat kwaad. Dat kan ook niet, want het is beide.

    Het enige dat de mens kan doen is, zolang de wereld bestaan heeft, en zal bestaan, het meest minimale selecteren in de energie.

    En dat leidt overigens in elk eindstadium tot niets.

    ‘Ô_Ô/’

    Omdat alleen dat, het beste is.

  4. Sorry Karin, ik had weer eens ergens overheen gelezen. Is echt indrukwekkend.
    Had WF Hermans ooit niet iets geschreven over dat technologische vernieuwingen (wiel, riolering, buskruit, telefoon, vliegtuig, computer, internet, genetisch knutselen en nanotechnologie) veel meer invloed op het leven hebben dan politiek etc.?
    Heb je je ooit verdiept in theorieen over dat tijd een illusie is? “Killing time” van VPRO Noorderlicht (op youtube) en de TEDx Lezing van Wubbo Okkels zijn voor wie goed abstract kan denken (soms gaat het me duizelen), dit inzicht zou ook wel eens heel fundamenteel kunnen zijn.

  5. De mens kan de natuur niet verbeteren. Dat is nog nooit ergens gebleken. Hooguit kan hij de schade (enigszins) herstellen die hij, meestal zelf, eerder aanrichtte.

  6. @ Leny: nou ik vind het terugdringen van een boel enge ziektes (die toch ‘natuur’ zijn) best wel een verbetering – tussen alle dingen die de mens verprutst is dat toch een noemenswaardig succesje.

  7. Ondanks het science fiction gehalte (maar misschienis het her en der best nabijhe toekomst) ben ik altijd gefascineerd door dit soort ontwikkelingen. IK heb niets tegen verbeteren van de mens. Ik stel mij naast vragen over de fysieke schadelijkheid vooral ook vragen over de politieke en economische gevolgen. Wie gaan hiervan profiteren? Hoe gaan de verschillende verbeteringen ingezet worden? Het aloude cui bono. Mijn scepsis beweegt zich tussen William Gibson en Donna Haraway in. Ik zie prachtige mogelijkheden en ik zie behoorlijke risico’s.

  8. Heel interessant onderwerp Karin!

    Fukuyama zat er in de jaren negentig met al zijn goede bedoelingen over supeireure westerse maatschappij echter al volledig naast. Dat is toch wel een feit.

    Maar het boek “Modern Medicine” uit jaren negentig vind ik toch wel erg hoopvol.

    Sindsdien is er inderdaad een bepaalde leegte ontstaan waar genetische informatie en andere technologie allemaal heenvoert.

    Feitelijk is het zo dat moderne geneeskunde eigenlijk op zijn grondvesten siddert. Er is al zo veel nieuwe informatie, dat eigenlijk elk axioma geen echte wetenschappelijk basis meer heeft. Er zijn nu al veel meer vrage dan antwoorden als ooit tevoren.

    En de vraag of “de mens” al die nieuwe technologien goed zal bekomen ben ik niet zo wijfelachtig. Ik geloof wel in nieuwe vergaande technologien. Bepalend daarbij is gewoon fantastische hersenfunctie van de mens. We gaan gewoon op alles wat komen gaat adapteren zoals we altijd gedaan hebben.

    Zelfs de menselijke kloon zal het gewoon gezellig willen hebben. Toch?!

  9. Niets zo erg als de maakbare mens wanneer of zodra dat door anderen wordt bepaald. Ik heb de indruk dat velen om het beroerde onderwijs heengaan wat dit aangaat, al ken ik een paar ouders die hun hart vasthouden wanneer ze hun kind naar de eerste groep moeten laten gaan en… daarmee kwijt zijn.

    Wie is door onderwijs niet gemankeerd aan zijn leven begonnen? Spreek ik nog niet eens over christelijk en ander godsdienstig onderwijs met als gevolg gehersenspoelde, geestelijk ontvoerde en ja… zelfs psychisch verkrachte mensen.

    Dat dát anno nu nog kan en er zo weinig mensen bereidt zijn er tegen in opstand te komen verbaast mij al decennia. Of worden kinderen niet als volgzaam kuddevee klaargestoomd voor de economie? Eerste klas kleuterschool 1954, daar moet ik aan denken. Ik liep er als kleuter voor de eerste keer al weg door het militaire regiem… de geboren rebel, ha, haaa.

    Zijn we – strikt genomen – niet allemaal Staatseigendom? Alleen al omdat we op een stukje aarde ter wereld zijn gekomen waarom men een hek gezet heeft en een naam hebben gegeven. Ik moet ook denken aan wat de afgelopen dagen zo misselijkmakend ‘het zeilmeisje’ wordt genoemd. O wat zijn we zorgzaam. Maar wat vernielt men haar geestelijk en voor vele, vele jaren.

    Zo ook zit in Nederland en bij de minste ramp in het senario de psycholoog verpakt. Wanneer je tegenwoordig [verdomme] geen trauma hebt, dan ben je niet normaal. Men waarschuwt je het traject in te gaan, want ja… je trauma komt zeker.

    Ik denk ook aan de NHS [Nederlandse Hyperventilatie Stichting]. Oh wat heb ik met ze in de clinch gelegen. Neem zelf maar eens een kijkje op hun website. Het woord ‘genezing’ zul je er niet tegenkomen. Men spreekt van ‘leren omgaan met’, ‘onderdrukking’ en komt met allerlei hulpstukken en het meest waanzinnige? Ademhalingsoefeningen en lostgenotencontactenclubjes. [Mooi scrabblewoord]. Alsof alles en iedereen zich inzet, gelijk overheid en godsdienst, de mens angstig te houden… denk ik wel eens.

