Pragmatische gezondheidsmoraal

RioleringWat is de voornaamste medische doorbraak geweest? Het vakblad British Medical Journal presenteerde eerder deze maand vijftien onderwerpen waaruit de lezers mochten kiezen, compleet met pleitbezorgers voor elk punt. De lijst was gevarieerd: van het blootleggen van de DNA-structuur tot de ontdekking van de risico’s van roken, van de ontwikkeling van de anticonceptiepil tot die van vaccins, van de opkomst van de immunologie tot de invoering van beeldapparatuur als röntgen, CT, PET en MRI.

De uitkomst was verrassend. Volgens de stemmers was het fenomeen het meest had bijgedragen tot een betere algemene gezondheid namelijk helemaal geen medische doorbraak, maar een bouwkundige: sanitaire voorzieningen in steden. (Op plaats twee en drie stonden overigens wel zuivere medische doorbraken: antibiotica en anesthesie.)

De aanleg van riolering en een waterleidingstelsel maakten persoonlijke hygiëne mogelijk: je kon je voortaan wassen met redelijk schoon water, vervuild water kon worden afgevoerd, urine en uitwerpselen werden weggespoeld. Dat zorgde voor een opmerkelijke daling in ziekte en een stijging in de gemiddelde levensverwachting. Dysenterie, diarree, tuberculose en ademhalingsziektes werden minder prominent en verspreidden zich minder snel.

Het aardige is, zo schreef de Nederlandse hoogleraar publieke gezondheidszorg Mackenbach in zijn begeleidende stuk (hij was de pleitbezorger van dit onderwerp), dat op voorhand niet duidelijk was dat deze stedelijke ingrepen zulke grote medische gevolgen zouden hebben. Toen met de aanleg van het leidingenstelsel werd begonnen was er immers nog maar een moeizaam begrip van hoe ziektes ontstaan en zich verspreiden; van virussen en bacteriën had nog niemand weet. En niksniet evidence-based of eerst dure onderzoeken, de aanleg van leidingen was puur pragmatisch: er was een boel vuil in de stad en dat moest eruit want het stonk. De effecten waren groter dan wie ook had kunnen voorzien.

Mackenbach verbindt zijn toelichting aan een pleidooi voor een meer pragmatische benadering van de gezondheidszorg. Je hoeft niet altijd precies te weten hoe ziektes ontstaan om efficiënt te kunnen ingrijpen. Daarnaast is het veel effectiever om de omgeving te veranderen dan om te trachten individuele mensen aan te spreken op hun persoonlijk gedrag. Dat laatste legt niet alleen de verantwoordelijkheid eenzijdig bij het individu, ook ontkent het dat mensen – en dus ook hun lichamen – geen eilandjes zijn, ze worden gevormd en gemaakt door hun omgeving, en ingrepen in de cultuur en structuur werpen meer vruchten af. (Daar kun je nog aan toevoegen dat al dat gehamer op onze persoonlijke leefstijl ziekte belaadt met een fikse portie schuld en schaamte; het zou mooi zijn als we daar ‘s van af kwamen.) Tenslotte, betoogt Mackenbach, zijn structurele ingrepen ook democratischer: ze helpen de gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen te effenen.

In dezelfde week als deze doorbraakverkiezing verscheen een uitgebreid onderzoek in The Lancet. Kinderen die op 500 meter afstand van een snelweg opgroeien, ontwikkelen een beduidend mindere longcapaciteit dan kinderen die een kilometer verderop wonen; dat komt nooit meer goed, want na je achttiende groeien je longen niet meer. Al langer is bekend dat een verminderde longfunctie door vervuiling leidt tot meer ziekte en sterfte onder volwassenen; de effecten van uitlaatgassen zijn nog een slag heftiger.

Is het niet tijd de gezondheidszorg weer politiek te maken in plaats van persoonlijk, Mackenbach en de immense effecten van de riolering indachtig? Want terwijl u in de supermarkt een ‘gezond’ drankje voor uw kind staat uit te zoeken, vergiftigen wij ze met onze snelwegen en auto’s.

Author: Spaink

beheerder / moderator

9 thoughts on “Pragmatische gezondheidsmoraal”

  1. Goed stuk.

    Kanker op jonge leeftijd deden wij dan ook gewoon niet zelf, in de zin van oorzaak en gevolg. Klopt dat ook? Ik denk van wel: heb uitvoerig over oorzaak en gevolg nagedacht i.v.m. eigen zeldzame kanker. Mij lijkt toch ook dat in individuele geval er veel invloed van ‘buitenaf’ was. Op zich was ik daar wel gelukkig mee toen ik dat eenmaal door kreeg.

  2. Dat is wel waar, maar hoe doe je dat? In de geindustrialiseerde Westerse wereld kun je moeilijk het Rijnmondgebied tegen de vlakte gooien, dat is een ander soort ingreep dan het aanleggen van rioleringen. En je kunt mensen ook moeilijk verplichten alleen nog gezond voedsel tot zich te nemen en regelmatig te sporten, hoewel dat ongetwijfeld heilzaam zou werken op de volksgezondheid. Wel kun je politieke keuzes maken met het goedkoper maken van gezond voedsel dat ook goed en duurzaam wordt geproduceerd. Ik ken veel mensen die graag voedsel zouden willen afkomstig uit de biologische landbouw en veeteelt, maar dat simpelweg niet kunnen betalen. Je zou ook een belastingaftrek kunnen invoeren voor het lidmaatschap van sportclubs, al is een groot deel van het ziekteverzuim terug te voeren op blessures opgedaan tijdens sportbeoefening. Iedereen weet dat niet roken, matig drinken, regelmatig bewegen en gezonde voeding ertoe zullen leiden dat je wat langer leeft. Uit eigen ervaring weet ik dat het beter voelt, ik wissel gezonde en ongezonde periodes regelmatig af en ik gedei beter op lekkere warme biologische chocolademelk als ik de melk eerst heb klaargemaakt in zo’n Nespresso-kannetje, zodat er lekker schuim op zit en geen spóór van die misselijkmaker uit m’n jeugd, het vel op de melk. En op thee, biologische groente, een enkel glas rode wijn zo nu en dan. Ik voel me dan evenwichtiger en dus produktiever dan met wijn, sigaretten, weinig slaap, ongezond eten. Maar een politiek sturen daarop? Alsjeblieft niet, zeg, dan word ik de eerste actievoerder tegen zo’n beleid.

  3. Joan, ik denk dat je mensen juist minder moet aanspreken op wat zij kiezen te eten en te drinken, en veel meer op structurele maatregelen moet aansturen die onze leefomgeving schoner maken. Geen huizen bij de snelweg bouwen (of andersom: geen snelwegen bij woonbuurten), het openbaar vervoer dramatisch verbeteren, de uitstoot van CO2 beperken: dat heeft veel meer effect dan biologische groente ooit kan uithalen.

  4. Toch wordt de levensverwachting van mensen, juist in onze geindustrialiseerde westerse wereld, nog steeds hoger. Zou het niet kunnen dat onze lichamen zich aanpassen aan de vervuiling waaraan ze worden blootgesteld?

    Ik wil zeker geen pleidooi houden voor laksheid of berusting, maar de wereld ontwikkelt zich (positief en negatief) en de mens ontwikkelt zich mee.

  5. Marina, ik denk niet dat we ouder worden omdat onze lichamen zich aanpassen. Ik denk dat het meer te maken heeft met de stand van de medische wetenschap, en langdurig vegeteren in een verpleeghuis met Alzheimer draagt wél bij tot die hogere levensverwachting. Het is alleen niet een manier waarop ik zelf graag oud zou worden.

    Karin, als GroenLinkser ben ik met je eens dat ingrijpend moet worden gestuurd op dit soort maatregelen. Ik vermoed dat aan de CO2-uitstoot ook wel maatregelen zullen worden genomen, we kunnen haast niet anders meer. Toch zie ik het doorsnee gezin niet zo gauw gebruik gaan maken van het openbaar vervoer. En daar valt ook moeilijk op te sturen. Kinderen naar de sport- en muziekles, het gaat zoveel makkelijker met de auto. Zelf heb ik al vele jaren terug het comfort van de trein ontdekt, maar ik ben alleenstaand, dan is dat aanmerkelijk makkelijker dan met een zootje dreinende kinderen. En de trend is juist om dicht bij een uitvalweg (zo heet dat geloof ik) te gaan wonen, om files te vermijden. Ik zou echt niet weten hoe je daarop moet sturen, anders dan door subsidiering van hybride auto’s. Ik vind trouwens zeker wel dat sturen op goede voeding essentieel is. Arme mensen hebben een veel lagere levensverwachting dan rijkere, terwijl ze in dezelfde stad wonen. Dat heeft alles met voedingsgewoontes te maken.