    Ik was eens op een bijeenkomst waar een zgn ervaringsdeskundige uit naam van de NHS over hyperventilatie sprak. Zoals gewoonlijk een zaal vol dames en een paar heren. Keurig vertelde hij, wat elke ziel op het Internet kan vinden, over het lichamelijke hoe en waardoor, maar toen kwamen de vragen. Een mevrouw vroeg; “Maar kan ik er vanaf komen?” Het antwoord was kort en krachtig; “Nee, nooit meverouw.”

    Ik dacht dat ik ontplofte. Vroeg het woord en toen ik het kreeg vroeg ik eerst maar eens of hij zich wel realiseerde wat hij die mevrouw voor de rest van haar leven aandoet. “Hoe bedoelt u?”, vroeg de ervaringsdeskundige verveeld. “Geeft u mij eens één reden waarom mevrouw niet meer zo zou kunnen als voor haar eerste aanval?”
    “Wie bent u eigenlijk?”, was het. “Bent u zelf wel patiënt?” Ik meende dat dát niet ter zake deed en vroeg om mijn antwoord. Kreeg ik niet. Hij raakte geïrriteerd.

    “Kunt u me dan zeggen of het een geestelijk of fysiek probleem is?”, vroeg ik om mij, maar vooral de aanwerzigen, niet af te laten schepen. “Bent u psycholoog… of zo… komt u het mij een beetje moeilijk maken of zit u hier te vissen naar klandizie?”, vroeg hij en vervolgde tot de zaal gericht; “Ik verbied jullie deze man nog iets te zeggen of te vragen”, was het boos en ik wist niet wat ik hoorde. Niet zozeer door wat hij gezegd had, maar door hoe de zaal reageerde. Ik had er niet te zijn om klanten te werven… hoe haalde ik het in m’n hoofd.

    Op de gang en tijdens de pauze sprak ik een aantal mensen. D.w.z. zij spraken mij aan. Een mevrouw vroeg mij wat of ik bedoeld had met ‘fysiek’ en ‘psychisch’ en vertelde haar dat door ‘acidose’ en uremie’ hyperventilatie kan ontstaan en dat dát een fysieke kwestie is. Al het overige geestelijk en dat iedereen zich daarvan kon bevrijden zonder sporen achter te laten; zonder last te blijven ondervinden.

    Ik bedoel maar… over de maakbare samenleving gesproken is die altijd nog op angst gebaseerd en de gretige, volgzame massa, die gelooft in kwantiteit en blijft uit is op steun, troost en vooral begrip van derden. NIET OP GENEZING.
    Dat betekent met name dat het hen allemaal om ‘GEVOEL’ gaat. Het gevoel van saamhorigheid, van kunnen delen met elkaar, alsof uit gevoel ook die saamhorigheid ontstaat. Werkelijk waar… genezing staat niet op nummer één in Nederland.

    Men wil in het lijden begrepen worden en dat begrip van anderen? Ja, dat verlicht… even. Vraag ik ze of we kunnen zeggen dat lijden bestaat, dan zeggen ze volmondig “nou en of, dat weet ik wel zeker”, en kijken mij aan alsof ik gek geworden ben.

    Ik ontken het stellig, want mensen lijden niet door de dingen, maar door hun eigen gedachte over de dingen. Zo ook worden ze niet werkelijk ongelukkig door wat ze meemaken, maar door hoe ze omgaan met wat ze meemaken.

    Het ziet er naar uit, zo heb ik moeten constateren, of dat niets mankeren iets engs is. Of je er dan niet meer bijhoort, oninteressant bent, want ja… waarover kunnen we dan nog praten?
    “Mankeer jij niks? Ga weg… néééé… dat kán toch niet?

    Wanneer je lijdt – en natuurlijk spreek ik niet over honger, pijn e.d. – betekent dat niets anders dan… dat je de dingen anders ziet dan ze in werkelijkheid zijn. Het is de maakbare mens, daarmee de gemaakte mens, die er door zijn opvoeding, door de barre kwaliteit van onderwijs en door te geloven in samen doen en samen elkaar begrijpen er niet aan wil. Vandaar mijn eerste zin. Hij heeft zich láten maken, is daarmee al zijn natuurlijke, creatieve vermogens kwijtgeraakt. Hij is maakbaar en dat weet elke godsdienst, overheid en reclamemaker. God is omzet, maar zker alle mensen en dáár gaat het om.

    Zo… en nu een kopje koffie. Alvast fijne kerstdagen gewenst allemaal.

  10. Beste Karin,

    N.a.v. dit stuk heb ik onlangs per mail geprobeerd contact met je op te nemen, maar dat is helaas (nog) niet gelukt. Ik probeer het nogmaals via deze weg.
    Ik nodig je graag uit voor ons evenement Nanotopia? in LUX op 29 mei. Daar wordt gedebatteerd over de maatschappelijke gevolgen van de moleculaire geneeskunde.

    Zou je contact met mij willen opnemen? Dank!

    Vriendelijke groet,
    Roel van der Heijden
    LUX Nijmegen

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Hou me per e-mail op de hoogte van nieuwe reacties op dit artikel.
      (U kunt zich hier abonneren zonder zelf te hoeven reageren.)

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.