  6. Uitstekende column, K.
    De uitkomst van het onderzoek van het BMJ vond ik minder verrassend, want ook nu nog kun je in andere delen van de wereld zien wat het ontbreken van sanitaire voorzieningen en ‘veilig water’ betekent voor de gemiddelde levensverwachting.

    Mijn antwoord op vraag aan het eind van de column:
    Natuurlijk dient gezondheidszorg door de politiek niet steeds meer te worden afgewenteld naar ‘het volk’ (en niet te vergeten de commerciële verzekeringsmaatschappijen).

    De uitkomst van het onderzoek in The Lancet is niet echt nieuw(s), maar met de uitkomst van dat soort onderzoeken doet ‘de politiek’ weinig, heel weinig.

    Te moeilijk (‘dat heeft ook met Europa te maken’), te duur (‘we kunnen moeilijk de hele infrastructuur gaan veranderen’), enzovoorts…
    Hetzelfde geldt voor het breed stimuleren van gezond leven… door bijvoorbeeld het goedkoper maken van gezond voedsel (‘kan niet. Europa, hè’), door bijvoorbeeld de functie van consultatie-bureaus en schoolartsen niet te beperken maar uit te breiden, door lichaamsbeweging dichter bij de mensen te brengen (meer groen en speelruimte in wijken).

    Nee, men kiest liever voor de ‘eigen schuld, dikke bult’-aanpak. Je rookt, je drinkt, je spuit of snuift, je bent te dik, je beweegt te weinig, je maakt je te druk, je hebt genetisch pech gehad… en mocht de zeespiegel toch nog wat sneller gaat stijgen dan verwacht… je had niet in een polder moeten gaan wonen.

    Voor die mededeling heb ik de politiek niet nodig !

    De politiek moet zorgen voor de veiligheid… door dijken te verhogen, door niet meer te bouwen langs snelwegen, door gezondheidszorg betaalbaar en bereikbaar te houden… door dingen die ons allen aangaan (zoveel mogelijk) in eigen hand te houden en daarbij het individu zo vrij mogelijk te laten.

    M.v.g.,
    Henk.

  7. ‘Toch wordt de levensverwachting van mensen, juist in onze geindustrialiseerde westerse wereld, nog steeds hoger.’

    Misschien voor jou en jouw rijke vriendjes, maar of jullie een representatief sample zijn, dat betwijfel ik zeer. Ikzelf ken bijvoorbeeld niemand van over de 80. Zowat alle oudjes die ik kende zijn tussen hun 60ste en 70ste gestorven. Misschien dat Karin Spaink weer dat ene verhaal wil vertellen over die vriendin die haar ‘halve vriendenkring’ had verloren aan AIDS? Allemaal tragisch jong gestorven, maar worden die ook opgenomen in het gemiddelde? Of buitengesloten als een ‘tijdelijke aberratie’?

    Een of twee jaren geleden was een onderzoek gepubliceerd waarin stond dat sterfteleeftijden juist stagneren, en dat het zelfs voor sommige groepen omlaag ging. Sterker nog, bij sommige arme buurten komen de sterfteleeftijden overeen met ten tijde van de industrialisering. Hoezo vooruitgang en voor wie precies?

    Door de privatisering van de gezondheidzorg zullen steeds minder mensen noodzakelijke zorg kunnen betalen. En zoals Karin Spaink hier al talloze keren heeft geschreven: het gaat niet alleen om langer leven maar ook om de kwaliteit van dat langere leven.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Hou me per e-mail op de hoogte van nieuwe reacties op dit artikel.
      (U kunt zich hier abonneren zonder zelf te hoeven reageren.)

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.